nr. 16
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 9 februari 1995
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I. Aan artikel 2 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. In afwijking van het vierde lid kan bij de klachtencommissie, bedoeld
in het tweede lid, onder a, eveneens een klacht tegen een zorgaanbieder worden
ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens
een cliënt die inmiddels is overleden.
7. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een
openbaar verslag wordt opgesteld, waarin het aantal en de aard van de door
de klachtencommissie behandelde klachten worden aangegeven. De zorgaanbieder
zendt het verslag voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar aan de
bevoegde regionale inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid.
II. Aan artikel 4, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Artikel 2, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Het voorgestelde zesde lid van artikel 2 beoogt zeker te stellen dat nabestaanden
ook nog een klacht kunnen indienen in geval de client inmiddels is overleden
en er derhalve van optreden namens die cliënt geen sprake meer kan zijn.
Door de wijze van formulering is geen enkele beperking gesteld aan de groep
van personen die een dergelijke klacht kunnen indienen. Aldus ontstaat een
soepele mogelijkheid voor nabestaanden van de overledene in de ruimste zin
van het woord om desgewenst een klacht in te dienen over de wijze waarop deze
is behandeld. De wijziging in artikel 4 waarborgt dat desgewenst ook toegang
bestaat tot de centrale klachtencommissies.
Het voorgestelde zevende lid van artikel 2 schrijft voor dat er jaarlijks
openbare verslagen over de klachtenbehandeling moeten worden opgesteld en
aan de inspectie toegezonden. Er hoeft overigens niet zonder meer sprake te
zijn van een afzonderlijk verslag. Opneming in het kwaliteitsjaarverslag lijkt
een voor de hand liggende keuze.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra