23 259
Voorstel van wet van het lid Van Boxtel houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

nr. 45
ZESDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 1996

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien de pensioenvoorziening keuzemogelijkheden biedt voor een individuele deelnemer kan, in afwijking van de eerste volzin, indien het een deelnemer betreft met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die een wijziging wenst ten aanzien van een eerder gemaakte keuze, wel een keuring plaatsvinden.

B

Artikel 4, vijfde lid, wordt vervangen door:

5. Voorzover sprake is van een arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt vindt geen keuring plaats in verband met een door de werkgever te sluiten of gesloten verzekering ter dekking van het risico van doorbetaling van loon als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of van de betaling van arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 75a van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.

C

Aan artikel 4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

6. Geen uitsluiting of vermindering van rechten op grond van ziekten, aandoeningen of gebreken wordt bedongen door de verzekeraar bij de deelneming aan een voorziening als bedoeld in het derde lid en bij het aangaan of wijzigen van een verzekering als bedoeld in het vierde en vijfde lid, voorzover ingevolge deze leden een keuringsverbod geldt.

D

Artikel 5b wordt als volgt gewijzigd:

A. In de eerste volzin wordt «bepalen» vervangen door: bij ministeriële regeling bepalen.

B. Een tweede volzin wordt toegevoegd, luidende: Het ontwerp van een ministeriële regeling als bedoeld in de eerste volzin wordt ten minste vier weken voordat de regeling wordt vastgesteld, toegezonden aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Toelichting

A

In pensioenregelingen zullen in toenemende mate individuele keuzemogelijkheden worden geboden voor deelnemers. Mevrouw Dankers van de CDA-fractie heeft tijdens de tweede termijn van de plenaire behandeling terecht aandacht hiervoor gevraagd. Zo is het denkbaar dat de pensioenregeling collectief voor alle deelnemers voorziet in alleen een ouderdoms- en arbeidsongeschiktheidspensioen. De regeling biedt de deelnemers die in hun individuele leefsituatie behoefte hebben aan dekking van het overlijdensrisico de mogelijkheid om voor eigen rekening een nabestaandenpensioen te verzekeren.

Naarmate de flexibiliteit in de regeling groter is en de deelnemer meer vrijheid heeft om op een gegeven moment gedurende zijn deelnemerschap in de pensioenregeling te kiezen voor een bepaald verzekeringspakket is de positie van de betrokkene meer vergelijkbaar met iemand die een verzekering in de privésfeer wil sluiten.

Het ligt in de rede in beide situaties dezelfde regels met betrekking tot keuringen van toepassing te laten zijn. Voorwaarde is wel dat de betrokken deelnemer een vast dienstverband heeft voor onbepaalde tijd zodat er, als er op basis van artikel 3, 5, 5a en 5b de mogelijkheid tot keuring bestaat, deze keuringsinformatie niet als een verkapte aanstellingskeuring kan worden gebruikt.

Tevens moet er sprake zijn van een wijziging van een eerder – meestal bij toetreding in de pensioenregeling – gemaakte keuze. Immers, juist in dat geval kan niet worden uitgesloten dat die wijziging verband houdt met een verandering ten aanzien van de eigen inschatting van risico's. Anders gezegd, er bestaat meer kans op zelfselectie.

Ter illustratie kunnen de volgende voorbeelden dienen:

Een deelnemer kiest bij toetreding tot de pensioenregeling voor een hoger ouderdomspensioen in plaats van een nabestaandenpensioen. Indien hij later alsnog een nabestaandenpensioen wil, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een ernstige ziekte, betreft het een wijziging van een eerder gemaakte keuze, zowel als het nabestaandenpensioen voor eigen rekening naast het hogere ouderdomspensioen wordt verzekerd, als wanneer de verhoging van het ouderdomspensioen «ingeruild» wordt voor een nabestaandenpensioen.

