nr. 8
AMENDEMENTEN VAN HET LID LANSINK
Ontvangen 25 januari 1995
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
In de beweegreden wordt «en op het gebied van landbouw en natuurlijke
omgeving» vervangen door: , op het gebied van landbouw en natuurlijke
omgeving alsmede enige opleidingen op het gebied van de natuur.
II
Artikel I, onderdeel A, wordt vervangen door:
A
In artikel 7.4 wordt, onder vernummering van het zesde tot zevende lid,
een nieuw zesde lid ingevoegd, luidende:
6. De studielast van de volgende opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs
wordt vastgesteld door de instellingen met dien verstande dat deze studielast
ten minste 168 studiepunten en ten hoogste 252 studiepunten bedraagt:
a. bouwkunde, civiele techniek, elektrotechniek, geodesie, industrieel
ontwerpen, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, materiaalkunde, maritieme techniek,
mijnbouwkunde en petroleumwinning, scheikundige technologie, technische informatica,
technische natuurkunde, technische wiskunde, en werktuigbouwkunde aan de openbare
universiteiten te Delft, Eindhoven en Enschede,
b. technische mechanica, technische natuurkunde, en technische scheikunde
aan de openbare universiteit te Groningen,
c. bioprocestechnologie, bodem, water en atmosfeer, bosbouw, landbouwplantenteelt,
landbouwtechniek, landinrichtingswetenschappen, levensmiddelentechnologie,
milieuhygiëne, tropisch landgebruik, tuinbouw, en zoötechniek aan
de openbare universiteit te Wageningen,
d. natuurkunde, scheikunde, milieukunde en biologie aan de openbare universiteiten
te Groningen, Utrecht, Amsterdam, Leiden, de Vrije Universiteit
te Amsterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen, alsmede
e. informatica, informatietechnologie en milieukunde aan de Open Universiteit.
III
In artikel II, onderdeel B, wordt de eerste wijziging van artikel 17a
vervangen door:
1. Aan het slot van het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:
In afwijking van de eerste volzin wordt voor de studerende die staat ingeschreven
voor een voltijdse opleiding als bedoeld in artikel 7.4, zesde lid, van de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de aanspraak op
studiefinanciering in de vorm van een rentedragende lening verlengd met het
aantal jaren dat gelijk is aan het door de instelling vastgestelde aantal
studiepunten voor zover dat 168 te boven gaat, gedeeld door 42, met dien verstande
dat de verlenging ten hoogste 1 jaar kan bedragen, met dien verstande dat
gedurende deze periode de reisvoorziening wordt verstrekt in de vorm van beurs.
Toelichting
Dit voorstel strekt ertoe dat niet meer in de wet zelf voor een aantal
opleidingen wordt aangegeven welke cursusduur daarvoor zal gelden, doch dat
dit door de instellingen zelf binnen bepaalde marges moet worden bepaald.
Tevens worden enkele opleidingen op het gebied van de natuur aan het wetsvoorstel
toegevoegd.
Aangezien het financieel kader met uitzondering van het bedrag dat is
gemoeid met de uitbreiding van de opleidingen op het gebied van natuur, gelijk
dient te blijven kan de studiefinancieringsduur met ten hoogste 1 jaar worden
verlengd ten opzichte van de huidige regeling.
Indien deze amendementen worden aangenomen moet in het opschrift na «
technische opleidingen» worden ingevoegd: , enige opleidingen op het
gebied van de natuur.
Lansink