23 645 Openbaar vervoer

Nr. 754 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2021

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 21 april 2021 een brief ontvangen van 23 samenwerkende gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag (MRDH) over het voortbestaan van het openbaar vervoer in deze regio. De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij gevraagd een reactie op deze brief te sturen, en tevens de aangenomen motie Nijboer (Kamerstuk 28 165, nr. 348) bij mijn reactie te betrekken. Met deze brief ontvangt uw Kamer mijn reactie op de brief.

De gemeenten hebben in de brief zorgen geuit over de impact van Corona op het openbaar vervoer in hun regio. Deze zorgen zijn betrokken bij de gesprekken over een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB). Dit heeft geleid tot besluitvorming waarover ik u op 9 april met een brief1 heb geïnformeerd.

Het kabinet heeft besloten om de beschikbaarheidsvergoeding voor het OV te verlengen tot eind 2021. Verder is afgesproken dat we richting de zomer van 2021 werken aan de vormgeving van een regeling voor de periode na 2021, waarbij we de ontwikkelingen met betrekking tot corona en de beperkende maatregelen betrekken. De gesprekken verlopen constructief en zijn in volle gang. Hiermee wordt invulling gegeven aan de oproep uit de brief van de gemeenten in de MRDH en de motie Nijboer om te voorkomen dat OV-bedrijven gaan snijden in de dienstregeling en nodeloos mensen worden ontslagen door voldoende compensatie te bieden voor de gemiste inkomsten2.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 23 645, nr. 749

X Noot
2

Kamerstuk 23 645, nr. 750

Naar boven