23 584
Goedkeuring van het op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Protocol betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 en van de eveneens op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst tot uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990, beide gewijzigd bij de Protocollen, respectievelijk de Overeenkomsten van 27 november 1990 en 25 juni 1991 betreffende de toetreding van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 15 augustus 1997

Ten vervolge op de brief van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 30 mei 1997 inzake de goedkeuring van de toetredingsverdragen van Griekenland tot Schengen (Tweede Kamer, 23 584, nr. 8) en onder verwijzing naar het wetgevingsoverleg van 25 juni jl. met de Vaste Commissie voor Justitie, vraag ik, mede namens de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, gaarne uw aandacht voor het volgende.

Het Griekse parlement heeft op 11 juni jl. de toetredingsverdragen van Griekenland tot Schengen goedgekeurd. Naar verwachting zal het Franse parlement overgaan tot goedkeuring van de toetredingsverdragen na het zomerreces. Nederland zal dan de enige Schengen-lidstaat zijn die de parlementaire goedkeuringsprocedure nog moet afronden. Aan het Uitvoerend Comité zal op 7 oktober a.s. een ontwerpbesluit worden voorgelegd dat inwerkingstelling van de Uitvoeringsovereenkomst mogelijk maakt voor Italië per 26 oktober 1997 en voor Griekenland en Oostenrijk per 1 december 1997. Nederland zal ongetwijfeld onder druk komen te staan indien zou blijken dat het als enige Schengen-lidstaat de parlementaire goedkeuringsprocedure niet heeft afgerond, waardoor niet aan de voorwaarden voor inwerkingstelling zal zijn voldaan.

Op grond van het voorgaande zou ik het zeer op prijs stellen indien de plenaire behandeling betreffende de goedkeuringsverdragen niet later dan 9 september a.s. plaats zal kunnen vinden, waardoor bij een positieve uitkomst, een tijdige afronding van de ratificatieprocedure nog mogelijk is.

Ten behoeve van deze behandeling zal nadere informatie U nog toegaan.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Naar boven