23 787 (R 1506)
Regels met betrekking tot het gebruik van geweld door militairen in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak (Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak)

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 11 juli 1997

Bij brief van 3 juni deed ik de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal het ontwerp voor een uitvoeringsbesluit Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak ter kennisneming toekomen (23 787 (R 1506), nr. 11).

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Defensie (zie bijlage) te worden geïnformeerd over de positie van het burgerbewakingspersoneel bij Defensie terzake, bericht ik u als volgt.

Zoals u bekend is, betreffen de hiervoor genoemde rijkswet (Stb. 1996, 239) en het daarop berustende uitvoeringsbesluit (dat binnenkort in het staatsblad zal verschijnen) alleen de bevoegdheid van de militair om geweld te gebruiken in het kader van de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak.

Het vraagstuk van het geweldgebruik door burgerbewakers is tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van de ontwerp-Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak aan de orde gekomen. Bij die gelegenheid heb ik uiteengezet dat de burgerbewakers uitdrukkelijk geen bevoegdheid tot geweldgebruik hebben. In voorkomend geval zullen deze burgerbewakers een beroep op noodweerbepalingen moeten doen.

Naar aanleiding van de plenaire behandeling heb ik bij brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 3 mei 1996 (kamerstukken II, 1995/96, 23 787 (R 1506), nr. 10) laten weten in de rijkswet onder strikte voorwaarden te zullen voorzien in een geweldbevoegdheid voor burgerbewakers van Defensie.

Ter uitwerking hiervan is een voorstel tot wijziging van de rijkswet opgesteld, waarover de Raad van State van het Koninkrijk inmiddels advies heeft uitgebracht. Het nader rapport naar aanleiding van dit advies is in voorbereiding.

Ik streef thans naar indiening van een voorstel van rijkswet waarbij de Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak wordt uitgebreid tot burgerbewakers, kort na afloop van het zomerreces.

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

BIJLAGE

Aan de Minister van Defensie

's-Gravenhage, 27 juni 1997

Bij brief van 3 juni 1997 deed u de Kamer het uitvoeringsbesluit Rijkswet geweldgebruik krijgsmacht in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak toekomen.

De vaste commissie voor Defensie wenst door u te worden geïnformeerd over de positie van het burgerbewakingspersoneel ter zake.

De griffier van de vaste commissie voor Defensie,

Teunissen

Naar boven