22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2014

Hierbij bied ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken een Kamerbrief aan over Zuid-Sudan, zoals aangekondigd tijdens het Vragenuurtje van 13 mei (Handelingen II 2013/14, nr. 81, Vragenuur, vragen Slob). In deze brief informeer ik uw Kamer over de wijzigingen die het kabinet op korte termijn zal doorvoeren in het bilaterale OS-programma in Zuid-Sudan en de extra middelen die ik ter beschikking zal stellen voor humanitaire hulp in Zuid-Sudan en de opvang van Zuid-Sudanese vluchtelingen in de regio, in dit geval Ethiopië.

Politieke ontwikkelingen

Zowel de Zuid-Sudanese regering als de gewapende oppositie lijken zich nauwelijks te bekommeren om de noden van de bevolking. De afgelopen maanden schonden beide partijen het staakt-het-vuren van 23 januari veelvuldig en maakten zij zich schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen. Bovendien was er weinig voortgang in de door IGAD geleide vredesbesprekingen in Addis Abeba. De Ethiopische premier Hailemariam Desalegn heeft kort geleden getracht een doorbraak te forceren door president Kiir en rebellenleider Riek Machar uit te nodigen in Addis Abeba. Dit resulteerde op 9 mei in de ondertekening van een akkoord om de crisis in Zuid-Sudan op te lossen. In het akkoord staat onder meer dat beide partijen zich aan het staakt-het-vuren zullen houden en dat zij zich zullen inzetten voor de vorming van een overgangsregering van nationale eenheid. Het feit dat president Kiir en Machar elkaar voor het eerst sinds de start van het conflict ontmoetten en een akkoord ondertekenden, is op zich een positieve stap. Toch blijven er twijfels over de bereidheid van beide partijen om zich serieus in te zetten voor een duurzame vreedzame oplossing. Vlak na de ondertekening van het akkoord waren er alweer berichten over schendingen van het staakt-het-vuren. Het is daarom van belang om de druk op beide partijen hoog te houden.

Eerder werd u al geïnformeerd dat Nederland binnen EU-verband ijvert om gerichte sancties in te stellen tegen personen die het vredesproces in Zuid-Sudan dwarsbomen. In voorliggende brief ga ik in op de wijze waarop het kabinet via aanpassing van de OS-inzet een politiek signaal af wil geven aan de Zuid-Sudanese regering.

Aanpassingen OS-programma

Nederland gaf en geeft geen directe financiële steun aan de Zuid-Sudanese overheid, ook niet decentraal. Wel steunt Nederland enkele programma’s gericht op capaciteitsopbouw van overheidsorganisaties. Nederland zal deze vorm van samenwerking met de centrale overheid verder beperken. Tegelijkertijd is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de bevolking niet de dupe wordt en dat eerder behaalde resultaten niet verloren gaan. Met andere donoren is daarom afgesproken om programma’s op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, voedselzekerheid en ondersteuning maatschappelijk middenveld en vrije media zoveel mogelijk te ontzien.

Concreet neemt het kabinet de volgende maatregelen:

  • 1. De geplande steun aan het Zuid-Sudanese Ministerie van Water en Irrigatie wordt opgeschort. Het betreft een vijfjarig programma (2014–2018) ter versterking van de watersector in Zuid-Sudan, in het bijzonder op het gebied van geïntegreerd waterbeheer. Het programma bevindt zich nog in een opstartfase. De totale begroting is EUR 7,8 miljoen. Met het Zuid-Sudanese Ministerie van Water en Irrigatie zou onder meer gewerkt worden aan de ontwikkeling van een juridisch kader voor de gehele watersector en beheersplannen voor twee rivierstroomgebieden. Ook zouden vele ambtenaren getraind worden en een aantal universitaire studies buiten Zuid-Sudan worden bekostigd. Dit is een van de weinige programma’s waar Nederland de centrale overheid via capaciteitsopbouw steunt.

  • 2. Ook ziet Nederland voorlopig af van de voorbereidingen voor een nieuwe fase van training van Zuid-Sudanese diplomaten op Clingendael.

  • 3. De verlenging van de overeenkomst met het Zuid-Sudanese Ministerie van Financiën voor het Capacity Building Trust Fund wordt aangehouden zodat restfondsen van EUR 1,1 miljoen bevroren blijven. Nederland zal duidelijk aangeven dat van een verlenging geen sprake kan zijn zolang de Zuid-Sudanese regering zich niet serieus inzet voor het bereiken van een vreedzame oplossing. Tot die tijd kan ook geen sprake zijn van een vervolg op deze fase van het CBTF, die afliep per januari 2014.

  • 4. Ook het besluit over mogelijke toekomstige financiële steun aan het South Sudan Recovery Fund (SSRF), waaraan Nederland de afgelopen jaren ruimhartig heeft bijgedragen, wordt aangehouden.

  • 5. Aan AWEPA is de boodschap gegeven om voorlopig terughoudend te zijn met de ondersteuning van het nationale parlement van Zuid-Sudan. Het parlement heeft onlangs ingestemd met een aangepaste begroting, waardoor vrijwel geen fondsen meer beschikbaar zijn voor onderwijs, gezondheidszorg en landbouw. Het overgrote deel van de overheidsmiddelen wordt ingezet voor oorlogsvoering. In Zuid-Sudan is de scheiding der machten zeer beperkt. Het parlement volgt in hoge mate de koers van de president. Hoewel de steun van AWEPA er mede op gericht is om het parlement professioneel en onafhankelijk te laten functioneren, vind ik het op korte termijn belangrijk om een signaal af te geven dat wij bezorgd zijn over de rol van het parlement in het conflict.

De afgelopen tijd is een review uitgevoerd van de conflictsensitiviteit van de door Nederland ondersteunde OS-activiteiten in Zuid-Sudan. Het doel hiervan was tweeledig: voorkomen dat programma’s onbedoeld en ongemerkt bijdragen aan een versterking van het huidige conflict, en bevorderen dat programma’s meer conflictsensitief en zo mogelijk conflictmitigerend gaan werken. In samenspraak met uitvoerende organisaties worden nu waar nodig aanpassingen gedaan.

Een van de programma’s waar Nederland vanuit conflictsensitief perspectief kritisch naar kijkt is de steun aan de Zuid-Sudanese politie via het Safety and Access to Justice Programma (SAJP). Dit programma, waarvan DFID lead donor is, is on hold gezet. Voordat over de toekomst van dit programma kan worden besloten, zal er eerst meer duidelijkheid moeten komen over de rol van de Zuid-Sudanese politie(-top) in het conflict en de wijze waarop deze zich inzet om mensenrechtenschendingen aan te pakken en het functioneren van het politieapparaat te verbeteren.

Ook andere donoren kijken kritisch naar hun OS-portfolio in Zuid-Sudan. In Juba hebben donoren, waaronder Nederland, een set principes opgesteld die kunnen helpen bij het maken van keuzes ten aanzien van programmering in Zuid-Sudan. Zo zullen donoren terughoudend zijn in de contacten met de centrale overheid, met name de veiligheidssector, en zal directe financiële steun zoveel mogelijk worden stopgezet. Van directe financiële steun (begrotingssteun) was overigens ook voor de uitbraak van het conflict al nauwelijks sprake. De voorbereidingen voor het EU State Building Contract zijn on hold gezet.

Ondanks de goede stappen op het gebied van donorcoördinatie is het kabinet van mening dat er ruimte is voor verbetering. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking van 19 mei heb ik bij mijn collega’s gepleit voor het leggen van een sterkere koppeling tussen politiek en ontwikkelingssamenwerking. Het is belangrijk dat donoren zoveel mogelijk één lijn trekken en ook gezamenlijke boodschappen uitdragen richting de Zuid-Sudanese regering. Deze inzet werd tijdens de Raad bevestigd: er kan geen sprake zijn van business as usual ten aanzien van Zuid-Sudan en er zal zoveel mogelijk in gezamenlijkheid worden opgetreden. Het tegengaan van straffeloosheid moest nadrukkelijk deel uitmaken van de gezamenlijke boodschappen, aldus de Raad.

Tijdens het Vragenuurtje vroeg het lid Sjoerdsma naar de mogelijke rol van het Internationaal Strafhof in Zuid-Sudan. Vooralsnog zal deze rol beperkt zijn. Zuid-Sudan is namelijk geen verdragspartij bij het Statuut van Rome. De aanklager van het Strafhof kan alleen onderzoek doen naar de situatie in Zuid-Sudan indien de Zuid-Sudanese regering de situatie zelf voorlegt aan het Internationaal Strafhof of de VN Veiligheidsraad (VNVR) de situatie doorverwijst naar het Internationaal Strafhof. Hoewel er in de VNVR al wel gesproken is over doorverwijzing zal er op korte termijn hierover waarschijnlijk geen consensus bereikt worden. Daarom vindt het kabinet dat ook gewerkt moet worden aan het opzetten en versterken van andere accountability mechanismen. Secretaris-Generaal VN Ban-Ki Moon gaf recent in overweging om een speciaal of hybride gerechtshof in Zuid-Sudan op te zetten om accountability volgens internationale standaarden te garanderen. Nederland bekijkt hoe het kan bijdragen aan initiatieven op het gebied van transitional justice. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een bijdrage ter ondersteuning van de AU Commission of Inquiry via het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten.

