22 981
Illegalenbeleid

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 4 januari 1995

Hierbij deel ik u mede dat ik heb besloten de uitvoering van het in de Nederlandse Staatscourant van 29 december 1994, nr. 251, gepubliceerde verblijfsbeleid inzake langdurig illegalen op te schorten totdat ik daarover overeenkomstig de wens van uw Kamer met haar van gedachten heb gewisseld.

Ik merk daarbij op dat ik het in hoge mate betreur dat ik heb verzuimd copie van mijn brief d.d. 17 november 1994 aan de Voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, onmiddellijk ook aan de beide Kamers der Staten-Generaal te zenden. Deze omissie kon door de bijvoeging van bedoelde copie bij mijn antwoorden op de vragen van de heer Apostolou niet dan ten dele worden goedgemaakt (brief van 22 december 1994, Aanhangsel Handelingen nr. 315, vergaderjaar 1994–1995).

Voor een goed begrip wijs ik nog op het volgende. Het op verzoek van de afdeling Bestuursrechtspraak expliciteren in criteria van de sedert 1992 gehanteerde aandachtspunten bij het beoordelen van aanvragen van verblijfsvergunningen door langdurig illegalen heeft geen materiële beleidswijziging tot gevolg. Het leidt er slechts toe dat het geldende beleid kenbaar en daarmee voor de rechter beter toetsbaar wordt.

Ik ga ervan uit dat het debat zo spoedig mogelijk na het Kerstreces zal plaatsvinden.

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Naar boven