23 714
Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van gezamenlijk gezag voor een ouder en zijn partner en van gezamenlijke voogdij

nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN M. M. VAN DER BURG EN J. M. DE VRIES

Ontvangen 13 maart 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 253t, tweede lid, vervangen door:

2. In het geval dat het kind tevens in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder wordt het verzoek slechts toegewezen, indien:

a. de ouder en de ander op de dag van het verzoek gedurende ten minste een aaneengesloten periode van een jaar onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek gezamenlijk de zorg voor het kind hebben gehad; en

b. de ouder die het verzoek doet op de dag van het verzoek gedurende ten minste een aaneengesloten periode van drie jaren alleen met het gezag belast is geweest.

Toelichting

Het is in het belang van het kind dat, in het geval er geen andere ouder is tot wie het kind in familierechtelijke betrekking staat, er zo snel mogelijk na de geboorte gezamenlijk gezag kan worden verzocht aan de rechter. Een voorbeeld van een dergelijk geval is de situatie dat de moeder het kind via kunstmatige donorinseminatie heeft gekregen en haar vriendin samen met haar het gezag over het kind wil gaan uitoefenen. In deze gevallen is de voorwaarde dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de vriendin van de moeder en het kind (artikel 253t, eerste lid) voldoende. Daarmee wordt deze situatie zoveel mogelijk op één lijn gesteld met die van een man die het kind erkent.

M. M. van der Burg

J. M. de Vries

Naar boven