Door het conflict en het geweld is de uitvoering van veel lopende programma’s vertraagd. Hierdoor kon minder geld uit worden gegeven dan gepland. Ook door opschorting en aanhouding van programma’s zal minder worden uitgegeven. Zoals aangegeven tijdens het Vragenuurtje zal ik deze middelen gedeeltelijk gebruiken voor verhoging van de humanitaire hulp voor de slachtoffers van het geweld. Ook zal een deel van het geld gebruikt om binnen het OS-programma nadrukkelijker aandacht te gegeven aan transitional justice m.b.t. mensenrechtenschendingen en (mogelijke) oorlogsmisdaden, aan de rol van het maatschappelijk middenveld bij vrede en verzoening, en versterking van objectieve en onpartijdige media.

Dit zal tot uitdrukking komen in het aangepaste Meerjarig Strategische Plan 2014–2017 dat ik voornemens ben deze zomer aan uw Kamer te sturen.

Humanitaire hulp

In 2013 heeft Nederland EUR 4 mln beschikbaar gesteld als humanitaire hulp voor hulpbehoevenden als gevolg van de chronische humanitaire crisis in Zuid-Sudan. Wegens het uitbreken van conflict in Zuid-Sudan medio december is de humanitaire bijdrage voor Zuid-Sudan als chronische crisis voor 2014 verhoogd naar EUR 5 miljoen, zoals vermeld in mijn brief aan uw Kamer over besteding van het budget voor noodhulp d.d. 6 februari 2014, Kamerstuk 32 605, nr. 135).

De humanitaire situatie in Zuid-Sudan en van Zuid-Sudanese vluchtelingen in de buurlanden verslechtert in hoog tempo. Inmiddels zijn er in Zuid-Sudan bijna 1 miljoen mensen ontheemd geraakt als gevolg van het conflict dat op 15 december uitbrak. Daarnaast zijn ruim 310.000 Zuid-Sudanezen hun land ontvlucht. Op dit moment hebben al 4,9 miljoen Zuid-Sudanezen behoefte aan humanitaire hulp, op een bevolking van 11,6 miljoen mensen. VN-organisaties geven aan dat per augustus 7,3 miljoen Zuid-Sudanezen mogelijk een tekort zullen hebben aan voedsel. Voor vier miljoen van hen dreigt ernstige voedselonzekerheid of zelfs hongersnood. Het voorkomen hiervan is nu de belangrijkste uitdaging.

Daarom heb ik besloten om bovenop bovengenoemde EUR 5 miljoen een additionele bijdrage van EUR 5 mln beschikbaar te stellen. Hiermee komt de bijdrage uit het humanitaire hulpbudget voor Zuid-Sudan in 2014 op EUR 10 mln. Deze totale bijdrage wordt grotendeels als ongeoormerkte bijdrage gekanaliseerd via het Common Humanitarian Fund voor de leniging van noden in Zuid-Sudan. Volgens de VN zal deze onder meer aangewend worden voor de aankoop van zaaigoed. Daarnaast wordt EUR 2 mln beschikbaar gesteld aan UNHCR voor leniging van noden van Zuid-Sudanezen die naar de Gambela-regio in Ethiopië zijn gevlucht. Dit komt bovenop de EUR 1 mln die reeds beschikbaar is gesteld aan UNHCR voor de opvang van Zuid-Sudanese vluchtelingen in Uganda.

Op 20 mei organiseren Noorwegen en UNOCHA gezamenlijk een Humanitarian Pledging Conference for South Sudan om fondsen te genereren voor de humanitaire crisis in Zuid-Sudan. De additionele Nederlandse bijdrage ad EUR 5 mln zal tijdens deze conferentie worden aangekondigd. Nederland zal de Zuid-Sudanese regering tijdens deze conferentie oproepen om ook zelf middelen ter beschikking te stellen om de noden van de Zuid-Sudanese bevolking te verlichten.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven