nr. 15
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:
1. De op het tijdstip waarop artikel 4 in werking treedt bij natuurlijke
personen of rechtspersonen aanwezige gegevens, bedoeld in artikel 2, worden
op dat tijdstip aan de Stichting overgedragen.
B. In artikel 16 wordt de punt vervangen door een komma en wordt toegevoegd:
met uitzondering van de artikelen 2, eerste lid, onder c, en 3, tweede tot
en met vijfde lid, die in werking treden met ingang van de eerste kalendermaand
na verloop van twee jaren na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst.
Toelichting
Tijdens het algemeen overleg van 29 maart 2000 met de vaste commissie
voor Justitie en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over de brief van 19 november 1999 inzake het onderhavige wetsvoorstel (23 207,
nr. 13) is van de zijde van de regering de toezegging gedaan de anonimiteitswaarborg
na twee jaren op te heffen. De periode daaraan voorafgaande zal naar het oordeel
van de regering nodig zijn om de voorlichting aan donoren en (wens) ouders
te optimaliseren. Goede, genuanceerde voorlichting is van wezenlijk belang
opdat de opzet van de regeling inzake de opheffing van de anonimiteit en de
reikwijdte daarvan voor betrokkenen voldoende duidelijk is en op die manier
mogelijke misverstanden daarover kunnen worden weggenomen. Naar wordt verwacht,
zal een dergelijke aanpak uiteindelijk leiden tot meer begrip voor en vertrouwen
in deze regeling. Dit zal het betrachten van openheid over de wijze waarop
het kid-kind is verwekt, bevorderen.
Voorgesteld wordt de onderhavige regeling zo in te richten dat de bepalingen
met betrekking tot het bewaren en het verstrekken van de persoonsidentificerende
gegevens van spermadonoren in werking treden na het verstrijken van twee jaar
na plaatsing van de wet in het Staatsblad. Daartoe strekt deze nota van wijziging.
Er is daarbij geen goede reden niet dezelfde lijn aan te houden ten aanzien
van donoren die een eicel hebben afgestaan ten behoeve van kunstmatige donorbevruchting.
De voorgestelde wijzigingen worden als volgt toegelicht.
Onderdeel A
Artikel 14 bevat een overgangsbepaling ten aanzien van donorgegevens die
zich nu reeds bevinden bij bijvoorbeeld ki-instituten. Het eerste lid bepaalt
nu nog dat deze gegevens worden overgedragen aan de Stichting «op het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet». Deze formulering houdt
er geen rekening mee dat de verschillende artikelen – of onderdelen
daarvan – van de wet ingevolge artikel 16 op verschillende tijdstippen
in werking treden. In elk geval zullen de artikelen die betrekking hebben
op de inrichting en de taken van de Stichting – artikelen 4 e.v. –
als eerste in werking treden. Zo moeten de in artikel 4 bedoelde reglementen
zijn vastgesteld op het moment dat de bepalingen van de artikelen 2 en 3 gaan
gelden.
Voorgesteld wordt dan ook dat op het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 4 de donorgegevens die zich dan bevinden bij natuurlijke of rechtspersonen
aan de Stichting worden overgedragen. Het tweede en derde lid van artikel
14 waarborgen dat deze reeds opgeslagen gegevens – met uitzondering
van de medische gegevens – uitsluitend en alleen worden verstrekt met
uitdrukkelijke toestemming van de donor.
Onderdeel B
Met de voorgestelde toevoeging in artikel 16 wordt bereikt dat de regeling
inzake het verschaffen van de persoonsidentificerende gegevens van de donor
wordt ingevoerd na het verstrijken van een termijn van twee jaren, die aanvangt
op de datum waarop deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers