23 584
Goedkeuring van het op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Protocol betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 en van de eveneens op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst tot uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990, beide gewijzigd bij de Protocollen, respectievelijk de Overeenkomsten van 27 november 1990 en 25 juni 1991 betreffende de toetreding van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 20 mei 1997

Onder verwijzing naar mijn brieven van 13 januari, 19 februari en 18 april 1997 inzake het wetsvoorstel houdende de goedkeuring van de toetredingsverdragen van Griekenland tot Schengen (Tweede Kamer, 19 326, nr. 157, en 23 584, nrs. 6 en 7), alsmede de brief terzake van de Griffier van de Vaste Kamercommissie voor Justitie van 24 april jl., kan ik U met het oog op de procedurevergadering van laatstgenoemde Commissie van 21 mei a.s., mede namens de Minister en de Staatssecretaris van Justitie, als volgt informeren.

Ten aanzien van de ratificatie door Griekenland zelf kan het volgende worden opgemerkt.

Het gewijzigde ontwerp-wetsvoorstel tot goedkeuring van de Schengen-verdragen is op maandag 19 mei jl. bij het Griekse parlement ingediend. Het ontwerp komt nu eerst aan de orde in de Parlementscommissie voor Schengen. Die Commissie rondt de behandeling af met een stemming. Vervolgens gaat het wetsontwerp naar de plenaire vergadering, die er eveneens hoofdelijk over zal stemmen.

De Griekse regering streeft ernaar om de stemming in de plenaire vergadering voor eind mei te doen plaatshebben. Het parlement regelt evenwel zelf zijn werkzaamheden. Daarom is het mogelijk dat deze (finale) stemming later plaatsvindt. Het Griekse Ministerie van Buitenlandse Zaken verwacht dat de goedkeuringsprocedure Schengen in ieder geval niet later dan medio juni zal zijn afgerond.

Ten aanzien van de Griekse privacywetgeving zij opgemerkt, dat deze door het Griekse parlement op 18 maart 1997 is goedgekeurd en op 10 april jl. is gepubliceerd in het Griekse Staatsblad. Deze wetgeving staat voorts geagendeerd voor de vergadering van de Schengen Gemeenschappelijke Controle-autoriteit (GCA) van 22 mei 1997. De GCA heeft, zoals onlangs is gebleken, ten aanzien van Italië met tevredenheid kennis genomen van de totstandkoming van de privacywetgeving aldaar zonder zich uit te spreken over de kwaliteit van deze wetgeving. Derhalve valt niet te verwachten, dat de GCA zich thans wel zal uitspreken over de kwaliteit van de Griekse privacywetgeving. Indien de GCA toch aanleiding ziet tot het maken van bepaalde opmerkingen over deze wetgeving, zal ik U terstond informeren.

In het licht van het bovenstaande zou ik U gaarne verzoeken op korte termijn de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel inzake de goedkeuring van de toetredingsverdragen van Griekenland tot Schengen te hervatten. Dit mede om te voorkomen, dat het niet hervatten een rol gaat spelen bij de afronding van de IGC, waar – zoals bekend – de integratie van de Schengen-samenwerking in de EU een belangrijk onderwerp vormt.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

M. Patijn

Naar boven