23 216
Voorstel van wet van het lid Rosenmöller tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met het recht van de werknemer de overeengekomen arbeidsduur te verminderen (bevordering van deeltijdarbeid)

nr. 19
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID BAKKER TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 14 maart 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

In artikel I wordt het vierde lid van artikel 1638pp vervangen door:

Van het bepaalde in dit artikel kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst, bij regeling door of namens een bevoegd publiekrechtelijk orgaan of indien de werkgever schriftelijke overeenstemming heeft bereikt met de ondernemingsraad.

II

In artikel IA wordt het vierde lid van artikel 658a vervangen door:

4. Van het bepaalde in dit artikel kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst, bij regeling door of namens een bevoegd publiekrechtelijk orgaan of indien de werkgever schriftelijke overeenstemming heeft bereikt met de ondernemingsraad.

Toelichting

Of in een concrete bedrijfssituatie van de algemene wettelijke regel dient te worden afgeweken kan in wezen beter worden beoordeeld door de ondernemingsraad dan door sociale partners op bedrijfstakniveau. Bovendien valt ongeveer een kwart van de werknemers (1,5 miljoen) niet onder een (bedrijfstak- of bedrijfs-)cao. Het lijkt daarom van belang om ook de ondernemingsraad uitdrukkelijk een rol toe te kennen in de bevordering van deeltijdarbeid, c.q. in het nader vormgeven van de wettelijke regel. Vandaar dat het amendement voorstelt om de «driekwartdwingendrecht-constructie», die de indiener nastreeft als een collectieve arbeidsovereenkomst anders bepaalt dan de wet, ook te laten gelden in geval schriftelijke overeenstemming bestaat tussen de werkgever en de ondernemingsraad.

In overeenstemming met het geldende arbeidsverhoudingenrecht kan een ondernemingsraad uiteraard geen regeling overeenkomen met de werkgever, die expliciet tegen een cao-bepaling zou indruisen.

De wijziging van het amendement ten opzichte van het oorspronkelijke amendement (nr. 16) strekt ertoe de formulering te laten aansluiten op de voorgestelde wijziging van de Wet op de ondernemingsraden.

Bakker

Naar boven