23 594 (R 1496)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap

nr. 25
MOTIE VAN HET LID VERHAGEN

Voorgesteld 23 januari 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er rechten en plichten zijn verbonden aan het Nederlanderschap;

overwegende, dat bij de voorgestelde toets in het kader van de aanvraag tot naturalisatie wel de spreek- maar niet de leesvaardigheid van de aanvrager wordt getoetst;

overwegende, dat het functioneren van de naturalisatietoets na anderhalf jaar zal worden geëvalueerd;

verzoekt de regering bij de evaluatie expliciet te betrekken of het niet beschikken over leesvaardigheid ertoe leidt dat onvoldoende gebruik gemaakt kan worden van de rechten die verbonden zijn aan het Nederlanderschap,

en gaat over tot de orde van de dag.

Verhagen

Naar boven