23 688
Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID SMITS C.S.

Ontvangen 26 januari 1995

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 9 komt als volgt te luiden:

Artikel 9

1. Deze wet is niet van toepassing op verenigingen en onderlinge waarborgmaatschappijen met zetel in Nederland die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet het natura-uitvaartverzekeringsbedrijf uitoefenen en:

a. naar Nederlands recht zijn opgericht voor 1 januari 1995;

b. waarvan het aantal meerderjarige verzekerden minder dan 3000 bedraagt; en

c. die niet binnen de in artikel 94 genoemde termijn een vergunning als bedoeld in artikel 11 hebben aangevraagd.

2. Op verzekeraars die voldoen aan de onderdelen a en b van het eerste lid, maar die voor 1 januari 1995 niet de rechtsvorm vereniging of onderlinge waarborgmaatschappij bezaten, is artikel 95 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat deze verzekeraars zich slechts kunnen omzetten in een onderlinge waarborgmaatschappij.

Toelichting

Dit amendement beoogt begrafenisverenigingen en onderlinge waarborgmaatschappijen met minder dan 3000 meerderjarige verzekerden buiten de werking van de wet te houden. Het gaat te ver om deze kleine verenigingen en onderlingen onder de wet te brengen, nu het er bij die instellingen om begonnen is onderling hulp te verlenen bij begrafenissen en crematies om daarmee te voorkomen dat de uitvaartverzorging te veel een zaak van de commercie wordt. De verenigingsvorm (de onderlinge waarborgmaatschappij is een bijzondere vorm van vereniging, specifiek bedoeld voor de uitoefening van het verzekeringsbedrijf) biedt inspraakmogelijkheden voor leden. De beperking tot verenigingen en onderlingen met minder dan 3000 meerderjarige verzekerden stelt grenzen aan (eventuele) commerciële ambities.

Het amendement stelt de eis dat de bedoelde verenigingen en onderlingen vóór 1 januari 1995 zijn opgericht. Hiermee wordt voorkomen dat nieuwe verzekeraars worden opgericht, uitsluitend om zich te onttrekken aan het toezicht ingevolge de wet.

Voor de goede orde is in onderdeel c van het eerste lid een voorziening getroffen voor verzekeraars die wel aan de vereisten voor de uitzondering voldoen, maar er toch prijs op stellen onder het toezichtsregime te vallen. Deze verzekeraars kunnen, door tijdig een vergunning bij de Verzekeringskamer aan te vragen, op vrijwillige basis onder de werking van de wet komen. Wordt deze keuze voor toezicht gemaakt, dan is zij onherroepelijk.

Als gevolg van dit amendement komt het door de regering voorgestelde verlichte regime voor kleine verzekeraars geheel te vervallen.

Smits

Witteveen-Hevinga

Schimmel

Van Wingerden

Naar boven