23 787 (R 1506)
Regels met betrekking tot het gebruik van geweld door militairen in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak (Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak)

nr. 8
AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN DEN DOEL

Ontvangen 12 februari 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

In de overweging wordt na «militairen» ingevoegd: en burgerpersoneel, werkzaam bij het ministerie van Defensie,.

II

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2

Artikel 1 is van overeenkomstige toepassing op het burgerpersoneel, werkzaam bij het ministerie van Defensie, in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak.

Toelichting

Op het moment dat de krijgsmacht geheel uit vrijwilligers bestaat, zal meer dan nu het geval is de bewaking en beveiliging van militaire complexen worden opgedragen aan burgerambtenaren in dienst van defensie. Zij vervullen in de nieuwe situatie taken die in de kader-militie krijgsmacht hoofdzakelijk werden uitgevoerd door dienstplichtige militairen. Wanneer de wet op dit punt niet zou worden aangepast ontstaat er een ongewenste situatie waardoor deze defensieambtenaren hun taak niet zouden kunnen uitvoeren.

Het voorgestelde amendement is in lijn met het hierover bepaalde in de Wet wapens en munitie. In deze wet wordt de minister van defensie bevoegd verklaard aan te geven wie binnen de krijgsmacht gemachtigd is tot voorhanden hebben en eventuele gebruik van vuurwapens.

Bij aanneming van dit amendement dient in het opschrift na «militairen» worden ingevoegd: en burgerpersoneel, werkzaam bij het ministerie van Defensie,.

Van den Doel

Naar boven