nr. 27
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN VAN HEEMST EN VERHAGEN
TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 13
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
I
In artikel I, onderdeel C, vervalt in artikel 15c, eerste lid, de zinsnede:
de uitlening plaatsvindt niet eerder dan zes maanden nadat het werk door de
rechthebbende of met zijn toestemming voor de eerste maal in Nederland in
het verkeer is gebracht en.
II
In artikel I, onderdeel C, vervalt het tweede lid van artikel 15c.
III
In artikel I, onderdeel C, vervallen in het derde lid van artikel 15c
de woorden: en tweede.
IV
In artikel I, onderdeel C, vervallen in het vierde lid van artikel 15c
de woorden: en tweede.
V
In artikel I, onderdeel C, vervallen in het vijfde lid van artikel 15c
de woorden: en tweede.
VI
In artikel I, onderdeel C, vervalt in artikel 15d telkens de woorden:
en tweede.
VII
In artikel I, onderdeel C, vervallen in artikel 15e de woorden: en tweede.
VIII
In artikel I, onderdeel C, vervallen in artikel 15g de woorden: en tweede.
IX
In artikel II, onderdeel C, vervalt in artikel 2, derde lid de zinsnede:
de uitlening plaatsvindt niet eerder dan zes maanden nadat de opname of de
reproduktie door de houder van het uitsluitend recht of met zijn toestemming
in Nederland in het verkeer is gebracht en.
X
In artikel II, onderdeel E, vervalt in artikel 6, derde lid de zinsnede:
de uitlening plaatsvindt niet eerder dan zes maanden nadat het fonogram of
de reproduktie door de houder van het uitsluitend recht of met zijn toestemming
in Nederland in het verkeer is gebracht en.
XI
In artikel II, onderdeel F, vervalt in artikel 7a, derde lid de zinsnede:
de uitlening plaatsvindt niet eerder dan zes maanden nadat de eerste vastlegging
of de reproduktie door de houder van het uitsluitend recht of met zijn toestemming
in Nederland in het verkeer is gebracht en.
XII
In artikel II, onderdeel G, vervalt in artikel 8, derde lid de zinsnede:
de uitlening plaatsvindt niet eerder dan zes maanden nadat de opname of de
reproduktie door de houder van het uitsluitend recht of met zijn toestemming
in Nederland in het verkeer is gebracht en.
XIII
In artikel III vervalt het derde lid.
Toelichting
Dit amendement beoogt de in het wetsvoorstel voorgestelde window-periode
te schrappen. Deze door de regering voorgestelde gecompliceerde constructie
is niet noodzakelijk om het beoogde doel van de regeling, nl. het verzilveren
van de actualiteitswaarde van een werk, te bereiken. Rechthebbenden en betalingsplichtigen
kunnen in de onderhandelingsstichting – als bedoeld in het voorgestelde
artikel 15d – een gedifferentieerde prijs voor een werk afspreken. Op
deze wijze kunnen partijen een op het betreffende werk toegesneden prijs en
periode afspreken.
De wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke amendementen (stuk
nr. 13) zijn noodzakelijk geworden door de derde nota van wijziging (stuk
nr. 22); zij bevatten geen inhoudelijke wijziging en zijn louter technisch
van aard.
Van Heemst
Verhagen