23 645 Openbaar vervoer

Nr. 670 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2018

Met deze brief bied ik u de voortgangsrapportage aan van het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB) over de eerste helft van 20181. In de voortgangsrapportage staat een update van alle projecten uit de NOVB Werkagenda 2018. Tevens ga ik hieronder nader in op een aantal projecten waarover in het NOVB besluiten zijn genomen. Het gaat om de aanschafprijs en verlengingskosten van de OV-chipkaart alsmede de globale inhoud en planning van het project nieuwe betaalwijzen.

Aanschafprijs en verlengingskosten van de OV-chipkaart

De prijsstelling van de huidige OV-chipkaart (nieuwe aanschaf € 7,50), de vervolgkaart na 5 jaar (€ 7,50) en de vervangende kaart (€ 11,00) van de OV-chipkaart wordt als duur ervaren en werpt mogelijk toegangsdrempels op voor (nieuwe) gebruikers van het OV. Daarom is in NOVB-verband onderzocht of een ander betaalstelsel van de OV-chipkaart mogelijk is door de kostprijs (deels) te versleutelen in de OV-tarieven.

Zoals uit de bijgevoegde brief van het NOVB blijkt zijn verschillende varianten doorgerekend. Het is niet mogelijk gebleken om een oplossing te kiezen waarvan alle groepen reizigers profiteren. In elke variant gaat het voordeel van de ene groep altijd ten koste van een andere. Het (deels) versleutelen van de kosten in de tarieven en abonnementen heeft effecten die niet evenredig over alle reizigersgroepen omgeslagen kunnen worden. Met name de frequente reizigers dragen dan het grootste deel van de kosten. Het NOVB heeft na de uitgebreide analyses en na een zorgvuldige afweging besloten om voor de komende jaren de prijsstelling van de OV-chipkaart te handhaven. De reizigersorganisaties steunen dit besluit. Ik kan mij daarom achter het besluit van het NOVB scharen.

Hierbij heb ik overwogen dat de komst van nieuwe betaalwijzen dit vraagstuk kunnen verkleinen. De toekomst van OV-betalen zal veel meer liggen in het gebruik van de technische wereldstandaarden die OV-betalen via bijvoorbeeld smartphone en bankpas mogelijk maken. Ik verwacht dat door de introductie van nieuwe betaalwijzen met verschillende tarief- en abonnementsvormen, het openbaar vervoer voor (potentiële) reizigers aantrekkelijker zal worden.

Nieuwe betaalwijzen

De wereld van het betalen verandert snel. Ook in het openbaar vervoer zijn nieuwe vormen van betalen mogelijk. Deze nieuwe betaalwijzen doen al langzaam hun intrede, zoals de toepassing van barcodes in apps op smartphones. Dit is verwoord in de «Visie op OV Betalen» die eerder aan uw Kamer is aangeboden2.

Het doel is om het openbaar vervoer volledig aan te sluiten op internationale betaalstandaarden en daarmee ook de mogelijkheden op connectiviteit met andere sectoren te vergroten. Deze nieuwe betaaltechniek zal de huidige techniek achter de OV-chipkaart (Mifare Classic) vervangen.

Het NOVB heeft op 4 juli 2018 het principebesluit genomen om voor het gehele openbaar vervoer over te stappen op de nieuwe betaaltechniek. Het naast elkaar laten bestaan van verschillende systemen is zeer kostbaar. Een formeel besluit volgt later dit jaar zodra tussen alle partijen overeenstemming bestaat over de invulling van technische, organisatorische en financiële randvoorwaarden. Ik heb in het NOVB de vervoerders gevraagd om vooraf hierop een onafhankelijke toets te laten uitvoeren zoals het Bureau ICT-toetsing (BIT) dat doet voor ICT-projecten van de overheid.

De planning is dat vanaf 2019 begonnen zal worden met de invoering van de nieuwe betaaltechniek. Het is een majeure operatie die op grote schaal vervanging van software en aanpassing van hardware zoals de kaartlezers vergt. De verwachting is dat in 2023 de huidige betaaltechniek «uitgezet» kan worden. Dit zal pas gebeuren als aan een reeks voorwaarden is voldaan. Het nieuwe systeem moet bijvoorbeeld voldoende gebruiksvriendelijk, stabiel, betrouwbaar en veilig zijn.

Naast mijn rol als opdrachtgever voor de hoofdrailnetconcessie zie ik er vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid voor het nationale openbaar vervoer op toe, dat de nieuwe betaalwijzen die op basis van de nieuwe betaaltechniek hun intrede kunnen doen, in principe in het gehele openbaar vervoer gebruikt kunnen worden. Zo wordt voorkomen dat nieuwe betaalwijzen in het ene concessiegebied wel en in andere concessiegebieden niet gebruikt kunnen worden.

De verandering van de betaaltechniek betekent niet de dat de OV-chipkaart wordt afgeschaft. Ik verwijs hierbij naar de toelichting op de wijziging van het besluit Personenvervoer 2000 in verband met de landelijke werking van de OV-chipkaart3. Hierin heb ik aangegeven dat vervanging of afschaffing van de OV-chipkaart alleen aan de orde is, indien op termijn één of meerdere systemen de huidige functie van de OV-chipkaart kunnen overnemen. Deze wijziging zal op 1 januari 2019 van kracht worden.

Vanzelfsprekend zal ik uw Kamer regelmatig informeren over de voortgang van dit project.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 23 645, nr. 605.

X Noot
3

Kamerstuk 23 645, nr. 657

Naar boven