Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2020
Zoals toegezegd bij de begrotingsbehandeling ontvangt u hierbij de resultaten van
een kwalitatief onderzoek naar de onderschrijdingen in het financieel kader wijkverpleging1. Dit onderzoek is uitgevoerd tijdens de eerste weken van de coronacrisis. De resultaten
zien derhalve op de periode voor de crisis.
Samen met de partijen van het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging heeft bureau Equalis
onderzoek gedaan naar de steeds verder oplopende onderschrijding in de afgelopen jaren.
Het betreft een kwalitatief onderzoek waarin gezocht is naar verklaringen voor deze
onderschrijdingen alsmede de vraag of de onderschrijdingen gevolgen hebben gehad voor
de toegankelijkheid van zorg. De onderzoekers hebben geen harde conclusies kunnen
trekken om de toenemende kwantitatieve ruimte tussen kader en feitelijke uitgaven
te verklaren.
Het onderzoek laat zien dat cliënten de zorg krijgen die zij nodig hebben. Het aantal
cliëntenstops ten gevolge van een personeelstekort is wel toegenomen tussen 2018 en
2019, maar dit heeft niet geleid tot een significant lager aantal uren zorg of het
ontstaan van wachtlijsten. Wel neemt de zoektijd toe. De verwachting is dat personeelstekort
nijpender zal worden naar de toekomst toe. Hierbij speelt de groei van niet-gecontracteerde
zorg en het aandeel ZZP-ers ook een rol. De onderzoekers constateren dat het voor
specifieke cliëntgroepen lastig kan zijn om de benodigde zorg te vinden. Ook is sprake
van regionale verschillen.
De onderzoekers constateren tevens dat er geen duidelijke verdringing naar andere
sectoren (Wmo en Wlz) heeft plaatsgevonden. Het beleid van zorgverzekeraars heeft
wel effect gehad op het zorgaanbod. Er wordt beter gekeken naar welke zorg waar thuishoort
(rechtmatigheid) en is er meer aandacht is voor het «zorgen dat» de juiste zorg op
de juiste plek wordt verleend. Hierbij wordt ook meer gekeken naar de zelfredzaamheid
van mensen. Het verminderen van de zorgval – dat wil zeggen een lager het aantal uren
verzekerde zorg bij de overgang tussen wijkverpleging en Wlz-thuis – kan enig effect
hebben gehad.
Eerder liet ik u op basis van de uitgaven tot en met september 2018 weten dat de inschatting
was dat de onderschrijding in 2018 naar het eind van het jaar zou oplopen naar € 190 mln.
Inmiddels heb ik met partijen van het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging geconstateerd
dat in de afgelopen jaren het overeengekomen HLA-kader wijkverpleging in toenemende
mate werd onderschreden (€ 132 mln in 2017, € 235 mln in 2018 en € 440 mln in 2019)
en dat deze oploop in de onderschrijding zich in 2020 lijkt voort te zetten (inschatting:
circa € 540 mln in 2020).
Ik acht het daarom verantwoord om via een ramingsbijstelling € 340 mln van deze onderschrijding
in de wijkverpleging structureel in te zetten voor (grotendeels) de hogere geraamde
uitgaven aan de Wlz. HLA partijen vinden de timing (midden in de coronacrisis) ongelukkig
en de omvang van de bijstelling groot. Daarnaast benadrukken zij het belang van een
toereikend meerjarig financieel kader wijkverpleging. De in de HLA overeengekomen
volumegroei van de uitgaven blijft onverkort van kracht (jaarlijks 2,4% ofwel ca € 100 mln),
evenals de loon- en prijsbijstelling van ongeveer € 100 mln per jaar. Hierdoor blijft
er ruimte om te blijven investeren in (de groei van) de wijkverpleging. Ik heb tevens
met ingang van 2020 een bedrag van € 60 mln per jaar gereserveerd voor een nog op
te zetten regeling voor investeringen in de wijkverpleging. De regeling zal op korte
termijn in samenspraak met de HLA partijen worden uitgewerkt.
Ik heb met de HLA partijen aanvullende afspraken gemaakt over deze ramingsbijstelling.
Dit betreft onder meer dat de ramingsbijstelling de inhoudelijke afspraken van het
HLA ook in de toekomst niet in de weg mag zitten. De beweging van de juiste zorg naar
de juiste plek, het belang van hogere kwaliteit en professionaliteit en de vermindering
van regeldruk zijn onverminderd van belang, juist ook tegen de achtergrond van een
toenemende zorgvraag door de vergrijzing. Het effect van de coronacrisis zelf en het
terugschalen van de zorg laat zich moeilijk voorspellen en dit bemoeilijkt een goede
beoordeling van het effect van de ramingsbijstelling. Uiterlijk vindt in februari
2021 een gezamenlijke beoordeling van beide effecten plaats. De afspraken worden uitgevoerd
en gemonitord en periodiek tijdens het bestuurlijk overleg wijkverpleging besproken
in combinatie met de uitvoering van de HLA-afspraken, de afspraken over het toekomstperspectief
wijkverpleging, het kwaliteitskader wijkverpleging en de bekostiging van de wijkverpleging.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge