22 831 De Hoorn van Afrika

Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2013

Conform de toezegging aan uw Kamer tijdens het algemeen overleg van 3 juli 2013 (Kamerstuk 22 831, nr. 90) over de situatie in de Sudanese regio Darfur en de Nederlandse inzet in Sudan beantwoorden wij middels deze brief de nog openstaande vragen.

Nederlandse inzet in Sudan

Veranderde internationale context

Nederland heeft gedurende een aantal jaren een belangrijke rol gespeeld bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen van het alomvattende Sudanese vredesakkoord, het Comprehensive Peace Agreement (CPA). Tot juli 2011 was Nederland voorzitter van de Drie Gebieden-werkgroep, alsmede lid van de Assessment and Evaluation Commission (AEC) voor de advisering over de uitvoering van onderdelen van het CPA. Met het verlopen van het CPA is deze commissie ontbonden en is de primaire verantwoordelijkheid voor de nog openstaande kwesties uit het CPA door de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties toebedeeld aan het AU High-level Implementation Panel (AUHIP). Dit sluit aan bij de trend dat de Afrikaanse Unie in toenemende mate de verantwoordelijkheid op zich neemt bij conflictoplossing op het Afrikaanse continent. De brede internationale gemeenschap ondersteunt deze rol actief, bijvoorbeeld middels de VN Veiligheidsraad, de VN Speciale Gezant, Menkerios, en inzet van de VN-missies UNMISS, UNAMID en UNISFA. Ook de EU blijft hierbij nauw betrokken via de EU Speciale Vertegenwoordiger. Nederland geeft actieve steun aan deze regionale en internationale initiatieven, o.a. via onze ambassades in Khartoum en Juba, en door deelname aan UNMISS. Het takenpakket van de huidige EU Speciale Vertegenwoordiger voor de Sudans zal overigens worden overgenomen door de EU Speciale Vertegenwoordiger voor de Hoorn van Afrika. Nederland zal hierbij bepleiten dat Sudan en Zuid-Sudan een belangrijke plaats zullen innemen in het nieuwe mandaat van de EU Speciale Vertegenwoordiger voor de Hoorn van Afrika.

Inzet MATRA-fondsen

Nederland zet o.a. Matra-Zuid fondsen in om veranderingsgezinde krachten in het democratiseringsproces in Sudan te ondersteunen. Met de Kamerbrief van 24 juni 2011 (Kamerstuk 32 623, nr. 40) werd u geïnformeerd dat Matra-Zuid openstaat voor alle landen in de Arabische regio, behalve de twee partnerlanden Palestijnse Gebieden en Jemen. Er zijn 5 prioriteitslanden aangewezen1, maar ook in andere landen van de Arabische regio hebben ambassades kleine Matra-Zuid budgetten.

Het budget voor de ambassade in Khartoum is met EUR 40.000,– bescheiden te noemen (0,4% totale Matra). De ambassade financiert een lokale organisatie die het Sudanese maatschappelijk middenveld versterkt. Dit doet zij door middel van coaching, training en coördinatie. Zo kan het maatschappelijk middenveld meer effectief worden o.m. in hun lobby en voorlichtingswerk ten behoeve van democratisering en goed bestuur.

Humanitaire toegang

Nederland speelt een actieve rol in de internationale discussies over de humanitaire situatie in verschillende delen van Sudan, waaronder Darfur, South Kordofan en Blue Nile. Ook stelt Nederland, samen met internationale partners, dit onderwerp regelmatig aan de orde in de dialoog met de Sudanese autoriteiten. De geringe medewerking van de Sudanese autoriteiten aan het werk van de hulporganisaties, bijvoorbeeld door het niet-verlenen van toegang tot de getroffen gebieden, is daarbij één van de belangrijkste gespreksonderwerpen.

Nederland blijft, samen met internationale partners, onderzoeken op welke wijze humanitaire hulp kan worden verleend als de Sudanese autoriteiten internationale hulp blokkeren. Daarbij wordt ook gekeken naar bredere overwegingen zoals de veiligheid van hulpverleners. Nederland heeft verschillende internationale bijeenkomsten georganiseerd over de kwestie van humanitaire toegang tot South Kordofan en Blue Nile, waarvan de laatste in februari 2013 plaatsvond. Hierbij heeft Nederland, samen met internationale partners, besproken hoe dit onderwerp zo effectief mogelijk aan de orde kan worden gesteld bij de Sudanese overheid en andere partijen, en op welke wijze humanitaire toegang tot deze gebieden daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.

De Nederlandse noodhulp voor Sudan (waar Darfur onder valt) bedroeg in 2012 EUR 5,24 miljoen. Hiervan ging EUR 3,5 miljoen via het Common Humanitarian Fund (CHF) en de rest ging naar projecten van NGO’s zoals Stichting Vluchteling/IMC en CARE.