Ook indien de werknemer bij opneming in een regeling met dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico op vrijwillige basis voor eigen rekening geen (expliciete) keuze heeft gemaakt voor dat arbeidsongeschiktheidspensioen, betekent een later verzoek van de deelnemer om toch te voorzien in arbeidsongeschiktheidspensioen dat er sprake is van een wijziging van de gemaakte keuze. Met andere woorden, het besluit om af te zien van een bepaalde pensioensoort wordt eveneens als een keuze beschouwd.

Het is van belang een onderscheid te maken tussen de hiervoor beschreven situaties waarin sprake is van het wijzigen van een eerder gemaakte keuze en de situatie dat er ten tijde van de toetreding van de deelnemer geen keuzemogelijkheden bestonden, maar die later alsnog worden ingevoerd. Indien sprake is van het voor de eerste maal besluiten om al dan niet gebruik te maken van de keuzemogelijkheid, geldt het algemene keuringsverbod van artikel 4, derde lid, van het wetsvoorstel.

Denkbaar is ook de situatie dat de werknemer, nadat hij enige tijd in de pensioenregeling heeft deelgenomen, binnen het kader van de pensioenregeling gebruik maakt van de mogelijkheid om voor eigen rekening tekorten in zijn pensioenopbouw over het verleden aan te vullen. Ook dan is geen sprake van een wijziging van een eerder gemaakte keuze.

B

Met de nieuwe redactie van dit lid wordt beoogd dat het in dit artikellid opgenomen keuringsverbod niet van toepassing is op directeuren grootaandeelhouders.

C

Met het nieuw toegevoegde zesde lid wordt voorkomen dat in het kader van pensioenvoorzieningen of andere verzekeringen waarvoor een keuringsverbod geldt het risico van bepaalde ziekten, gebreken of aandoeningen door de verzekeraar of door het pensioenfonds van de dekking wordt uitgesloten. Ter illustratie het volgende: als de werkgever bepaalde risico's voor eigen rekening wil en mag nemen en de overige risico's wil onderbrengen bij een verzekeraar, heeft hij uiteraard die vrijheid. Het mag echter niet zo zijn dat als de werkgever een bepaald risico wil onderbrengen bij een verzekeraar, deze verzekeraar daaraan voorwaarden stelt in de vorm van uitsluitingen zoals bedoeld in dit lid. Ook mogen rechten op uitkering voor deze aspecten niet worden verminderd. Met het gebruik van dergelijke uitsluitingsclausules zou immers voorbijgegaan worden aan de met de keuringsverboden beoogde doelstelling, namelijk de toegankelijkheid van deze collectieve voorzieningen en verzekeringen voor mensen met gezondheidsproblemen. Het betreft hier specifiek aangeduide ziekten, aandoeningen of gebreken (zoals suikerziekte), maar ook niet-nader-aangeduide ziekten, aandoeningen of gebreken aan bepaalde lichaamsdelen of organen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan eventuele, en het maakt niet uit welke, ziekte, aandoening of gebrek aan rug of knieën bij mensen die in de bouw werkzaam zijn. Voor verzekeraars blijft evenwel de mogelijkheid bestaan om verzekeringen niet aan te bieden of in hun premiestelling rekening te houden met eventuele verhoogde risico's, als zij daar een gerechtvaardigde aanleiding toe hebben (bijvoorbeeld op basis van het ondernemingsbeleid, of op basis van verzuim- of arbeidsongeschiktheidscijfers). Het toegevoegde zesde lid aan artikel 4 is in overleg tussen de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de initiatiefnemer tot stand gekomen.

D

Tijdens de tweede termijn heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesuggereerd om aan artikel 5b een bepaling te verbinden dat de ministeriële regeling niet van kracht wordt voordat vier weken zijn verstreken nadat de regeling aan de Tweede Kamer bekend is gemaakt. Zij achtte dit goed in verband met de lading die kan worden gegeven aan het begrip «dringend algemeen belang» en er is dan gelegenheid voor de Kamer om zich daarover een oordeel te vormen. Ik onderschrijf dit belang en wil hierbij dan ook de suggestie van de Minister van harte overnemen.

Van Boxtel

Naar boven