23 636
Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Tijdelijke wet bekostiging nieuwe basisscholen inzake vereenvoudiging van het bekostigingsstelsel voor het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs (vereenvoudiging Londo)

nr. 11
AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN KOEKKOEK EN VAN DER VLIES

Ontvangen 8 mei 1996

De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:

I

Artikel I, onderdeel G, wordt vervangen door:

G

Artikel 93 komt te luiden:

Artikel 93. Onderverdeling programma's van eisen

1. De programma's van eisen, bedoeld in artikel 92, derde lid onder a, worden onderverdeeld in:

a. gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent:

1°. onderhoud,

2°. energie- en waterverbruik, en

3°. publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van de belastingen ter zake van onroerende zaken, en

b. niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent:

1°. middelen, en

2°. administratie, beheer en bestuur.

2. De programma's van eisen, bedoeld in artikel 92, derde lid onder b, worden onderverdeeld in:

a. gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent de voorzieningen zoals onderscheiden in het eerste lid onder a;

b. niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent middelen voor zover het betreft onderhoud, vervanging en vernieuwing van onderwijsleerpakket en onderhoud meubilair.

3. Bij de programma's van eisen, bedoeld in het tweede lid, wordt onderscheid gemaakt in vaste en variabele kosten.

II

Artikel I, onderdeel H, wordt vervangen door:

H

Artikel 96 komt te luiden:

Artikel 96. Materiële instandhouding door eigenaar of bevoegd gezag

1. Het bevoegd gezag van een bijzondere school en het bevoegd gezag van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 63b, tweede lid, toepassing heeft gevonden en dat eigenaar is van een schoolgebouw, dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, zorgt voor het deel van de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder a, betrekking hebben. Het bevoegd gezag kan met burgemeester en wethouders overeenkomen:

a. dat de gemeente het in de vorige volzin bedoelde deel van de materiële instandhouding geheel of gedeeltelijk verzorgt, indien het bevoegd gezag eigenaar is van een schoolgebouw, of

b. dat het bevoegd gezag het in de vorige volzin bedoelde deel van de materiële instandhouding geheel of gedeeltelijk verzorgt, indien de gemeente eigenaar is van een schoolgebouw.

2. Het bevoegd gezag zorgt voor het deel van de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b, betrekking hebben.

III

In artikel I, onderdeel K, wordt punt 3 vervangen door:

3. Aan artikel 98 worden na het achtste lid een nieuw negende en tiende lid toegevoegd, luidende:

9. Grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 90, vijfde lid, zijn de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt. Om voor vergoeding van een wijziging in de huisvesting in enig jaar, volgend op die wijziging, in aanmerking te komen, dient een wijziging in de huisvesting te zijn gemeld voor 1 november van het jaar dat aan dat vergoedingsjaar voorafgaat. In afwijking van de eerste volzin zijn voor zover het betreft de voorzieningen, bedoeld in artikel 90, vijfde lid onder b en d, voor nieuwe scholen voor de periode van 1 augustus tot 1 januari, volgend op de opening, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober in die periode grondslag voor de vergoeding. Eveneens in afwijking van de eerste volzin zijn gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van de bekostiging van een school grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 90, vijfde lid, onderdelen b en d, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 maart van het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, indien in de periode tussen 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaats vindt, en 1 maart daaropvolgend, aanspraak bestond op verhoging van de formatie ingevolge artikel 12 van het Formatiebesluit WBO 1992.

10. Binnen 4 weken na een wijziging in de huisvesting van een bijzondere school of van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 63b, tweede lid, toepassing heeft gevonden, doet het bevoegd gezag daarvan opgave aan de gemeente. Binnen 4 weken na ontvangst van de opgave van de wijzigingen, verstrekken burgemeester en wethouders de desbetreffende gegevens aan Onze minister. Binnen 4 weken na een wijziging in de huisvesting van een openbare school, anders dan van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 63b, tweede lid, toepassing heeft gevonden, doen burgemeester en wethouders daarvan opgave aan Onze minister. Indien de opgave, bedoeld in de eerste, tweede of derde volzin, niet binnen de genoemde termijn is gedaan, vindt voor elke maand of deel van de maand, dat de opgave niet is gedaan, een korting met 2% plaats op de rijksvergoeding voor de desbetreffende voorziening over het jaar waarin de voorziening voor de eerste maal wordt bekostigd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat wordt verstaan onder een wijziging in de huisvesting.

IV

In artikel I, onderdeel L, wordt artikel 100, eerste lid, vervangen door:

1. Behoudens het tweede en derde lid, vergoedt het Rijk jaarlijks aan:

a. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een schoolgebouw, dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, de kosten van het deel van de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder a, betrekking hebben;

b. het bevoegd gezag de kosten van het deel van de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b, betrekking hebben;

c. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een voorziening in de huisvesting ten behoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening, dan wel de gemeente die daarvan eigenaar is, de kosten van de materiële instandhouding, bedoeld in artikel 93, tweede lid, voor zover het betreft de vaste kosten;

d. de gemeente de kosten van de materiële instandhouding, bedoeld in artikel 93, tweede lid, voor zover het betreft de variabele kosten. De gemeente draagt deze vergoeding over aan het bevoegd gezag van een bijzondere school en het bevoegd gezag van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 63b, tweede lid, toepassing heeft gevonden, indien dat eigenaar is van een voorziening in de huisvesting ten behoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening.

V

In artikel I, onderdeel L, wordt artikel 100, vijfde lid, vervangen door:

5. Grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 92, zijn de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt. Om voor vergoeding van een wijziging in de huisvesting in enig jaar, volgend op die wijziging, in aanmerking te komen, dient een wijziging in de huisvesting te zijn gemeld voor 1 november van het jaar dat aan dat vergoedingsjaar voorafgaat. In afwijking van de eerste volzin zijn voor nieuwe scholen voor de periode van 1 augustus tot 1 januari, volgend op de opening, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober in die periode grondslag voor de vergoeding. Eveneens in afwijking van de eerste volzin zijn gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van de bekostiging van een school grondslag voor de vergoeding, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 maart van het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, indien in de periode tussen 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, en 1 maart daaropvolgend, aanspraak bestond op verhoging van de formatie ingevolge artikel 12 van het Formatiebesluit WBO 1992.

VI

In artikel I, onderdeel L, vervallen het zesde tot en met negende lid van artikel 100.

VII

In artikel I, onderdeel M, wordt artikel 101, tweede lid, vervangen door:

2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden gedaan door het bevoegd gezag van een bijzondere school en het bevoegd gezag van een openbare nevenvestiging ten aanzien waarvan artikel 63b, tweede lid, toepassing heeft gevonden en dat eigenaar is van een schoolgebouw dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, voor zover het betreft de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder a, betrekking hebben, en door het bevoegd gezag voor zover het betreft de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b, betrekking hebben.

VIII

In artikel I, onderdeel O, punt 3, wordt «bedoeld in artikel 93, eerste lid onder e» vervangen door: bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b 2°.

IX

Artikel I, onderdeel P, wordt vervangen door:

P

1. In artikel 105e, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b 4°» vervangen door: bedoeld in artikel 93, eerste lid onder b 2°.

2. In artikel 105e, derde lid, wordt «gebouwafhankelijke eisen» vervangen door: gebouwafhankelijke programma's van eisen.

X

Artikel II, onderdeel G, wordt vervangen door:

G

Artikel 90 komt te luiden:

Artikel 90. Onderverdeling programma's van eisen

1. De programma's van eisen, bedoeld in artikel 89, derde lid onder a, worden onderverdeeld in:

a. gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent:

1°. onderhoud,

2°. energie- en waterverbruik, en

3°. publiekrechtelijke heffingen, met uitzondering van de belastingen ter zake van onroerende zaken, en

b. niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent:

1°. middelen, en

2°. administratie, beheer en bestuur.

2. De programma's van eisen, bedoeld in artikel 89, derde lid onder b en c, worden onderverdeeld in:

a. gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent de voorzieningen zoals onderscheiden in het eerste lid onder a;

b. niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen omtrent middelen voor zover het betreft onderhoud, vervanging en vernieuwing van onderwijsleerpakket en onderhoud meubilair.

3. Bij de programma's van eisen, bedoeld in het tweede lid, wordt onderscheid gemaakt in vaste en variabele kosten.

XI

Artikel II, onderdeel Ga, vervalt.

XII

Artikel II, onderdeel H, wordt vervangen door:

H

Artikel 93 komt te luiden:

Artikel 93. Materiële instandhouding door eigenaar of bevoegd gezag

1. Het bevoegd gezag dat eigenaar is van een schoolgebouw, dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, zorgt voor het deel van de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder a, betrekking hebben. Het bevoegd gezag kan met burgemeester en wethouders overeenkomen:

a. dat de gemeente het in de vorige volzin bedoelde deel van de materiële instandhouding geheel of gedeeltelijk verzorgt, indien het bevoegd gezag eigenaar is van een schoolgebouw, of

b. dat het bevoegd gezag het in de vorige volzin bedoelde deel van de materiële instandhouding geheel of gedeeltelijk verzorgt, indien de gemeente eigenaar is van een schoolgebouw.

2. Het bevoegd gezag zorgt voor het deel van de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b, betrekking hebben.

XIII

In artikel II, onderdeel K, wordt punt 3 vervangen door:

3. Aan artikel 95 worden na het achtste lid een nieuw negende en tiende lid toegevoegd, luidende:

9. Grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 88j, vijfde lid, zijn de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt. Om voor vergoeding van een wijziging in de huisvesting in enig jaar, volgend op die wijziging, in aanmerking te komen, dient een wijziging in de huisvesting te zijn gemeld voor 1 november van het jaar dat aan dat vergoedingsjaar voorafgaat. In afwijking van de eerste volzin zijn voor zover het betreft de voorzieningen, bedoeld in artikel 88j, vijfde lid, onder b en d, voor nieuwe scholen voor de periode van 1 augustus tot 1 januari, volgend op de opening, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober in die periode grondslag voor de vergoeding. Eveneens in afwijking van de eerste volzin zijn gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van de bekostiging van een school grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 88j, vijfde lid, onder b en d, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 maart van het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, indien in de periode tussen 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, en 1 maart daaropvolgend aanspraak bestond op verhoging van de formatie ingevolge de artikelen 8 en 9 van het Formatiebesluit ISOVSO 1992.

10. Binnen 4 weken na een wijziging in de huisvesting van een bijzondere school doet het bevoegd gezag daarvan opgave aan de gemeente. Binnen 4 weken na ontvangst van de opgave van de wijzigingen, verstrekken burgemeester en wethouders de desbetreffende gegevens aan Onze minister. Binnen 4 weken na een wijziging in de huisvesting van een openbare school doen burgemeester en wethouders daarvan opgave aan Onze minister. Indien de opgave, bedoeld in de eerste, tweede of derde volzin, niet binnen de genoemde termijn is gedaan, vindt voor elke maand of deel van de maand, dat de opgave niet is gedaan, een korting met 2% plaats op de rijksvergoeding voor de desbetreffende voorziening over het jaar waarin de voorziening voor de eerste maal wordt bekostigd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat wordt verstaan onder een wijziging in de huisvesting.

XIV

In artikel II, onderdeel L, wordt artikel 97, eerste lid, vervangen door:

1. Behoudens het tweede en derde lid, vergoedt het Rijk jaarlijks aan:

a. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een schoolgebouw, dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, de kosten van het deel van de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder a, betrekking hebben;

b. het bevoegd gezag de kosten van het deel van de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b, betrekking hebben;

c. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een voorziening in de huisvesting ten behoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening, de kosten van de materiële instandhouding, bedoeld in artikel 90, tweede lid, voor zover het betreft de vaste kosten;

d. de gemeente de kosten van de materiële instandhouding, bedoeld in artikel 90, tweede lid, voor zover het betreft de variabele kosten. De gemeente draagt deze vergoeding over aan het bevoegd gezag indien dat eigenaar is van een voorziening in de huisvesting ten behoeve van het onderwijs in lichamelijke oefening;

e. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een schoolbad gesticht met inachtneming van de voor het buitengewoon lager onderwijs of voor het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs geldende bepalingen en dat voor vergoeding door het Rijk ten behoeve van het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs in aanmerking komt, dan wel de gemeente die eigenaar is van zo'n bad, kosten van de materiële instandhouding van dit bad;

f. het bevoegd gezag de kosten van de materiële instandhouding van een schoolbad dat niet is gesticht met inachtneming van de voor het buitengewoon lager onderwijs of voor het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs geldende bepalingen en waarvan de stichtingskosten volledig door het Rijk worden vergoed dan wel zijn vergoed;

g. het bevoegd gezag dat eigenaar is van een tuinbouwkas, dan wel de gemeente die eigenaar is van een tuinbouwkas, de kosten van de materiële instandhouding met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, tweede lid, onder b;

h. het bevoegd gezag het deel van de kosten van de materiële instandhouding van een tuinbouwkas dat betrekking heeft op de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, tweede lid onder b.

XV

In artikel II, onderdeel L, wordt artikel 97, vijfde lid, vervangen door:

5. Grondslag voor de vergoeding van de uitgaven voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 89, zijn de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt. Om voor vergoeding van een wijziging in de huisvesting in enig jaar, volgend op die wijziging, in aanmerking te komen, dient een wijziging in de huisvesting te zijn gemeld voor 1 november van het jaar dat aan dat vergoedingsjaar voorafgaat. In afwijking van de eerste volzin zijn voor nieuwe scholen voor de periode van 1 augustus tot 1 januari, volgend op de opening, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 oktober in die periode grondslag voor de vergoeding. Eveneens in afwijking van de eerste volzin zijn gedurende de eerste drie jaar na de aanvang van de bekostiging van een school grondslag voor de vergoeding, de huisvesting en het aantal leerlingen op 1 maart van het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, indien in de periode tussen 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding plaatsvindt, en 1 maart daaropvolgend, aanspraak bestond op verhoging van de formatie ingevolge de artikelen 8 en 9 van het Formatiebesluit ISOVSO 1992.

XVI

In artikel II, onderdeel L, vervallen het zesde tot en met twaalfde lid van artikel 97.

XVII

In artikel II, onderdeel M, wordt artikel 98, tweede lid, vervangen door:

2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden gedaan door het bevoegd gezag dat eigenaar is van een schoolgebouw dan wel de gemeente die eigenaar is van een schoolgebouw, voor zover het betreft de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder a, betrekking hebben, en door het bevoegd gezag voor zover het betreft de materiële instandhouding waarop de niet-gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b, betrekking hebben.

XVIII

In artikel I, onderdeel O, punt 3, wordt «bedoeld in artikel 90, eerste lid onder e» vervangen door: bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b 2°.

XIX

Artikel I, onderdeel P, wordt vervangen door:

P

1. In artikel 102e, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b 4°» vervangen door: bedoeld in artikel 90, eerste lid onder b 2°.

2. In artikel 102e, derde lid, wordt «gebouwafhankelijke eisen» vervangen door: gebouwafhankelijke programma's van eisen.

XX

Artikel III, tweede lid, wordt vervangen door:

2. Indien in het geval, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, de vergoeding voor de kosten van de materiële instandhouding waarop de gebouwafhankelijke programma's van eisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid, onderdeel a ten 1°, van de Wet op het basisonderwijs onderscheidenlijk artikel 90, eerste lid, onderdeel a ten 1°, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, betrekking hebben, door het Rijk is verstrekt aan het bevoegd gezag dat geen eigenaar is van een schoolgebouw, draagt dat bevoegd gezag die vergoeding, onder aftrek van de reeds bestede gelden, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet over aan de eigenaar van het schoolgebouw.

Toelichting

De amendementen strekken ertoe de gebouwafhankelijkheid in de programma's van eisen voor materiële instandhouding op te nemen.

Koekkoek

Van der Vlies

Naar boven