Situatie in Darfur

Zoals beschreven in de Kamerbrief van 7 juni 2013 (Kamerstuk 22 831, nr. 89) blijft de veiligheidssituatie in Darfur zorgwekkend. Er is sprake van toegenomen geweld, zowel tussen regeringstroepen en (non-signatory) rebellengroepen als intercommunaal geweld. Nog onlangs stond de situatie in Darfur op de agenda van de VN Veiligheidsraad en ook vanuit het Ministerie en de ambassade in Khartoum wordt de situatie in Darfur actief gevolgd.

Door het geweld komt de uitvoering van het Doha Document for Peace in Darfur (DDPD) onder druk te staan. De EU en de internationale gemeenschap blijven dit politieke proces waar mogelijk ondersteunen. Hierbij wordt de versterking van de Darfur Regional Authority (DRA) als uitgangspunt genomen. De nieuwe AU-VN Vertegenwoordiger voor Darfur, Mohamed Ibn Chambas, probeert acief de non-signatory rebellengroepen te betrekken in de dialoog.

De slechte veiligheidssituatie in het gebied belemmert ook de humanitaire hulpverlening. Zo worden soms auto’s van hulporganisaties en andere goederen buit gemaakt bij overvallen op hulpkonvooien. Het is dan ook niet geheel uit te sluiten dat hulp soms in verkeerde handen valt. De VN probeert dit risico zoveel mogelijk te beperken door inzet van UNAMID bij de beveiliging van hulpkonvooien. Ook heeft de VN een registratiesysteem voor ontheemden in Darfur opgezet om misbruik van humanitaire hulp te voorkomen.

UNAMID

De VN-missie UNAMID opereert in een zeer complexe omgeving. Daarnaast kampt de missie met gebrek aan materieel voor UNAMID-troepen en legt de Sudanese overheid beperkingen op (oa. door het niet-verlenen van visa). Op 30 juli 2013 is het mandaat van de missie door de VN Veiligheidsraad verlengd met 13 maanden tot augustus 2014. In de desbetreffende resolutie van de VNVR wordt gewezen op het belang van meer effectieve samenwerking tussen de militaire, civiele en politie-componenten van UNAMID en tussen UNAMID en humanitaire organisaties. Nederland ondersteunt dit. Daarnaast pleit Nederland voor het bespreekbaar maken van het verplaatsen van materieel (en evt. troepen) tussen verschillende missies in de regio (oa. UNMISS en UNAMID) waar dat nodig is. Tevens wordt in de resolutie de SGVN verzocht om op 28 februari 2014 een review over de effectiviteit van de missie binnen het huidige mandaat te presenteren in de VN-Veiligheidsraad.

Aanhoudingsbevelen van het Internationaal Strafhof

Zoals aangegeven in de kamerbrief van 7 juni blijft het Internationale Strafhof de situatie in Darfur monitoren, maar de regering van Sudan ontzegt het Strafhof elke vorm van samenwerking. Helaas heeft het aanhoudingsbevel tegen president Bashir nog niet geleid tot zijn arrestatie. Nederland en de internationale gemeenschap zullen aandacht blijven geven aan de reisbewegingen van Bashir en andere Strafhofverdachten tegen wie een aanhoudingsbevel van kracht is. Het doel is en blijft dat zij terecht staan voor de misdrijven waarvan zij verdacht worden. Nederland zal waar nodig en mogelijk, bilateraal en via de EU, druk blijven uitoefenen op landen die geen uitvoering geven aan aanhoudingsbevelen van het Strafhof. In juli jl. brak president Bashir zijn reis naar de AU-top in Nigeria vroegtijdig af na internationale druk. In het kader van het vredesproces tussen Sudan en Zuid-Sudan dient overigens enige ruimte te bestaan voor overleg met personen tegen wie een ICC-aanhoudingsbevel is uitgevaardigd.

Zorgelijk in het kader van het bevorderen van de uitvoering van het aanhoudingsbevel tegen president Bashir is dat een aantal Afrikaanse landen kritischer wordt ten opzichte van het Internationale Strafhof. In lijn met de motie Sjoerdsma van 30 juni 2013 (Kamerstuk 29 237-154) spant Nederland zich daarom, in EU- en internationaal verband, in voor het behouden en vergroten van het draagvlak voor het ICC in Afrika. Zo heeft Nederland, samen met onder meer het ICC, eind juni een regionaal seminar georganiseerd in Dakar. Bij dit seminar waren Ministers en aanklagers aanwezig uit negen Afrikaanse landen. Nederland is van plan om later dit jaar een vergelijkbaar seminar te organiseren gericht op enkele Engelstalige Afrikaanse landen. Daarnaast ondersteunt Nederland het ICC door, al dan niet in EU-verband, stille diplomatie in te zetten en door steun te geven aan het maatschappelijk middenveld in Afrika. Nederland zal de komende periode aandacht blijven geven aan het versterken van de positie van het ICC in Afrika.

Iran

Sudan en Iran onderhouden al vele jaren nauwe betrekkingen. Het is bekend dat Iraanse schepen Port Sudan aandoen, maar het kabinet beschikt niet over informatie dat Iran een militaire basis in Port Sudan bouwt.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Te weten: Egypte, Jordanië, Libië, Marokko, Tunesië

Naar boven