Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2018
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 24 mei jl. heeft uw Kamer gevraagd om een
brief over het faillissement van Vérian Care & Clean bv. (Handelingen II 2017/18,
nr. 85, Regeling van Werkzaamheden). Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.
Op 23 mei jl. is het faillissement van Vérian Care & Clean bv uitgesproken. Deze organisatie
levert thuiszorg in verschillende gemeenten, met name in de regio’s Apeldoorn en Nijmegen.
Dit faillissement is zeer vervelend voor alle betrokkenen. Voor cliënten is van belang
dat zij zorg en ondersteuning blijven ontvangen, voor de medewerkers dat zij aan het
werk kunnen blijven. Om op te hoogte te komen van de stand van zaken heb ik met diverse
partijen contact gelegd.
Als een thuiszorgorganisatie failliet gaat, zijn gemeenten op grond van de Wmo 2015
verplicht om de continuïteit van zorg en ondersteuning voor de cliënten te borgen.
Daarnaast moeten zij bij de overgang naar een andere zorgaanbieder toezien op de continuïteit
van de relatie cliënt en hulpverlener. Ik heb inmiddels contact gehad met een groot
deel van de betrokken gemeenten en de VNG om na te gaan of gemeenten die verantwoordelijkheid
inderdaad oppakken. Dit blijkt het geval te zijn. Ik zal een en ander blijven volgen.
Ik heb ook contact gehad met de curator van de failliete boedel. Hij heeft de medewerkers
van Vérian Care & Clean bv op 25 mei jl. ontslag aangezegd. Gedurende hun opzegtermijn
worden de medewerkers doorbetaald door het UWV. Zij kunnen deze week een eerste voorschot
op hun loon op hun rekening verwachten. De curator heeft mij daarnaast laten weten
dat er meerdere partijen zijn die het personeel van Vérian Care & Clean bv in dienst
willen nemen. Het is (mede) aan de individuele medewerkers om te kiezen bij welke
partij men in dienst wenst te treden.
Uw Kamer heeft mij ook gevraagd hoe een situatie zoals bij Vérian Clean & Care bv
in de toekomst kan worden voorkomen. Een faillissement kan diverse oorzaken hebben
en is helaas nooit volledig uit te sluiten. Wat in dit geval de oorzaak van het faillissement
was, zal blijken uit het onderzoek van de curator. Ook dit blijf ik kritisch volgen.
In algemene zin wijs ik op de waarborgen die de Wmo 2015 bevat op het punt van continuïteit
van zorg en tariefstelling door gemeenten. Gemeenten moeten bij een opdracht voor
een maatwerkvoorziening rekening houden met de mate waarin de zorgaanbieder zorg draagt
voor de continuïteit in de hulpverlening tussen cliënt en hulpverlener. Daarnaast
moeten gemeenten op grond van de Wmo 2015 een reële prijs voor de gecontracteerde
dienstverlening vaststellen. Dit betekent dat er een goede verhouding moet bestaan
tussen de prijs voor de levering van de voorziening en de eisen die worden gesteld
aan de kwaliteit van de voorziening. Deze verplichting is nader uitgewerkt in het
Besluit reële prijs waar partijen zich dus aan te houden hebben.
Omdat het risico op een faillissement nooit geheel kan worden uitgesloten, bevat de
Wmo 2015 tevens eisen waarmee de belangen van cliënten en betrokken hulpverleners
in situaties zo deze extra worden geborgd. Zoals ik hierboven ook heb aangegeven is
de gemeente in geval van een faillissement verantwoordelijk voor de continuïteit van
zorg. Daarnaast dient een eventuele nieuwe aanbieder aan wie de opdracht voor de uitvoering
van de Wmo-dienstverlening wordt gegund door de gemeente, op grond van de Wmo 2015
te overleggen met de aanbieder of aanbieders die daarvoor als laatste voor hem die
voorziening leverden over de overname van het betrokken personeel.
De uitvoering van het Besluit reële prijs wordt sinds eind 2017 gemonitord door de
regiegroep reële prijs, waarin werkgeversorganisaties, vakbonden, de VNG en VWS vertegenwoordigd zijn. De regiegroep heeft tot op heden geen signalen
ontvangen over de uitvoering van het Besluit reële prijs door de gemeenten die een
contract hebben met Vérian Care & Clean bv. In overleg met de regiegroeppartijen zal
worden bezien of het faillissement van Vérian Care & Clean bv aanleiding geeft om
alsnog onderzoek te doen naar de toepassing van het Besluit reële prijs in de betrokken
gemeenten.
Mochten de ontwikkelingen mij daartoe aanleiding geven, dan zal ik uw Kamer nader
informeren. Voor de volledigheid verwijs ik tot slot ook naar de beantwoording van
de schriftelijke vragen over dit faillissement, die ik gelijktijdig aan uw Kamer verstuur.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge