23 659
Goedkeuring van de op 15 juni 1990 te Dublin tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij een van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 maart 1995

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 1 wordt ingevoegd:

Artikel 1a

1. Een ontwerp van een besluit dat beoogt het Koninkrijk te binden, wordt, voordat daaromtrent enige besluitvorming door het in artikel 18 van de Overeenkomst bedoelde Comité plaatsvindt, terstond nadat de tekst van dat ontwerp tot stand is gekomen, openbaar gemaakt en aan de Staten-Generaal voorgelegd.

2. Een ontwerp-besluit als bedoeld in het eerste lid kan in afwijking van het bepaalde in dat lid ter vertrouwelijke kennisneming door de leden van de Staten-Generaal worden voorgelegd indien buitengewone omstandigheden van dwingende aard het bepaald noodzakelijk maken dat het ontwerp een geheim of vertrouwelijk karakter draagt.

3. Instemming van de Staten-Generaal is vereist voordat de vertegenwoordiger van het Koninkrijk zijn medewerking kan verlenen aan het totstandkomen van een besluit als bedoeld in het eerste lid.

4. Stilzwijgende instemming is verleend indien niet binnen vijftien dagen na overlegging van het ontwerp-besluit aan de Staten-Generaal door of namens de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de ontwerp-maatregel de uitdrukkelijke instemming behoeft.

5. Het derde lid is niet van toepassing op de vaststelling van wijzigingen of herzieningen van de Overeenkomst.

Toelichting

In de wet tot goedkeuring van het Verdrag betreffende de Europese Unie is, overeenkomstig eerder in de goedkeuringswet van de Uitvoeringsovereenkomst van Schengen, vastgelegd dat ontwerp-besluiten van de Raad overeenkomstig artikel K van dat verdrag aan de Staten-Generaal worden voorgelegd, voordat daaromtrent enige besluitvorming plaatsvindt. De hoofdreden voor deze bij amendement vastgelegde regeling (Kamerstukken II 1992/93, 22 647 (R 1437), nr. 20) was dat niet is voorzien in parlementaire controle op die besluitvorming. De op 15 juni 1990 te Dublin tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij een van de lid-staten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend, verleent aan het in artikel 18 van dat verdrag bedoelde Comité soortgelijke bevoegdheden en voorziet evenmin in parlementaire controle daarop. De onderhavige wijziging strekt ertoe het Nederlandse parlement in staat te stellen eveneens controle uit te oefenen op de participatie van de Nederlandse vertegenwoordiger in de besluitvorming van het Comité van het onderhavige Verdrag.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Naar boven