22 912
Het Nederlandse aardobservatiebeleid voor de jaren '90

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 december 1995

Hierbij bied ik u het voorstel aan voor de tweede planperiode 1996–2000 van het Nationaal Remote Sensing Programma.¹ Het voorstel betreft het vervolg van het programma voor de jaren negentig dat door mijn ambtsvoorgangster op 19 september 1990 onder nummer 21 832 aan de Tweede Kamer is aangeboden.

In 1994 is het Nationaal Remote Sensing Programma 1990–2000 tussentijds geëvalueerd door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van drs. G.M.V. van Aardenne. Over de resultaten van deze evaluatie heb ik u op 7 april 1995 met het aanbieden van het eindrapport geïnformeerd. De hoofddoelstelling van het programma voor de jaren 1996–2000 is het realiseren van de blijvende verankering van toepassingen van remote sensing technieken binnen de belanghebbende gebruikerssectoren van de overheid en het bedrijfsleven. Het programma beoogt bovendien een aanzet te bereiken tot blijvend gebruik van remote sensing in ontwikkelingslanden.

Volgens plan zal het programma in samenhang met het Programma Gebruikersondersteuning, als onderdeel van het aardobservatiebeleid voor de jaren negentig, worden uitgevoerd. Besluitvorming over dat programma wordt in 1996 voorzien.

Het Nationaal Remote Sensing Programma zal in 2000 worden afgesloten.

Met de uitvoering van het programma is de Beleidscommissie Remote Sensing (BCRS)² belast. Na de beëindiging van het programma zal de BCRS volgens plan worden opgeheven.

Het programma voorziet in een tweede tussentijdse evaluatie in 1997. De conclusies en aanbevelingen zullen uitgangspunt zijn voor een voorstel betreffende de gewenste continuering van taken van de BCRS na 2000.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

---

1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlemen- taire Documentatie.

2 In de BCRS werken samen de Ministeries van Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Buitenlandse Zaken/ Ontwikkelingssamenwerking, Defensie en Economische Zaken. Het bedrijfsleven wordt vertegenwoordigd door het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) en de Stichting Neder lands Adviesbureau voor Ingenieurswerken in het Buitenland (NEDECO). Voor NWO neemt de Stichting Ruimte Onderzoek Nederland (SRON) in de BCRS deel. Vanaf 1996 zal het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als waarnemer in de BCRS deelnemen.