nr. 14
AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN CORNIELJE EN VAN GELDER
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
I
Aan artikel 2.2.1 wordt een vierde lid toegevoegd, luidend:
4. Een in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet
in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet
door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het
in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt
een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.
II
Aan artikel 2.3.1 wordt een vierde lid toegevoegd, luidend:
4. De in het eerste onderscheidenlijk derde lid bedoelde algemene maatregel
van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel
treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven
dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan
wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.
III
Voor de tekst van artikel 2.4.1 wordt het cijfer «1» geplaatst.
Toegevoegd wordt een tweede lid, luidend:
2. Een in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet
in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet
door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het
in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt
een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.
Toelichting
Deze amendementen voegen een voorhangverplichting toe aan de artikelen
die de grondslag zijn voor algemene maatregelen van bestuur inzake de berekening
van de rijksbijdrage voor beroepsopleidingen, opleidingen educatie en landelijke
organen.
Cornielje
Van Gelder