22 861
Vliegramp Bijlmermeer

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 13 september 1996

Op 27 augustus 1996 (22 861, nr. 15) heb ik u aanvullende documenten toegestuurd met betrekking tot de lading van het op 4 oktober 1992 in de Bijlmermeer verongelukte vrachtvliegtuig van El Al.

Uit de media is mij inmiddels tot mijn teleurstelling gebleken dat er twijfels bestaan rond enkele vrachtbrieven die op mijn verzoek ter beschikking zijn gekomen en die ik vervolgens aan de Kamer heb doen toekomen. Die teleurstelling is er vooral omdat daardoor voor de betrokkenen in de Bijlmer nieuwe vragen worden opgeroepen. Bovendien heb ik sinds het debat, vanwege de duidelijke wens van de Kamer, al het mogelijke gedaan om de bedoelde documenten in mijn bezit te krijgen. Daartoe zijn contacten gelegd met de National Transport and Safety Board (NTSB) in de Verenigde Staten, met EL AL, met de Israëlische luchtvaartautoriteiten en de Israëlische premier, de Officier van Justitie voor luchtvaartzaken en de betrokken Ambassades. Op basis van het langs verschillende wegen binnengekomen materiaal is zo spoedig mogelijk een set samengesteld voor de Kamer met daarin de vrachtbrieven NY-AMS-TLV en AMS-TLV, de ondertekende NOTOC NY-AMS-TLV en AMS-TLV en het Cargo-Manifest NY-AMS-TLV en AMS-TLV.

Het spreekt voor zich dat ook ik van mening ben dat er snel helderheid moet worden verschaft over de nieuwe verwarring. Daarom heb ik opdracht gegeven om de gerezen vragen zorgvuldig te bezien. Ook de Raad voor de Luchtvaart heb ik verzocht de laatst bekende informatie te betrekken bij de reactie die ik al eerder van de Raad over de bovenbedoelde documenten heb gevraagd. De Kamer zal ik zo spoedig mogelijk informeren over de uitkomsten van het nadere onderzoek.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven