nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A. Het intitulé komt te luiden:
Regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van
donoren bij kunstmatige donorbevruchting (Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting)
B. Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Onze Ministers: Onze Ministers van Justitie en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport;
b. Stichting: de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting;
c. kunstmatige donorbevruchting: het beroeps- of bedrijfsmatig verrichten
van handelingen, gericht op het anders dan op natuurlijke wijze tot stand
komen van een zwangerschap met gebruikmaking van:
1. zaad van een ander dan de echtgenoot, geregistreerde partner of andere
levensgezel van de vrouw of
2. een eicel van een andere vrouw;
d. donor: degene die zaad of een eicel heeft afgestaan ten behoeve van
kunstmatige donorbevruchting.
C. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het eerste lid worden de woorden «kunstmatige
donorinseminatie» vervangen door: kunstmatige donorbevruchting.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «die met het zaad van deze
donor is geïnsemineerd» vervangen door: bij wie kunstmatige donorbevruchting
heeft plaatsgevonden; de woorden «de inseminaties met het zaad van deze
donor» worden vervangen door: de donorbevruchtingen.
3. In het vierde lid wordt het woord «inseminatie» vervangen
door: bevruchting.
D. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder a en b, worden de woorden «kunstmatige
donorinseminatie» telkens vervangen door: kunstmatige donorbevruchting.
2. In het eerste lid, onder c, en het tweede lid worden de woorden «kunstmatige
inseminatie» telkens vervangen door: kunstmatige donorbevruchting.
3. In het derde lid worden de woorden «tenzij zijn echtgenoot of
andere levensgezel» vervangen door: tenzij de echtgenoot, geregistreerde
partner of andere levensgezel.
E. In artikel 5, tweede lid, worden de woorden «kunstmatige inseminatie»
vervangen door: kunstmatige bevruchting.
F. De artikelen 10 en 11 worden vervangen door een nieuw artikel dat luidt:
Artikel 10
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport aangewezen ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid.
2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.
G. Artikel 12 vervalt.
H. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het woord «persoon» vervangen door:
donor; het woord «zaadcellen» wordt vervangen door: zaadcellen
of eicellen; de woorden «kunstmatige inseminatie» worden vervangen
door: kunstmatige bevruchting.
2. In het derde lid worden de woorden «kunstmatige inseminatie»
vervangen door: kunstmatige bevruchting
I. Artikel 17 komt te luiden:
Artikel 17
Deze wet wordt aangehaald als: Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Toelichting
Voorgesteld wordt de onderhavige ontwerp-regeling niet alleen van toepassing
te doen zijn ingeval van kunstmatige inseminatie (ki) – hoewel dat de
meest voorkomende kunstmatige voortplantingstechniek is –, maar ook
ingeval van in vitro fertilisatie (ivf) met behulp van donorzaad, eiceldonatie
en embryodonatie. Daartoe strekt deze nota van wijziging. Voor zover niet
redactioneel volgt hieronder een toelichting op de verschillende wijzigingen.
Onderdeel A
De aanpassing van het intitulé geeft aan dat de onderhavige regeling
van toepassing is in geval van kunstmatige bevruchting waarbij sprake is van
zaad-, eicel-, of embryodonatie.
Onderdeel B
Artikel 1, onderdeel c, bevat thans een definitie van het begrip «kunstmatige
donorbevruchting». Tot uitdrukking wordt gebracht dat het hier gaat
om het anders dan op natuurlijke wijze tot stand komen van een zwangerschap.
Het kan derhalve gaan om ki met zaad afkomstig van een donor, dan wel ivf
met gebruik van donorzaad, hoewel dit laatste weinig voorkomt. Ivf waarbij
een eicel van een andere vrouw wordt gebruikt is eveneens hieronder begrepen
alsmede implantatie van een embryo dat is ontstaan door het samengaan van
een zaadcel afkomstig van een donor en een eicel afkomstig van een donor.
Met andere woorden, waar in geval van ki of ivf gebruik wordt gemaakt van
een donor voor de levering van gameten, valt deze onder het bereik van de
onderhavige regeling.
Het nieuwe onderdeel d dat aan artikel 1 wordt toegevoegd, definieert
de donor. Het woord «afstaan» impliceert dat betrokkene –
in dit geval – zaad of (een) eicel(len) ter beschikking stelt voor het
tot stand brengen van een zwangerschap bij een ander dan de partner of haarzelf.
Onderdeel D
In verband met de invoering van de Wet geregistreerd partnerschap met
ingang van 1 januari 1998 (Wet van 5 juli 1997, Stb. 324) is in artikel 3,
derde lid, aan de categorie van personen die indien de donor is overleden
of onvindbaar is, vervangende toestemming kunnen geven voor opheffing van
zijn anonimiteit, de geregistreerde partner toegevoegd.
Onderdeel F
Dit onderdeel vloeit voort uit de inwerkingtreding van de derde tranche
van de Algemene wet bestuursrecht betreffende toezicht op de naleving. In
verband daarmee is artikel 10 aangepast aan de standaardbepaling voor aanwijzing
van de met het toezicht belaste ambtenaren. Verder kan artikel 11 vervallen
omdat de bevoegdheden van deze ambtenaren zijn geregeld in de Algemene wet
bestuursrecht.
Onderdeel G
Omdat in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht een algemene regeling
van de geheimhoudingsplicht is opgenomen, kan ook artikel 12 van het wetsvoorstel
vervallen.
De Staatssecretaris van Justitie,
E. M. A. Schmitz
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers