23 095
Aanvulling van titel 7.1 (Koop en ruil) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake de koop van onroerende zaken alsmede vaststelling en invoering van titel 7.12 (Aanneming van werk)

nr. 11
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 juli 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt de volgende wijziging aangebracht:

Artikel 3 lid 3, onderdeel g, komt te luiden:

g. een faillissement of surséance van betaling van de verkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven.

B

De eerste volzin van de aanhef van artikel II komt te luiden:

De zesde afdeling van de zevende titel A van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek vervalt.

C

In de artikelen III-VI wordt telkens «artikel 1637b» vervangen door: artikel 1639 van Boek 7A.

D

De artikelen VIA-VIC vervallen.

E

Na artikel VI wordt een nieuw artikel VIA ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

Artikel LII van de Invoeringswet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen vervalt.

F

In artikel VII wordt de volgende wijziging aangebracht:

In artikel 197 worden de woorden «De artikelen 2, 3, 8 en 26 leden 3 en 4 van Boek 7» vervangen door: De artikelen 2, 3, 8 en 26 leden 4 en 5 van Boek 7.

Toelichting

De onderhavige nota van wijziging is zuiver technisch van aard. De onderdelen A-E bevatten aanpassingen aan inmiddels tot stand gekomen wetgeving. Onderdeel F voorziet in aanpassing van de verwijzing naar artikel 7:26 BW in het voorgestelde artikel 197 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek aan de als gevolg van de tweede nota van wijziging gewijzigde nummering van twee nieuwe leden van artikel 7:26 BW (onderdeel F).

Evenmin als faillissement en surséance van betaling dient de toepassing ten aanzien van de verkoper van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven, te kunnen worden ingeroepen tegen de koper wiens koop is ingeschreven. Met het oog daarop wordt in onderdeel A een aanvulling voorgesteld van artikel 7:3 lid 3, onderdeel g, BW. Dit geschiedde eerder in artikel LII van de Invoeringswet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Daarin kon echter geen rekening meer worden gehouden met de invoeging bij nota van wijziging (kamerstukken II 1995/96, 23 095, nr. 6) van de surséance van betaling in genoemde bepaling. Daarom wordt in een nieuw artikel VIA (onderdeel E) schrapping van genoemd artikel LII voorgesteld. Met het oog hierop kunnen de inmiddels achterhaalde samenloopbepalingen die zijn opgenomen in het huidige artikel VIA vervallen (onderdeel D).

De onderdelen B en C houden verband met de overheveling van de omschrijving van «aanneming van werk» in artikel 7A:1637b (oud) BW naar artikel 7A:1639 BW op grond van de artikelen I en III van de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (Arbeidsovereenkomst). De in artikel VIB opgenomen samenloopbepaling is eveneens achterhaald en kan gelet op onderdeel C vervallen (onderdeel D).

Daar artikel 7A:1637c BW is vervallen bij genoemde Vaststellingswet, moet ook de in artikel VIC opgenomen samenloopbepaling vervallen (onderdeel D).

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven