23 645 Openbaar vervoer

Nr. 801 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2023

Uw Kamer is op 21 februari jl. geïnformeerd over de conferentie van het Nationaal OV beraad (NOVB) en de gesprekken met de OV-sector over de huidige situatie in het OV (Kamerstuk 23 645, nr. 788). Op 19 april jl. hebben we opnieuw met elkaar gesproken over mogelijke maatregelen om de stijgende kosten in het OV te drukken en nieuwe reizigers aan te trekken. Ik informeer uw Kamer met deze brief graag over de gesprekken en de stand van zaken.

Uitkomsten gesprekken OV-sector

Zoals ik op 21 februari al schreef herken ik de zorgen uit de sector over de betaalbaarheid van het OV en enkele uitdagingen voor de korte termijn. Tijdens de bijeenkomst op 19 april is gesproken over het belang een solide fundament te behouden voor een toekomstbestendig systeem en ieders verantwoordelijkheden daarbij.

Na de NOVB-conferentie van 16 februari zijn verschillende oplossingsrichtingen verder verkend. Sommige daarvan voeren we uit, te denken aan nieuwe (goedkope) proposities voor reizigers, mogelijkheden voor tariefdifferentiatie te onderzoeken en stevig inzetten op voldoende personeel om te komen tot volwaardige dienstregelingen. Daarbij leveren de gezamenlijke overheden en vervoerders reeds een substantiële bijdrage, zoals de transitievergoeding OV van het rijk van € 150 miljoen en het doorzetten van geplande subsidies. Vanuit de conferentie van 16 februari is gewerkt aan een grote verscheidenheid van gezamenlijke maatregelen ten behoeve van de korte termijn uitdagingen, maar ik moet nu constateren dat op dit moment voldoende financiële middelen ontbreken. Dat geldt ook voor maatregelen die bekeken zijn mede naar aanleiding van de motie van de leden Bouchallikh en De Hoop om de consequenties van de energiecrisis in kaart te brengen1. Uit deze verkenning is gebleken dat de impact van de energiecrisis slechts een beperkte weerslag kent op het OV-aanbod. Gezien deze uitkomst en het knellende financiële kader moet ik concluderen dat een energiecompensatie (boven op de transitievergoeding) voor vervoerders niet haalbaar is.

Ondanks de beperkte financiële ruimte hebben de NOVB-partijen afgesproken de komende periode samen te blijven zoeken naar maatregelen die de kosten kunnen verlagen en de inkomsten verhogen. Ik bekijk daarbij ook welke bijdrage het Rijk daaraan zou kunnen leveren. Bijvoorbeeld in cases waar – bij het komen tot innovatie – landelijke wetgeving op regionaalniveau als knellend wordt ervaren. Zo wordt momenteel ook gewerkt aan een invulling van de motie van het lid Van Ginneken over het in kaart brengen van belemmeringen voor het tot stand brengen van gecombineerd publiek en/of openbaar vervoer2. Ik vind het belangrijk om daarover het gesprek te blijven voeren en onze mogelijkheden te onderzoeken.

Naast het blijvend zoeken naar mogelijkheden en daarover het goede gesprek in het NOVB te voeren, is de uitkomst dat we vanaf 2024 weer uitgaan de gebruikelijke verantwoordelijkheidsverdeling. Per concessie zullen daarbij door de verantwoordelijke overheden verschillende keuzes gemaakt worden bij de invulling van het OV-aanbod. Voor 2023 kan de sector nog gebruik maken van het gezamenlijk afgesproken transitievangnet.

2023 is een overgangsjaar waarbij de sector zich klaar maakt voor het «nieuwe normaal» na corona, dat nu is aangebroken. Het is voor de OV-sector een uitdaging om te komen tot een optimale aanpassing aan de veranderde reispatronen en de opgelopen kosten na de extreme coronajaren. Daarbij is het goed dat ook de decentrale overheden een belangrijke bijdrage blijven leveren door ook dit jaar de beschikbare middelen in te zetten voor het OV en samen met de vervoerders steeds te zorgen voor optimaal OV voor de reizigers en daarbij slim om te gaan met de (financiële) mogelijkheden die er zijn. Gegeven het belang van het OV voor de regio’s, verwacht ik dat er in de nieuwe provinciale coalitieakkoorden veel aandacht besteed zal worden aan het belang en de uitdagingen van het decentrale OV. Parallel ben ik in gesprek met NS over de nieuwe concessie voor het Hoofdrailnet.

Naast de uitdagingen voor de OV-sector zijn er gelukkig ook positieve ontwikkelingen te zien. Het aantal OV-reizigers neemt nog steeds toe, zij het met andere reispatronen. De introductie van het nieuwe betaalsysteem OVpay lijkt daarbij voor extra reizigers te zorgen die gemakkelijk en betrouwbaar met hun bankpas kunnen in- en uitchecken. We bespreken momenteel in het NOVB de mogelijkheden om reizigers met aantrekkelijke aanbiedingen te «verleiden» over te stappen naar de nieuwe betaalwijzen en daarmee ook het OV-gebruik te vergroten. Het Ministerie van Financiën onderzoekt daarnaast momenteel de mogelijkheid om werkgevers beter te faciliteren bij het verstrekken van OV-abonnementen aan hun werknemers en verwacht voor de zomer de Kamer te informeren3.

Tot slot

Er zijn nog uitdagingen voor het OV maar er zijn ook positieve ontwikkelingen. Ik ben daarom optimistisch over het OV als duurzame vorm van mobiliteit voor de kortere en langere termijn. Ik wil -samen met de sector- mij vol inzetten voor voldoende en betaalbaar OV, zoals ik dat in het afgelopen jaar ook heb gedaan. Het OV is van belang voor onze samenleving, voor de bereikbaarheid van Nederland en als duurzame vorm van mobiliteit. We kunnen daarbij niet stil blijven zitten maar samen de schouders eronder blijven zetten om zo goed mogelijk OV voor de reizigers te krijgen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Motie van de leden Bouchallikh en De Hoop «over in gesprek gaan met de ov-bedrijven om de consequenties van de energiecrisis in kaart te brengen» 1 december 2022, Kamerstuk 36 200 XII, nr. 64.

X Noot
2

Motie van het lid Van Ginneken over «het in kaart brengen van belemmeringen voor het tot stand brengen van gecombineerd publiek en/of openbaar vervoer», 22 maart 2023, Kamerstuk 23 645, nr. 792.

X Noot
3

Brief van de Staatssecretaris van Financiën, «Uitstel toezending reactie op de motie van de leden Romke de Jong en Van Ginneken over werkgevers beter faciliteren om hun werknemers ov-abonnementen te verstrekken (Kamerstuk 36 202, nr. 103 )», 4 april 2023, Kamerstuk 36 202, nr. 136.

Naar boven