22 894
Preventiebeleid voor de volksgezondheid

27 565
Alcoholbeleid

nr. 104
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 14 juli 2006

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 8 juni 2006 overleg gevoerd met minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de brief van de minister van VWS d.d. 24 februari 2006 inzake aanscherping van het alcoholbeleid (27 565, nr. 32);

– de brief van de minister van VWS d.d. 9 maart 2006 inzake Nationaal Programma Tabaksontmoediging en Actieplan 2006 (22 894, nr. 78);

– de brief van de minister van VWS d.d. 24 maart 2006 inzake alcoholzelfregulering (29 894/27 565, nr. 11);

– de brief van de minister van VWS d.d. 5 april 2006 inzake de moties van de leden Van der Staaij en Van der Vlies inzake een wettelijk verbod tot verkoop van alcohol beneden de kostprijs (29 894/27 565, nr. 12);

– de brief van de minister van VWS d.d. 2 mei 2006 inzake termijn toezending kabinetsstandpunt inzake het tabaks- en alcoholbeleid (VWS-06-756);

– de brief van de minister van VWS d.d. 9 mei 2006 inzake reactie op position papers tabaksindustrie (22 894, nr. 83);

– de brief van de minister van VWS d.d. 9 mei 2006 inzake het RIVM-rapport Kosteneffectiviteit van het tabaksontmoedigingsbeleid in Nederland (22 894, nr. 82);

– de brief van de minister van VWS d.d. 15 mei 2006 inzake de Nationale Drug Monitor (24 077, nr. 181);

– de brief van de minister van VWS d.d. 18 mei 2006 inzake voorgenomen wetgeving alcohol en tabak (22 894, nr. 86);

– de brief van de minister van VWS d.d. 30 mei 2006 inzake alcoholstudies (22 894, nr. 87);

– de brief van de minister van VWS d.d. 1 juni 2006 inzake ventilatie en omgevingstabaksrook (30 300 XVI, nr. 144).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Timmer (PvdA) steunt een aantal voorstellen van de minister voor het vereenvoudigen van vergunningen en voor de rol van de burgemeester. Op lokaal niveau kan er met horecaconvenanten en met de APV veel geregeld worden. Heeft de minister kennis genomen van het voorstel van de SlijtersUnie om de vergunningverlening te vereenvoudigen door de vergunning op naam van de eigenaar af te geven?

Doelt de minister in de laatste brief, waarin alleen gesproken wordt over het aantal toezichthouders, op lokale toezichthouders en wie heeft hij daarbij voor ogen? Heeft de minister inmiddels overleg gepleegd met de minister van BZK?

Extra middelen voor voorlichting en preventie zijn goed, maar moeten op langere termijn worden ingezet. Wordt het extra bedrag van 2 mln. structureel?

Bij het terugdringen van alcoholgebruik op jonge leeftijd moet iedereen worden betrokken. Voorlichting moet op de basisschool beginnen en de ouders moeten op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken. Zo blijken jongeren onder de zestien regelmatig thuis bij hun ouders alcohol te gebruiken. Voor het geven van voorlichting zou in overleg met de branchevereniging gekeken kunnen worden naar een voorlichtingspagina in de bladen die gratis worden verstrekt in supermarkten.

Hoe kan een verbod op de verkoop van mixdranken in supermarkten juridisch en praktisch vorm krijgen? Het aandeel mixdranken, die vooral aantrekkelijk zijn voor twaalf- en dertienjarigen, neemt af bij het alcoholgebruik onder jongeren. Ook bier en wijn zijn populair. Een verbod op stuntprijzen is niet in overeenstemming met Europese regelgeving. Hoe wil de minister dit vormgeven? Een leeftijdverhoging naar achttien jaar voor de verkoop van alcohol brengt geen verandering van de maatschappelijke tendens teweeg en is niet van invloed op de handhaving. Legitimatie aan de kassa is een goede manier van handhaven en maakt beboeten eenvoudiger. De praktijk toont aan dat andere middelen onvoldoende effectief zijn. Verkopers moeten beboet blijven worden. Door het tevens beboeten van de jongeren worden ook de ouders bereikt, die een belangrijke rol hebben in het gedrag van de jongeren. Het beboeten van alcoholaankoop door jongeren neigt naar een verbod op het drinken van alcohol door deze groep. Bij tabak heeft de maatregel geleid tot een afname van het aantal jongeren dat gaat roken.

Door zelfregulering kan reclame voor alcohol op tv voor 21.00 uur worden beperkt. Neemt de minister extra maatregelen voor de reclames tijdens de WK-wedstrijden? De slogan «Alcohol onder de 16 nog even niet» suggereert dat jongeren na die leeftijd erop los kunnen drinken. De meerderheid van de Kamer is voor een beperking van tv-reclame voor alcohol, maar een algeheel verbod is ook mogelijk.

Met het rookbeleid zijn resultaten geboekt. De invoering van rookvrije zones is niet overal vlekkeloos verlopen. In bijvoorbeeld sportkantines neemt de handhaving van het niet-roken weer af. Het aantal jongeren onder rokers daalt. Preventie en voorlichting zijn effectiever dan een leeftijdverhoging. Foto’s en teksten op verpakkingen blijken vooral niet-rokers af te schrikken. Verkrijgbaarheid blijkt van invloed op het gebruik van tabak. Het terugdringen van de ambulante en mobiele verkooppunten is daarom een goede maatregel.

