23 235 Thuiszorg en wijkverpleging

Nr. 210 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2020

Zoals toegezegd bij de begrotingsbehandeling ontvangt u hierbij de resultaten van een kwalitatief onderzoek naar de onderschrijdingen in het financieel kader wijkverpleging1. Dit onderzoek is uitgevoerd tijdens de eerste weken van de coronacrisis. De resultaten zien derhalve op de periode voor de crisis.

Samen met de partijen van het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging heeft bureau Equalis onderzoek gedaan naar de steeds verder oplopende onderschrijding in de afgelopen jaren. Het betreft een kwalitatief onderzoek waarin gezocht is naar verklaringen voor deze onderschrijdingen alsmede de vraag of de onderschrijdingen gevolgen hebben gehad voor de toegankelijkheid van zorg. De onderzoekers hebben geen harde conclusies kunnen trekken om de toenemende kwantitatieve ruimte tussen kader en feitelijke uitgaven te verklaren.

Het onderzoek laat zien dat cliënten de zorg krijgen die zij nodig hebben. Het aantal cliëntenstops ten gevolge van een personeelstekort is wel toegenomen tussen 2018 en 2019, maar dit heeft niet geleid tot een significant lager aantal uren zorg of het ontstaan van wachtlijsten. Wel neemt de zoektijd toe. De verwachting is dat personeelstekort nijpender zal worden naar de toekomst toe. Hierbij speelt de groei van niet-gecontracteerde zorg en het aandeel ZZP-ers ook een rol. De onderzoekers constateren dat het voor specifieke cliëntgroepen lastig kan zijn om de benodigde zorg te vinden. Ook is sprake van regionale verschillen.

De onderzoekers constateren tevens dat er geen duidelijke verdringing naar andere sectoren (Wmo en Wlz) heeft plaatsgevonden. Het beleid van zorgverzekeraars heeft wel effect gehad op het zorgaanbod. Er wordt beter gekeken naar welke zorg waar thuishoort (rechtmatigheid) en is er meer aandacht is voor het «zorgen dat» de juiste zorg op de juiste plek wordt verleend. Hierbij wordt ook meer gekeken naar de zelfredzaamheid van mensen. Het verminderen van de zorgval – dat wil zeggen een lager het aantal uren verzekerde zorg bij de overgang tussen wijkverpleging en Wlz-thuis – kan enig effect hebben gehad.

Eerder liet ik u op basis van de uitgaven tot en met september 2018 weten dat de inschatting was dat de onderschrijding in 2018 naar het eind van het jaar zou oplopen naar € 190 mln. Inmiddels heb ik met partijen van het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging geconstateerd dat in de afgelopen jaren het overeengekomen HLA-kader wijkverpleging in toenemende mate werd onderschreden (€ 132 mln in 2017, € 235 mln in 2018 en € 440 mln in 2019) en dat deze oploop in de onderschrijding zich in 2020 lijkt voort te zetten (inschatting: circa € 540 mln in 2020).

Ik acht het daarom verantwoord om via een ramingsbijstelling € 340 mln van deze onderschrijding in de wijkverpleging structureel in te zetten voor (grotendeels) de hogere geraamde uitgaven aan de Wlz. HLA partijen vinden de timing (midden in de coronacrisis) ongelukkig en de omvang van de bijstelling groot. Daarnaast benadrukken zij het belang van een toereikend meerjarig financieel kader wijkverpleging. De in de HLA overeengekomen volumegroei van de uitgaven blijft onverkort van kracht (jaarlijks 2,4% ofwel ca € 100 mln), evenals de loon- en prijsbijstelling van ongeveer € 100 mln per jaar. Hierdoor blijft er ruimte om te blijven investeren in (de groei van) de wijkverpleging. Ik heb tevens met ingang van 2020 een bedrag van € 60 mln per jaar gereserveerd voor een nog op te zetten regeling voor investeringen in de wijkverpleging. De regeling zal op korte termijn in samenspraak met de HLA partijen worden uitgewerkt.

Ik heb met de HLA partijen aanvullende afspraken gemaakt over deze ramingsbijstelling. Dit betreft onder meer dat de ramingsbijstelling de inhoudelijke afspraken van het HLA ook in de toekomst niet in de weg mag zitten. De beweging van de juiste zorg naar de juiste plek, het belang van hogere kwaliteit en professionaliteit en de vermindering van regeldruk zijn onverminderd van belang, juist ook tegen de achtergrond van een toenemende zorgvraag door de vergrijzing. Het effect van de coronacrisis zelf en het terugschalen van de zorg laat zich moeilijk voorspellen en dit bemoeilijkt een goede beoordeling van het effect van de ramingsbijstelling. Uiterlijk vindt in februari 2021 een gezamenlijke beoordeling van beide effecten plaats. De afspraken worden uitgevoerd en gemonitord en periodiek tijdens het bestuurlijk overleg wijkverpleging besproken in combinatie met de uitvoering van de HLA-afspraken, de afspraken over het toekomstperspectief wijkverpleging, het kwaliteitskader wijkverpleging en de bekostiging van de wijkverpleging.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven