23 669
Toezicht van de Verzekeringskamer, onder meer op de N.V. Levensverzekering Maatschappij Vie D'Or

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 1996

Op 25 maart jl. heb ik, ter uitvoering van de motie-Van Rey c.s. waarin uw Kamer het kabinet heeft opgeroepen «met alle partijen te streven naar een oplossing voor de gedupeerde polishouders», overleg gevoerd met de bij de gebeurtenissen inzake Vie d'Or betrokken partijen. Bijgaand bied ik u het verslag aan van dit overleg1.

De conclusies die uit het genoemde overleg kunnen worden getrokken zijn tweeledig. De kans op herhaling van problemen zoals deze zich bij Vie d'Or hebben voorgedaan is verder beperkt door aanpassingen in de uitvoering van het toezichtsbeleid en voorgenomen aanpassingen in de wetgeving, terwijl daarnaast de instelling van een opvangregeling wordt nagestreefd.

Voor de polishouders van Vie d'Or heeft het overleg geen concrete resultaten opgeleverd. De Stichting Vie d'Or geeft er in dit stadium de voorkeur aan door te gaan met de door haar reeds ingestelde en nog in te stellen procedures. In dat verband heb ik de Stichting toegezegd in een later stadium, indien de Stichting daarom zou verzoeken, nogmaals aanspreekbaar te zijn.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie

Naar boven