Investeringen in afzuigsystemen zullen op termijn niet tot een oplossing leiden. Ventilatiesystemen rekken de pijn alleen op. Ondernemers moeten niet verplicht worden te investeren in systemen, die later ineffectief blijken te zijn. Voor tabaksrook is er geen kritische grens voor de schade aan de gezondheid, maar het is en blijft ongezond. Het lijkt erop dat het door een meerderheid van de Kamer gewenste stappenplan niet gehaald gaat worden. De resultaten van de officiële evaluatie zijn nog niet bekend, maar de minister moet forse stappen zetten om de rookvrije horeca te realiseren. Het maatschappelijk draagvlak is groot en in andere landen blijkt dat het kan. Horecaondernemers vinden de situatie nu verwarrend. Duidelijke afspraken kunnen effectiever zijn dan het volgen van een langdurig stappenplan. Met Horeca Nederland moet worden bekeken hoe tot versnelling kan worden gekomen. Een rookverbod mag, sneller dan oorspronkelijk afgesproken, worden ingevoerd.

Mevrouw Schippers (VVD) vindt dat de minister beter naar de voorstellen van de Kamer moet luisteren. Twee jaar geleden dienden VVD en LPF een motie in om niet alleen de horecaondernemer, maar ook de jongere die de wet overtreedt, verantwoordelijk te stellen. De minister nam dat toen niet over. Nu komt de minister met hetzelfde voorstel. Ook wil hij de handhaving verbeteren. Daarom vraagt de VVD-fractie allang. Lokale toezichthouders kunnen dit prima. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft onvoldoende menskracht beschikbaar voor de handhaving. Zolang de huidige leeftijdsgrens niet wordt gehandhaafd, is verhoging van de leeftijdsgrens naar achttien jaar een onzinnige maatregel.

Beperking van verkooppunten is geen nieuwe overheidsmaatregel. De VVD-fractie is daar tegen. Kennisoverdracht op maat en bewustwording zijn betere maatregelen. De leefstijl van mensen is moeilijk te veranderen en er is weinig bekend van de effectiviteit van veel beleid. Als de verkrijgbaarheid van alcohol wordt bemoeilijkt en alcohol onbetaalbaar wordt, zullen de drinkketen uit de grond schieten. Ouders spelen een cruciale rol in het aanpassen van de leefstijl van jongeren. Legitimatie bij de kassa is een goede manier van controle. Om het opnieuw aanvragen van vergunningen bij personeelswisselingen te voorkomen, bepleit zij de slijtvergunning op naam van het bedrijf af te geven en niet op persoonsnaam.

De voorstellen voor het tabaksbeleid zijn respectievelijk eerder aan de orde geweest of bevatten weinig logica. Bij vieze plaatjes op pakjes sigaretten treedt gewenning op en nog grotere plaatjes zullen niet baten. Omdat de grens van zestien jaar is mislukt, moet de oplossing geen verhoging naar achttien jaar zijn.

Het Nationaal Programma Tabaksontmoediging zal de rokers in de illegaliteit dwingen. Er is geen evenwicht in het beleid. De onbekendheid met de effectiviteit van ventilatiesystemen was aanleiding tot de TNO-studie. TNO en RIVM strijden nu over hun studies, maar de manier waarop het eindresultaat wordt bereikt is minder relevant dan de controle op het eindresultaat. Niet de handhaver, maar de horecaondernemer moet bepalen hoe het resultaat wordt bereikt. De klant moet kunnen kiezen voor een rookvrije horecagelegenheid of voor een gelegenheid waar een modern systeem zorgt voor de reductie van de tabaksrook. De ondernemer moet kunnen kiezen tussen de aanschaf van een systeem en een rookvrije situatie.

De evaluatie van het stappenplan zal worden afgewacht. Het rookbeleid in Nederland wordt bepaald door de Tweede Kamer en niet door internationale richtlijnen. Een eventueel door de minister te ondertekenen WHO-richtlijn dient via de Kamer te lopen. Er moet worden gehandhaafd en er moet, dicht bij de burger, preventief worden opgetreden. Schoolverpleegkundigen moeten ouders direct aanspreken op onder andere alcohol- en tabaksgebruik van hun kinderen.

De heer Van der Vlies (SGP) constateert dat de problematiek van alcohol en tabak steeds meer in samenhang wordt besproken. Er is tevredenheid over het beleid, maar er zijn ook teleurstellingen. Roken is minder aantrekkelijk geworden, maar bij alcohol is die tendens er niet. Ouders en jongeren beseffen nog niet dat overmatig alcoholgebruik slecht is.

Twee door de SGP ingediende moties zijn aangenomen maar er is geen voortgang. In 2002 is een wetsvoorstel tegen prijsdumping toegezegd, maar tot in 2005 is er niets gebeurd. Een nadere motie om met een wetsvoorstel te komen, is niet uitgevoerd. Dit getuigt van weinig respect tegenover de Kamer. De minister moet nu reageren want de urgentie is groot. De door de minister geuite wens om te komen tot een accijnsverhoging, wordt niet door een meerderheid van de Kamer gesteund.

Een andere motie ging over overmatig alcoholgebruik. De cijfers van het Centraal Planbureau waren schokkend. In de begroting voor 2006 zou een integrale visie neergelegd worden om de tendensen een halt toe te roepen. Dat is er niet van gekomen. Een heldere uitspraak van de Kamer is geparkeerd. De problematiek hangt samen met het besef van waarden en normen. De minister moet nu daadkrachtig optreden. De voorstellen van de minister voor mixdranken worden gesteund. Dat geldt ook voor een uniforme leeftijdsgrens van achttien jaar voor alcohol en tabak. Iedere hogere drempel is welkom. Ook beïnvloeding door middel van voorlichting moet worden gecontinueerd. Omdat dit in veel gezinnen onvoldoende gebeurt, moet de overheid maatregelen nemen.

