nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 14 juli 1995
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel budgettering wachtgelden en
instelling participatiefonds (23 693) d.d. 22 november 1994 heb ik toegezegd
de Kamer te informeren over de haalbaarheid van de start van het participatiefonds
per 1 augustus 1995.
Op 17 januari jongstleden, heb ik u reeds het advies van Coopers &
Lybrand hieromtrent doen toekomen. In deze brief is aangegeven dat ik dit
advies op hoofdlijnen inhoudende een gefaseerde start onder bep. randvoorwaarden
heb overgenomen.
Met de personeels- en besturenorganisaties is inmiddels een accoord bereikt
over de startpositie en voeding van het participatiefonds alsmede over de
inhoud en uitvoering van de zogenoemde instroomtoets. De directie CFI van
mijn departement, IBG/UO en CASO hebben positief geadviseerd over een gefaseerde
start per 1 augustus aanstaande via door deze eenheden uitgebrachte uitvoeringsanalyses.
Over de haalbaarheid van een gefaseerde start heb ik de Eerste Kamer ingelicht
tijdens de behandeling van voornoemd wetsontwerp d.d. 7 maart 1995. In de
Uitleg Mededelingen OCenW van maart 1995 zijn hierover voor de verschillende
betrokken onderwijssectoren (instroomtoets)publicaties verschenen.
Hieronder geef ik samengevat het verloop van de gefaseerde invoering weer.
1 augustus 1995
De gefaseerde start houdt onder meer in dat de instroomtoets onder verantwoordelijkheid
van het participatiefonds met ingang van 1 augustus 1995 in werking treedt.
Zoals al eerder vermeld zijn de scholen en instellingen hierover in maart
1995 geïnformeerd.
1 januari 1996
Met ingang van 1 januari 1996 gaat het systeem van opslag en premie in
werking. Daartoe ontvangen school- en instellingsbesturen vanaf die datum
een opslag op de bekostiging waarvan de door het participatiefonds vastgestelde
premie kan worden voldaan.
Het participatiefonds bevoorschot IBG/UO (USZO) voorzover het ontslaguitkeringen
in de sectoren Primair Onderwijs (PO), Voortgezet Onderwijs (VO) en Beroepsgerichte
Volwasseneneducatie (BVE) betreft.
1 augustus 1996
Het participatiefonds heeft na het eerste jaar de mogelijkheid om premiedifferentiatie
in te voeren. Daarnaast kan het participatiefonds vanaf deze datum de andere
voorziene instrumenten inzetten zoals het laten afwijken van premie en opslag,
aansturen van de arbeidsbemiddeling binnen eventueel door het Sectorbestuur
voor de Onderwijsarbeidsmarkt vast te stellen kaders en de aansturing van
USZO inzake passende arbeid en sancties, binnen de kaders van door mij vastgestelde
uitvoeringsrichtlijnen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen