nr. 14
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het gewijzigd voorstel van wet (stuk nr. 8) wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt in artikel 1638pp, eerste en tweede lid, het woord
«tenminste» telkens vervangen door: ten minste.
B
Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Met ingang van het tijdstip dat zowel deze wet in werking zal zijn getreden
als het bij koninklijke boodschap van 7 oktober 1993 ingediende voorstel van
wet tot vaststelling van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk
Wetboek (Kamerstukken II 1993/94, 23 438) tot wet wordt verheven en in
werking treedt, wordt in Artikel I, Afdeling 6, van laatstgenoemde wet na
artikel 658 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 658a
1. De werknemer die in Nederland werkzaam is, heeft, indien zijn arbeidsovereenkomst
ten minste een jaar heeft geduurd, het recht de overeengekomen arbeidsduur
te verminderen, tenzij de werkgever aantoont dat zwaarwegende bedrijfsorganistorische
belangen zich tegen een dergelijke vermindering verzetten. De vermindering
van de arbeidsduur bedraagt ten hoogste de helft van de oorspronkelijk overeengekomen
arbeidsduur per week. Artikel 673 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.
2. De werknemer meldt het voornemen tot vermindering van de arbeidsduur
ten minste twee maanden voor het tijdstip van ingang van de vermindering schriftelijk
aan de werkgever onder opgave van het aantal uren waarmee de arbeidsduur verminderd
wordt en de spreiding van de resterende uren over de week.
3. De werkgever kan, na overleg met de werknemer, de spreiding van de uren over de week op grond van gewichtige redenen wijzigen, tot
vier weken voor het tijdstip van ingang van de vermindering van de arbeidsduur.
4. Van dit artikel kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst
of bij regeling door of namens een bevoegd publiekrechtelijk orgaan.
C
In artikel II wordt «is artikel 1638pp van Boek 7A van het Burgerlijk
Wetboek van overeenkomstige toepassing» vervangen door: is deze wet
van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Onderdeel A bevat een kleine correctie.
Onderdeel B voorziet in de doorwerking van het wetsvoorstel in de arbeidsovereenkomst
zoals deze in het nieuw Burgerlijk Wetboek wordt geregeld (Kamerstukken II
1993/94, 23 438).
Onderdeel C voorziet erin dat de overeenkomstige toepassing voor publiekrechtelijke
lichamen ook geldt voor de regeling van de arbeidsovereenkomst in het nieuw
Burgerlijk Wetboek.
Rosenmöller