In de VS geldt een legitimatieplicht tot 25 jaar; dit neemt de twijfel weg of iemand zestien of achttien jaar is. Legitimatie moet ook in Nederland verplicht worden. Zelfregulering voor reclame en sponsoring werkt te weinig; er moet een verbod komen. Lokale toezichthouders zijn een goede maatregel.

Het stappenplan voor rookvrije horeca moet worden gevolgd, maar als de horeca sneller wil dan het stappenplan aangeeft, moet dat kunnen.

De heer Hermans (LPF) zegt dat in de afgelopen jaren is gestreefd naar een effectief beleid voor tabak en alcohol. Voorgestelde maatregelen zijn steeds onvoldoende onderbouwd en bestaande regelgeving wordt onvoldoende geëvalueerd. Niet-onderbouwde maatregelen hebben een effectief beleid in de weg gestaan. De Algemene Rekenkamer en het ministerie van Financiën constateren dat het ministerie van VWS er negatief uitspringt. Het ministerie van Justitie beschikt over een wetenschappelijke kenniseenheid voor beleidsvorming. In een motie van de LPF wordt aangegeven welke ministeries over een dergelijke kenniseenheid zouden moeten beschikken. Dat geldt zeker voor het ministerie van VWS. De minister onderschrijft het belang van hoogwaardige evaluatie van beleid. In 2003 verscheen een intern rapport over vijf jaar evaluatie van de regelgeving. Het rapport was kritisch over de evaluatiepraktijk binnen VWS. De kritiek richtte zich op de formulering van de onderzoeksopdracht, wetenschappelijke betrouwbaarheid en onderlinge vergelijkbaarheid. De aanbevelingen zijn door de minister overgenomen, maar de evaluatie van het alcohol- en tabaksbeleid is niet volgens deze aanbevelingen uitgevoerd. Het simpel constateren dat het aantal rokers daalt als gevolg van gevoerd beleid, is onvoldoende. Nieuw beleid moet pas worden geformuleerd nadat bestaand beleid goed is geëvalueerd.

Is de minister bereid de 2 mln. voor voorlichting structureel te maken? Voorlichting en preventie behoeven meer aandacht. Hoeveel subsidie ontvangt de Stichting Alcoholpreventie (STAP)? Is de beperking van de verkoop van mixdranken tot slijters in lijn met de Europese regelgeving? En wat betekent dit voor andere productgroepen zoals likorettes en sherry? Wat zij de effecten van de maatregelen?

In Canada zijn de effecten van pictorials op verpakkingen nihil. Weet de minister dat voor invoering van een dergelijke maatregel overeenstemming met producenten noodzakelijk is? Het vrije verkeer van goederen in Europa eist dat producten van buitenlandse producenten zonder pictorials moeten worden toegestaan. Wat zijn de effecten van de huidige waarschuwingen? Klopt het dat deze niet productief zijn geweest? Gelden de pictorials ook voor sigaren en waarom? Wat is de wetenschappelijke onderbouwing voor de invoering van pictorials? Het verbod op ambulante verkoop kan effectief zijn op festivals en dergelijke, maar er zijn ook ambulante kooplieden op markten. Hoe ziet de minister dit?

De Kamer heeft er eerder op aangedrongen dat ventilatie een mogelijkheid moet blijven bij bewezen effectiviteit. Als operatiekamers schoon kunnen blijven, moeten horecagelegenheden dat ook kunnen. Het TNO-onderzoek toont dit aan. De minister moet zorgen dat TNO en RIVM tot overeenstemming komen. Andere partijen, zoals de Hartstichting en de Astmastichting, zouden zich aan kunnen sluiten.

Het strafbaar stellen van het kopen van alcohol door minderjarigen is een goede maatregel, maar handhaving is noodzakelijk. Wel kunnen kopen en niet mogen gebruiken, kunnen niet samengaan.

Mevrouw Kant (SP) stelt dat een derde van de probleemdrinkers tussen de 16 en 24 jaar is. Ook jonge meisjes gaan overmatig drinken. Op jonge leeftijd ontstaat het beeld dat veel drinken normaal is. Mixdranken zijn aantrekkelijk voor de zeer jongeren. De verkrijgbaarheid moet worden beperkt; het verbod op de verkoop in supermarkten is een goed voorstel.

Voorlichtingscampagnes moeten aangeven hoe slecht alcohol voor kinderhersenen is. De voorlichting op scholen en aan ouders moet worden geïntensiveerd. Het is onbegrijpelijk dat de commercie de producten mag aanprijzen en jongeren met reclamespotjes aan de drank mag helpen. Onderzoek van STAP toont aan dat reclame invloed op jongeren heeft. Er moet een verbod op alcoholreclame komen. De minister moet de aangenomen motie inzake het verbieden van happy hours en stuntprijzen uitvoeren.

Verhoging van de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol tot achttien jaar sluit niet aan bij de maatschappelijke werkelijkheid. De strafbaarstelling van koop onder de zestien jaar is geen goed idee; verkopers en ouders zijn verantwoordelijk. Door de verkopers moet meer op de leeftijd gecontroleerd worden. Het verbeteren van het toezicht daarop is een goede zaak.

