23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 449 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2018

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Buitenweg (Handelingen II 2017/18, nr. 80, Regeling van Werkzaamheden), informeert het kabinet uw Kamer over de ontwikkelingen aan de Gazaanse grens en de Nederlandse en Europese inzet.

Op 30 maart jl. begonnen de Palestijnen in Gaza met wekelijkse demonstraties op vrijdag, onder de noemer van «The Great March for Return». Deze demonstraties hadden enerzijds het doel aandacht te vragen voor de rechten van Palestijnse vluchtelingen, en anderzijds de druk op Israël op te voeren om de uitzichtloze situatie in Gaza te verlichten.

De demonstraties zijn georganiseerd door een brede groep, bestaande uit vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen en individuele Gazanen. De protesten vonden plaats bij verschillende locaties langs de grensbarrière met Israël. Aan de protesten namen vele duizenden Gazaanse burgers deel, uit alle lagen van de bevolking. Dit toont de groeiende wanhoop en uitzichtloosheid bij de mensen in Gaza.

Voorafgaand aan 30 maart waarschuwde Israël dat het Israëlische leger met scherp zou schieten op personen die te dicht bij deze barrière zouden komen. Als gevolg van het Israëlische optreden zijn bij de verschillende demonstraties die sinds 30 maart hebben plaatsgevonden, volgens de VN 97 doden gevallen en meer dan 12.000 gewonden, waarvan 3.598 door scherpe munitie. Onder de slachtoffers bevinden zich leden van Hamas en andere terroristische groepen, maar ook minderjarigen, journalisten en medische hulpverleners.

Israël stelt uit zelfverdediging gehandeld te hebben. De Palestijnen stellen dat het vreedzame demonstraties betreft en dat Israël zich schuldig zou maken aan excessief geweld tegen ongewapende demonstranten, ook tegen mensen die ver weg van de barrière bleven of geen bedreiging vormden.

Israël wijst in reactie hierop op de aanwezigheid van leden van terroristische organisaties onder de demonstranten, de pogingen om explosieven te plaatsen bij de barrière, de incidenten waarbij geschoten zou zijn vanuit Gaza en ten minste vier pogingen waarbij Gazanen door de barrière wisten te dringen en Israël binnen konden komen. Bovendien wijst Israël op de opruiende retoriek van Hamas-leiders die mensen oproepen de barrière te bestormen en geweld te gebruiken tegen Israëliërs.

Op basis van het bezettingsrecht, dat onderdeel uitmaakt van het humanitair oorlogsrecht, is Israël als bezettende mogendheid verplicht de openbare orde en het openbare leven in het bezette gebied zo veel als mogelijk te herstellen en te verzekeren. Dit sluit de mogelijkheid van geweldgebruik niet uit, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit. Tegelijkertijd dragen ook de organisatoren van de demonstraties verantwoordelijkheid voor de veiligheid van demonstrerende burgers. Zij mogen niet als menselijk schild worden gebruikt.

Inzet kabinet

Het kabinet is diep bezorgd over het hoge aantal slachtoffers en het vele geweld dat gebruikt is de afgelopen weken. De inzet van het kabinet is er op gericht om het geweld zo snel mogelijk te stoppen en verdere slachtoffers te voorkomen.

Sinds de demonstraties zijn aangekondigd heeft Nederland meermaals bij de Israëlische en Palestijnse autoriteiten, zowel in Den Haag als in Jeruzalem en Ramallah, de zorgen over een mogelijke escalatie en slachtoffers uitgesproken en bij beide partijen aangedrongen op de noodzakelijke stappen om slachtoffers en verder geweld te voorkomen. In deze gesprekken is richting Israël herhaald dat het gebruik van geweld te allen tijde proportioneel en noodzakelijk moet zijn en onderstreept dat scherpe munitie een middel is dat alleen in uiterste gevallen zou moeten worden toegepast. Het hoge aantal slachtoffers roept de vraag op of het Israëlische optreden altijd proportioneel is geweest. Daarom heeft Nederland, net als veel andere landen, de EU en de VN, Israël gemaand alle incidenten waarbij slachtoffers zijn gevallen te onderzoeken overeenkomstig internationale standaarden. Dat wil zeggen dat het onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen moet zijn. Nederland zal het interne onderzoek dat gestart is door het Israëlische leger naar gevallen waarbij slachtoffers zijn gevallen nauwgezet volgen.

In de gesprekken met de Palestijnse vertegenwoordigers is erop aangedrongen dat zij doen wat in hun macht ligt om de spanningen te verminderen, bijvoorbeeld door op te roepen tot handhaven van het vreedzame karakter van de demonstraties en het veroordelen van het gebruik van geweld.

Tevens heeft Nederland van beide partijen gevraagd af te zien van opruiende retoriek of provocaties. Het kabinet benadrukt dat de focus op de-escalatie en stabilisatie niet alleen op de korte termijn liggen, maar dat ook een oplossing voor de lange termijn in ogenschouw moet worden genomen. Om de leefomstandigheden in Gaza te verbeteren is een gecombineerde aanpak van humanitaire hulp, economische ontwikkeling en verbetering van de infrastructuur noodzakelijk. Nederland dringt dan ook aan op de terugkeer van de Palestijnse Autoriteit als legitiem gezag als langdurige oplossing voor de structurele problemen in Gaza. Tevens dringt Nederland er bij Israel op aan de toegang van goederen van en naar Gaza te verruimen waardoor de basisvoorzieningen kunnen worden verbeterd en waarmee de economie kan worden gestimuleerd.

Nederland heeft in de diverse zittingen van de Veiligheidsraad over het Midden-Oosten Vredesproces en de situatie in Gaza bovenstaande boodschappen uitgedragen. Zo ook gisteren, 14 mei, tijdens een spoedzitting in de Veiligheidsraad. Nederland drong erop aan dat alle partijen afzien van opruiende retoriek of provocaties. Nederland heeft aansluitend op de spoedzitting, samen met de andere EU lidstaten die lid zijn van de Veiligheidsraad, plus Italië met wie Nederland de termijn deelt en de kandidaatsleden Duitsland en België een gezamenlijk verklaring afgelegd.

Europese inzet

Nog voordat de demonstraties begonnen, heeft de EU het initiatief genomen om een aantal structurele onderliggende problemen in Gaza in breder internationaal verband aan te pakken. Bijvoorbeeld door het organiseren van een extra Ad Hoc Liaison Committee (AHLC) in januari, waaraan mijn voorganger deelnam, gevolgd door een hoog-ambtelijke AHLC over Gaza. De EU heeft, net als Nederland, deelgenomen aan het overleg in Washington begin maart tussen diverse landen over Gaza, waarbij de inzet was verschillende projecten gericht op verbeteren van de leefomstandigheden in Gaza op de korte, middellange en lange termijn meer te coördineren. Nederland verwelkomt het initiatief van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU (EUHV), evenals haar streven om in samenwerking met de andere Kwartetpartners de negatieve spiraal te doorbreken. Samenwerking tussen de EU en andere Kwartetpartners is hiervoor noodzakelijk. De EU kan, juist nu de relaties tussen de Verenigde Staten en de Palestijnse Autoriteit zo bekoeld zijn, een positieve bijdrage spelen. Het kabinet steunt de EUHV in deze inzet om de EU eensgezind te laten optreden, waarbij de EU-parameters zoals meermaals vastgelegd in Raadsconclusies, de laatste keer in 22 juli 2014, en het internationaal recht leidend zijn.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven