23 682
Wijziging van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht

nr. 12
MOTIE VAN HET LID DITTRICH

Voorgesteld 6 april 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat strafrechtelijk optreden primair gericht dient te zijn op de vervaardiging van kinderpornografie en de commerciële en professionele produktie en distributie daarvan en op grootschalige ruilhandel;

van mening, dat politie en het Openbaar Ministerie gelet op de eerbiediging van ieders privéleven terughoudendheid dienen te betrachten bij het aantreffen van afbeeldingen van geringe hoeveelheden kinderpornografie bij particulieren, die dat materiaal niet in voorraad, maar in bezit hebben;

verzoekt de minister van Justitie te bevorderen, dat politie en Openbaar Ministerie met bovenstaande in het te voeren opsporings- en vervolgingsbeleid rekening zullen houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dittrich

Naar boven