Kan de minister de verkrijgbaarheid van tabak heroverwegen? Fabrikanten zijn verplicht de ingrediënten te vermelden. Hoe wordt deze informatie toegepast? Zijn allerlei additieven toegestaan? Stoffen met een smaak die jongeren aanzetten om te gaan roken, moeten worden verboden. Er worden stoffen toegevoegd om de verslaving te vergroten. Kan de minister hier alsnog aandacht aan schenken? Sommige fabrikanten voegen ammonium toe, omdat dit een hogere nicotineafgifte en dus verslaving tot gevolg heeft. Antirooktherapieën moeten worden vergoed. Een financiële vergoeding is een extra steuntje in de rug om de therapie te volgen.

Volgens Clean Air Nederland doet maar 11% van de horecagelegenheden mee aan het stappenplan. Het is jammer dat de evaluatie van de minister er niet is. Nu is het lastig discussiëren. Als er afspraken zijn over te nemen stappen, moet men zich aan de afspraken houden. Als het stappenplan niet vrijwillig wordt uitgevoerd, moet er meer druk op gelegd worden en moeten bijvoorbeeld rookvrije zones verplicht worden gesteld. De stap naar een algeheel rookverbod in de horeca is nog een stap te ver.

De heer Buijs (CDA) vindt het overmatig gebruik van alcohol en het roken een fors probleem, ondanks een lichte daling van het aantal rokers en een stabilisatie van het alcoholgebruik. Het gebruik van alcohol door scholieren is tussen 1999 en 2003 fors toegenomen. Een actief beleid van de overheid, in samenwerking met andere organisaties, is dringend noodzakelijk. Er moet een ander beleid komen, dat meer geld zal kosten.

Het Nationaal Programma Tabaksontmoediging is een goede zaak. Er worden ook maatregelen tegen het alcoholgebruik aangekondigd, maar het zijn bijna allemaal maatregelen ter aanscherping van het huidige beleid. De maatregelen zijn vooral repressief van aard en er wordt te weinig nagedacht over een actief preventiebeleid. Het Trimbos-instituut heeft aangegeven waar de oplossing ligt: een actieve sleutelrol voor de ouders. De bedoeling van de CDA-motie voor een preventieconsulent beoogde ook een sleutelrol voor de ouders. Veel ouderen zijn zich er niet van bewust dat jonge drinkers hersenbeschadigingen oplopen. De preventieconsulenten moeten de ouders al in het basisonderwijs aanspreken.

Er ligt een uitdaging voor de minister om iets te doen aan alcoholmisbruik op jonge leeftijd. Het huidige beleid voor het tegengaan van alcoholmisbruik is geen groot succes. Op zijn minst moet het beleid voor leeftijd, distributie en handhaving onafhankelijk worden geëvalueerd. Het is opmerkelijk dat de regering niets doet met de moties inzake het verbieden van happy hours en het stunten met prijzen. Het is storend dat niets gedaan wordt tegen het zogenaamde keetdrinken. Er is een afwachtende houding tegenover de concrete maatregelen die de Kamer voorstelt.

Hij kan niet akkoord gaan met het voorgestelde repressieve beleid, alvorens de doelmatigheid van de nu geldende geboden en verboden door een onafhankelijke evaluatie is aangetoond. Volgens de regeringsverklaring moet oud beleid worden geëvalueerd voordat tot nieuw beleid gekomen wordt. Recente studies tonen aan dat een actieve, gedragbepalende aanpak de enige weg is.

Is het bedrag van 2 mln. voor opvoedingsondersteuning voor ouders voldoende? Er is gebrek aan kennis hoe de ouders met gedragbeïnvloedende maatregelen moeten worden bereikt. Het Trimbos-instituut geeft aan dat de effecten van massamediale campagnes minimaal zijn. De minister wordt uitgedaagd om de sleutelrol van de ouders zichtbaar te maken en er een effectief preventiebeleid op te baseren. De Kamer wil een effectieve aanpak in plaats van allerlei wet- en regelgeving. Voor de begrotingsbehandeling moet de minister een uitgewerkt plan presenteren, gebaseerd op de aanbevelingen voor het Trimbos-instituut.

Het wetenschappelijk onderzoek moet gestimuleerd worden. De opbrengsten van accijnzen rechtvaardigen de besteding van geld voor dit doel. Om het tabaksprobleem op te lossen kan hetzelfde gebeuren. Een aantal aanbevelingen op het gebied van alcohol kunnen parallel lopen met die op het gebied van tabak. De Actie Tegengif is een ander voorbeeld van het beïnvloeden van mensen. Ook de rookvrije zone is een prima project. Het is beter in een bijsluiter aan te geven hoe hulp gevonden kan worden dan vieze foto’s op de verpakking te zetten.

Accijnsverhoging is het stokpaardje van de minister, maar Nederland is geen eiland. In harmonie met de buurlanden moet een gelijkwaardig prijzenbeleid worden ontwikkeld.

Voor maatregelen in de horeca moet de evaluatie worden afgewacht. De administratieve lasten zijn de heer Buijs een doorn in het oog. Kan de minister schriftelijk aangeven wat de voortgang is met de aanpak van de administratieve lasten in het kader van de Drank- en Horecawet?

Mevrouw Azough (GroenLinks) stelt dat Nederland in Europa aan de top staat wat betreft het gebruik van alcohol door jongeren. Ieder weekeinde worden tientallen kinderen met alcoholvergiftiging opgenomen.

De uitbreiding van het toezicht met lokale toezichthouders is een goed plan, maar het gebeurt nu al onvoldoende. Kan de minister cijfers geven over het intrekken van vergunningen?

STAP heeft onderzocht dat slechts enkele gemeenten een alcoholbeleid hebben. Hierbij gaat het vaak om het terugdringen van alcoholgebruik in openbare ruimten en het bestrijden van overlast en minder om mentaliteitsverandering en gezondheidsproblemen. Wat gaat de minister in samenwerking met de lokale overheden doen?

Zij is het eens met het beperken van de verkoop van mixdranken tot het slijterskanaal. Het optrekken van de leeftijdsgrens tot achttien jaar is niet zinvol. Het grootste probleem zit bij het alcoholgebruik door jongeren onder de zestien jaar. Het strafbaar stellen van het bezitten van alcohol voor jongeren onder een nieuwe leeftijdsgrens, of onder de zestien jaar, is geen goede oplossing. Jongeren die een biertje drinken, moeten niet als criminelen worden afgevoerd. Het is vooral een verantwoordelijkheid van de verkoper van alcohol.

De 2 mln. voor voorlichting moet structureel worden. De slogan «Alcohol onder de 16 nog even niet» nodigt uit om boven de zestien los te gaan. Het moet niet blijven bij een alleen op jongeren gerichte massamediale campagne.

Het probleem doet zich bij alle inkomensklassen voor, maar ouders met een hoger inkomen zullen minder toegankelijk zijn voor opvoedingsondersteuning. De tolerantie van ouders voor alcohol is dramatisch gestegen. Bewustwording van de schadelijke effecten van alcoholgebruik is de eerste stap. Wat gaat er precies voor de ouders gebeuren? Een bedrag van 2 mln. zal vermoedelijk te laag zijn. In Kopenhagen en Stockholm worden ouderinformatieavonden georganiseerd voor ouders van kinderen op de basisschool. Er is in Nederland nauwelijks preventie op het gebied van alcohol en roken. Scholen organiseren slechts mondjesmaat iets uit het project De Gezonde School en Genotmiddelen voor het Basis- en Voortgezet Onderwijs. Op hoeveel scholen vinden dit soort preventielessen plaats?

Er moet worden toegewerkt naar een scheiding van sport en alcohol. Het is jammer dat er geen preventieve acties rondom het WK-voetbal zijn.

Het beperken van verkooppunten voor tabak is een goed idee. Verhogen van de leeftijdsgrens van zestien naar achttien is onzin; zestienjarigen roken vaker dan zeventien- en achttienjarigen. Gaat de minister de campagnes voor het stoppen met roken op brede schaal uitvoeren? Klopt het dat er in 2003 15 mln. beschikbaar was voor voorlichtingsmiddelen en in 2005 nog maar 5,8 mln.? De minister zou er meer geld aan moeten besteden, want er is een kamerbrede steun voor een actief preventiebeleid.

Sociaal-economische verschillen spelen ook een belangrijke rol, maar het Nationaal Programma Tabaksontmoediging zegt daar niets over. Het percentage rokers is in de laagste inkomensklassen het meest toegenomen. Naast voorlichting zijn daar andere maatregelen nodig. Preventieve middelen voor het stoppen met roken moeten voor iedereen beschikbaar zijn. Kan de minister ingaan op het plan voor accijnsverhoging?

Als de evaluatie van het stappenplan aantoont dat het onvoldoende werkt, moet er niet op deze heilloze weg worden voortgegaan. Er is een breed draagvlak in de samenleving voor rookvrije horeca. Het leidt niet tot een omzetdaling. Ook voor de 500 000 werknemers in de horeca moet er een rookvrije werkplek komen.

De heer Van der Ham (D66) merkt op dat drinken voor kinderen in hun ontwikkelingsfase zeer ongezond is. Probleemdrinkers van dertien tot zestien jaar vormen een groot maatschappelijk probleem. De kinderen zijn voor de rest van hun leven getekend. Oplossingen moeten in samenhang worden gezien. Het optrekken van de leeftijdsgrens van zestien naar achttien jaar is niet effectief, omdat het probleem bij jongere kinderen zit. Het strafbaar stellen van het kopen van alcohol kan handvatten bieden voor de politie en de jeugdhulpverlening om in te grijpen. Het kan nuttig zijn om ouders met kinderen samen te leren drinken. Kinderen worden wat betreft het uitgaansleven vaak aan hun lot overgelaten. De strafbaarstelling moet niet alleen voor de koop, maar ook voor het bezit van alcohol gelden. Bij de straf moet gekeken worden naar hulp en niet naar boetes. Een bedrag van 2 mln. voor preventie is goed.

Foto’s op tabak kunnen afschrikken. Kan de minister aangeven welke resultaten hij ervan verwacht? Het betekent een druk voor de industrie, waarvan de effectiviteit niet bekend is. Kan de minister dit plan nader uitwerken?

De leeftijd voor de verkoop van tabak moet niet worden verhoogd naar achttien jaar. Bekeken moet worden of de strafbaarstelling voor het verkopen van alcohol aan jongeren van zestien jaar ook voor dertien-, veertien- en vijftienjarigen zou moeten gelden. Wat is de mening van de minister hierover? Ambulante tabaksverkoop op festivals en dergelijke moet worden verboden, maar wat is de meerwaarde van het verbod op tabaksverkoop op markten?

Als het stappenplan te langzaam wordt doorlopen, moet versnelling plaatsvinden. De tijd begint te dringen. Als de horeca te weinig kan doen, moet de Kamer verantwoordelijkheid nemen.

Antwoord van de minister

De minister stelt dat de gezondheidswinst bij het aanpakken van het misbruik van tabak en alcohol groot is. Roken kost 20 000 doden per jaar. Alcohol kost 2500 doden per jaar en leidt tot vele psychosociale problemen. Qua alcoholgebruik steekt de Nederlandse jeugd torenhoog uit boven het Europees gemiddelde. Er zijn zelfs scholen die op maandag hun lesprogramma aanpassen aan de gevolgen van drinken op zondag.

De minister geeft aan niet bang te zijn voor enige objectieve evaluatie van beleid of voor het op de «pijnbank» leggen hiervan. Uit internationale onderzoeken blijkt overigens ook dat alleen een aanpak over de hele linie werkt: voorlichting, preventie en prijsprikkels.

De Kamer heeft de afgelopen jaren niet alle beleidsvoorstellen gesteund, hetgeen een brede uitvoering complex maakt. Het voorstel was om alcoholreclame op televisie voor 21.00 uur helemaal te verbieden. Als de situatie niet verandert, zal er een volledig verbod op de reclame voor alcohol moeten komen.

Prijzen zijn een belangrijk instrument om alcoholconsumptie terug te dringen. De Kamer is een pakket aangeboden met een voorstel voor de verhoging van de accijns op bier, de accijns op gedistilleerd zou dan kunnen worden verlaagd. Er is een brede, integrale aanpak nodig. Het strafbaar stellen van de koop van alcohol door kinderen onder de zestien jaar geeft een duidelijk signaal en geeft de horecaondernemer het gevoel dat hij niet hoeft op te draaien voor de problemen van de jeugd. Dit voorstel zal verder worden uitgewerkt.

Er wordt met twee leeftijdsgrenzen gewerkt: zestien jaar voor tabak en zwak alcoholische dranken en achttien jaar voor gedistilleerd. Dat is verwarrend voor de handhavers en voor de jeugd. Jongeren van achttien jaar zijn gemakkelijker als zodanig te herkennen dan kinderen van vijftien of zestien jaar; rond de puberteit is de leeftijd het moeilijkst in te schatten. In 1999 lagen de aankooppogingen van de jeugd voor tabak op 26% en in 2005 op 6%. Dit ondanks de beperkte handhaving. Met het geven van een duidelijk signaal kan veel worden bereikt. Eén hogere leeftijdsgrens helpt ouders bij het beïnvloeden van het gedrag van hun kinderen. In de VS is de leeftijdsgrens 21 jaar. Dat heeft effect gehad op de consumptie door jongeren. Ouderen krijgen er een sterkere ondersteuning voor het beïnvloeden van hun kinderen mee. De overheid heeft een wezenlijke rol bij het ondersteunen in de opvoeding. De overheid is de afgelopen decennia onvoldoende duidelijk geweest in het beleid. Er blijkt nu geen draagvlak voor de verhoging van de leeftijd, maar het zal op termijn belangrijk worden. De redactie van de wettelijke bepaling inzake leeftijdsvaststelling zal worden geherformuleerd. Iedereen die er jonger uitziet dan 25 jaar moet worden gecontroleerd.

Binnenkort kan de Kamer een voorstel tegemoet zien inzake verruiming van de bevoegdheden van de burgemeester in het kader van het toezicht op de Drank- en Horecawet. In enkele pilotgemeenten mogen de burgemeester en zijn toezichthouders ook op leeftijd gaan controleren. De burgemeesters zijn er enthousiast over. Er komen duidelijke afspraken op lokaal niveau over bijvoorbeeld het sluiten van kroegen. In lokale convenanten worden afspraken gemaakt over happy hours.

De sportkantines worden strakker aangepakt. Er komt één landelijke regeling voor paracommercie, die voor alle organisaties met een kantine in eigen beheer geldt. De regeling is gebaseerd op het door NOC*NSF opgestelde model voor zelfregulering voor sportverenigingen. Aan eigen leden mag daarbij vrij worden geschonken. Aan bezoekers mag alleen van 1 uur voor tot 1 uur na een wedstrijd worden geschonken.

Het bedrag van 2 mln. voor opvoedingsondersteuning zal volgens de aanbevelingen van het Trimbos-instituut worden besteed. De centrale boodschap wordt het drinken zo lang mogelijk uit te stellen. Er komen advertenties en voorlichtingsspotjes, ouderavonden op school, opvoedkundig advies via een website, de alcoholinfolijn en begeleidend onderzoek. Structurele beschikbaarstelling van het bedrag wordt onderzocht. Met de steun voor een accijnsverhoging en een reclameverbod kan dit worden vergemakkelijkt. De Kamer krijgt voor de begrotingsbehandeling schriftelijk inzicht in de beschikbare budgetten voor het tabaks- en alcoholbeleid.

De resultaten van het gebruik van kleurenfoto’s op tabaksverpakkingen in Canada zullen schriftelijk aan de Kamer worden gestuurd. Ook zal worden aangegeven welke foto’s worden gebruikt. De beoogde effecten zullen worden weergegeven. Eén van de plaatjes zal refereren aan het zoeken van hulp.

Er is geen veilige ondergrens voor de hoeveelheid tabaksrook; over de effectiviteit van ventilatie kan dus gediscussieerd worden. De indruk bestaat dat de horeca niet erg genegen is om kostbare investeringen te doen. De American Society of Heating Refrigerating and Air Conditioning Engineers (ASHRAE) concludeert dat een rookverbod de enige manier is om de risico’s van blootstelling aan omgevingstabak uit te sluiten.

De eerste evaluatie van het stappenplan wordt binnenkort openbaar. Het ziet er niet goed uit. Vooral bij cafés en discotheken blijven de resultaten ver achter bij de doelstelling van het stappenplan. Dit maakt overleg met de horeca noodzakelijk. De sector krijgt wellicht nog de gelegenheid om volgend jaar wel aan het stappenplan te voldoen. Als dan de doelstelling niet wordt gehaald, zal een rookverbod worden voorbereid. Dat zal vroeg in het jaar gebeuren, zodat er een publieke discussie kan plaatsvinden. Het draagvlak voor een rookvrije horeca groeit met de dag.

Er zijn minder reclames uitgezonden, maar er was wel een lichte verschuiving naar uitzending voor 21.00 uur. Het streven is alcoholreclames te beperken, te beginnen met niet uitzenden voor 21.00 uur.

De slijtersvergunning komt op naam van de ondernemer en de personalia van de leidinggevende komen op een aanhangsel bij de vergunning. Over de voorstellen voor de administratievelastenverlichting zal de Kamer schriftelijk worden geïnformeerd. Een aantal Europese landen heeft aparte accijnzen ontwikkeld voor mixdrankjes. Naar de juridische mogelijkheden van het Nederlandse voorstel zal nog worden gekeken. Sinds de hype is de consumptie ingezakt, maar voor kinderen onder de vijftien jaar zijn de zoete mixdranken nog steeds de favoriete drank.

Er zullen geen internationale verdragen of richtlijnen worden getekend buiten de Kamer om. Ook het WHO-verdrag is onlangs door de Kamer geratificeerd.

Met de gemeenten worden goede afspraken gemaakt over happy hours. Met supermarktketens zal worden overlegd of afspraken kunnen worden gemaakt over het stunten met prijzen van drank. De mogelijkheid om het met wettelijke maatregelen af te dwingen, is zeer gecompliceerd en administratief bewerkelijk. Op de motie over een verbod op verkoop onder kostprijs zal voor het zomerreces worden teruggekomen. De grootste problemen ontstaan bij de handhaving. De kwestie van het alcoholgebruik onder jongeren zal in het kader van de normen en waarden met de premier worden besproken. Het standpunt over vergoeding van cursussen voor het stoppen met roken is niet gewijzigd.

Vermelding van de samenstelling van sigaretten is verplicht. Het is mogelijk om ingrediënten te verbieden, maar dat moet in EU- of WHO-verband gebeuren. Er loopt een rechtszaak met de sigarettenindustrie, waarin in eerste aanleg uitspraak is gedaan. Schriftelijk volgt nadere informatie over deze rechtszaak en over de mogelijkheden voor regulering van ingrediënten in tabaksproducten.

Het intrekken van horecavergunningen komt niet vaak voor. Het schorsen van vergunningen zal mogelijk worden gemaakt, zodat een onderneming voor bepaalde tijd kan worden stilgelegd.

Op meer de helft van de scholen in het voortgezet onderwijs worden preventielessen gegeven. Bij de basisscholen is dit minder; de exacte cijfers volgen schriftelijk.

De tabaksverkoop alleen in speciaalzaken is een optie voor de langere termijn. Op korte termijn is het niet haalbaar. De eerste stap is een verbod op ambulante en mobiele tabaksverkoop.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Timmer (PvdA) vraagt welke toezichthouders de minister wil inzetten.

Het is van groot belang dat duidelijkheid wordt geschapen; 1 januari 2008 is een goede datum voor invoering van rookvrije horeca. Het is duidelijk dat de meeste horecaondernemers het plan nog even willen afwachten.

De koppeling tussen accijnsverhoging en geld voor preventie is ongepast. De ouders vormen een belangrijke doelgroep voor de preventie, waarvoor structureel geld moet worden vrijgemaakt. Wat vindt de minister van de suggestie om de gratis bladen in supermarkten te gebruiken voor voorlichting? De schade aan de hersenen bij overmatige alcoholconsumptie moet meer worden benadrukt.

Mevrouw Schippers (VVD) wil dat ieder voorstel voor wet- of regelgeving via de Kamer loopt. Het is jammer dat de evaluatie van het stappenplan nog niet beschikbaar is. Een motie over de lucht- en ventilatiesystemen is reeds eerder ingediend en aangenomen.

Als er voldoende keuze is tussen rookvrij en roken met een ventilatiesysteem, dat zoveel wegzuivert als TNO heeft aangegeven, moet de minister alleen het eindresultaat controleren. Hoe meer vraag naar rookvrij, hoe meer aanbod er zal komen van rookvrij.

De heer Van der Vlies (SGP) is blij dat de minister de urgentie van de problematiek heeft onderkend, maar het moet niet het debat van de terugtrekkende bewegingen worden. Er moet worden doorgezet, zelfs als dat conflicteert met andere belangen. Als er additioneel geld nodig is voor preventie zal er aan dit debat worden herinnerd. Informatie vóór het reces over verkoop onder de kostprijs is acceptabel.

De reactie van de premier over de plaats van het alcoholbeleid binnen het debat over normen en waarden is wenselijk voor behandeling bij de algemene beschouwingen.

De heer Hermans (LPF) vindt dat elke evaluatie aan normen moet voldoen. Er moet meer inzicht in de effectiviteit van maatregelen komen. Wat betreft de slogan «Alcohol onder de 16 nog even niet»: het Trimbos-instituut heeft gemeld dat boodschappen niet te negatief moeten worden gemaakt omdat dat averechts kan werken.

Een norm voor zwak- en sterkalcoholische dranken valt goed te communiceren. Moeten festivals en marktkooplieden onder het verbod voor ambulante festivals vallen? Hoeveel subsidie krijgt STAP? Een wetenschappelijke onderbouwing van het effect van pictorials is gewenst.

Mevrouw Kant (SP) vindt het jammer dat er over voorlichtingscampagnes gediscussieerd moet worden. De Kamer wil dat er meer gedaan wordt. De minister kan dit signaal toch serieus meenemen? Het gaat om een maatschappelijke investering. Er moet meer gebeuren. Kan er strakker worden opgetreden bij de reclame, die gericht is op jongeren? Antirooktherapieën leveren op termijn geld op door de gezondheidswinst.

Het stappenplan is de juiste maatschappelijke manier. Als men zich daar niet aan houdt, kunnen de stappen worden verplicht. Dat is een andere benadering dan de dreiging van een verbod.

De heer Buijs (CDA) constateert dat de minister het voorstel van de Kamer heeft overgenomen om te kijken naar de aanpak van het Trimbos-instituut. Het is niet gemakkelijk om de sleutelpositie van de ouders in concrete plannen uit te werken. Kan de minister samen met het Trimbos-instituut nagaan via welke methode de ouders kunnen worden bereikt?

Wanneer komt de voorgestelde wijze van de Drank- en Horecawet? Worden alle genoemde punten hierin meegenomen? En hoe wordt dit gecombineerd met de integrale behandeling van het probleem tijdens de begrotingsbehandeling? De Kamer moet op een bepaald moment hierop kunnen ingaan.

Mevrouw Azough (GroenLinks) vraagt wat de status van het tabaksbeleid in het Nationaal Programma Tabaksontmoediging is. Wat gaat er op welke termijn gebeuren? Denkt de minister dat de voortgang van het stappenplan het komende jaar zal veranderen, zodat geen verbod nodig is? Voor veel horecaondernemers is het lastig om te investeren. Moet deze heilloze weg dan verder worden bewandeld?

De minister is onvoldoende ingegaan op het gebrek aan handhaving. Hoe zorgt de minister ervoor dat er in de toekomst strenger wordt gehandhaafd? Het is jammer dat de minister zich voor de preventie van alcoholmisbruik zo zuinig opstelt. Het eerder gegeven argument tegen strafbaarstelling verdient aandacht.

De heer Van der Ham (D66) maant de minister de maatregelen voor een rookvrije horeca gereed te hebben als ze noodzakelijk blijken te zijn. De bijl boven de horeca moet ook daadwerkelijk een dreigement zijn. Het wetsvoorstel mag bij de evaluatie worden meegestuurd. Kan de minister dit toezeggen? Het gebruik van kleurenfoto’s moet evenredig zijn aan de moeite die het kost. Kan er een splitsing komen tussen de ambulante verkoop van tabak tijdens festivals en op de markt?

Bij de strafbaarstelling van het kopen of bezitten van alcohol door jongeren onder zestien jaar moet gezondheid het doel zijn. Kan de minister hierop ingaan? Er moet verder worden ingezet op de handhaving van de huidige regelgeving. Het niet verkopen van mixdranken in de supermarkt zal niets afdoen aan het misbruik.

De minister antwoordt dat het niet langer uitzonderen van de horeca in het rookbeleid juridisch eenvoudig is. Het streefcijfer voor tabaksverkoop is gehaald. Het streefcijfer was 15% en het is 35% geworden. Bij gevelaanduiding (hier wordt wel of niet gerookt) was 50% het streven, gehaald is 28%. Voor rookvrije zones in cafés was het streven 15%, gehaald is 11%. Bij disco’s was 15% het streven, gehaald is 9%. Bij restaurants was het streefcijfer 25%, gehaald is 20%. Hotels doen het wel goed. Het volledige overzicht zal worden toegezonden. Met de sector zal over versnelling van het proces worden gesproken. Als er geen versnelling komt, volgt er wetgeving. Rookvrije zones zijn nu al een door de horeca zelf opgelegde verplichting.

Burgemeesters kunnen zelf mensen als lokale toezichthouder aanstellen. Deze lokale toezichthouders gaan de vergunningen controleren. Er komt ook een mogelijkheid dat de lokale toezichthouders – vooralsnog experimenteel – op leeftijd kunnen controleren. Voorlichting via supermarktbladen zal in het gesprek met de supermarktketens aan de orde worden gesteld. De slogan «Alcohol onder de 16 nog even niet» is een minder effectieve maatregel dan een reclameverbod, maar beter dan de alternatieve slogans.

Er zal een overgangsregime komen voor ambulante verkoop van tabak op markten.

STAP ontvangt € 120 000 subsidie per jaar. Met STAP zal over de formulering van het verbod op alcoholreclame voor jongeren onder zestien jaar worden overlegd. Er zijn twee wetsvoorstellen in de maak: een voor de administratieve lasten en een voor de toezichttoedeling. Naar verwachting kan het wetsvoorstel voor administratieve lasten in september bij de Tweede Kamer liggen. Het tweede wetsvoorstel gaat waarschijnlijk in het voorjaar van 2007 naar de Tweede Kamer.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Blok

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Clemens


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kalsbeek (PvdA), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), voorzitter, Smits (PvdA), Örgü (VVD), Verbeet (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), ondervoorzitter, Vergeer (SP), Vietsch (CDA), Joldersma (CDA), Varela (LPF), Van Heteren (PvdA), Smilde (CDA), Nawijn (LPF), Van Dijken (PvdA), Timmer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Azough (GroenLinks), Koşer Kaya (D66) en Van der Sande (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Verdaas (PvdA), Ferrier (CDA), Çörüz (CDA), Blom (PvdA), Halsema (GroenLinks), Gerkens (SP), Veenendaal (VVD), Hamer (PvdA), Weekers (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Ormel (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van As (LPF), Waalkens (PvdA), Mosterd (CDA), Bussemaker (PvdA), Heemskerk (PvdA), Oplaat (VVD), Hermans (LPF), Van Egerschot (VVD), Eski (CDA), Van Gent (GroenLinks), Bakker (D66) en Nijs (VVD).

Naar boven