Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2014
Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over de Nederlandse bijdrage aan UNMISS
in Zuid-Sudan op 15 oktober jl. (Kamerstuk 29 521, nr. 270), schets ik in deze brief de ontwikkelingen met betrekking tot de financiële inzet
van Nederland in Zuid-Sudan in 2014 en 2015.
Ik informeerde u afgelopen zomer over de manier waarop ik mijn beleid heb aangepast
naar aanleiding van de geweldsuitbarstingen in Zuid-Sudan (zie mijn drie eerdere brieven
met Kamerstuk 21 501-04, nr. 160, Kamerstuk 22 831, nr. 101 en Kamerstuk 22 831, nr. 102). Eén van deze aanpassingen was de opschorting van programma’s waarin direct met
de Zuid-Soedanese regering wordt samengewerkt.
Het oorspronkelijke budget dat begin 2014 voor Zuid-Soedan was gereserveerd bedroeg
35,5 miljoen euro. Omdat een beperkt deel van onze activiteiten in Zuid-Sudan zich
richtte op directe samenwerking met de overheid, betekende deze beleidsaanpassing
dat dit jaar een bedrag van circa 2,5 miljoen euro niet is uitgegeven. Ik voorzie
niet dat deze middelen op korte termijn weer zullen kunnen worden ingezet.
Door (ernstige) vertraging en belemmeringen bij de uitvoering van projecten als gevolg
van de verslechterde veiligheidssituatie, heeft de ambassade in Juba dit jaar nog
eens 21,5 miljoen euro minder uitgegeven dan voorzien, aan activiteiten op het gebied
van ontwikkelingssamenwerking die niet via de Zuid-Sudanese overheid lopen. Ook voor
deze activiteiten geldt, dat op dit moment onmogelijk voorspeld kan worden in welk
tempo ze in 2015 zullen kunnen worden uitgevoerd, en daarmee ook wat hun financiële
beslag zal zijn. Ik kan op dit moment niet meer doen dan u toezeggen dat ik u de komende
tijd blijf informeren over relevante ontwikkelingen.
Het is op dit moment niet in te schatten of de betrokken partijen een inclusief vredesakkoord
kunnen en willen sluiten dat wél stand zal houden. Als dat niet het geval is, blijft
onvoorspelbaar of, en in welke mate, het geweld de komende maanden zal toenemen. Overigens
wordt een toename van het geweld, na het einde van het regenseizoen wel verwacht.
Tijdens een recente donorconferentie in Londen deed Plaatsvervangend Speciaal Vertegenwoordiger
van de Secretaris-Generaal voor Zuid-Soedan Lanzer een gepassioneerde oproep dat het
nog veel te vroeg is om terug te keren naar business as usual. Ik zie die oproep als een ondersteuning van ons huidige, terughoudende beleid ten
aanzien van ontwikkelingssamenwerking met de Zuid Soedanese regering. Als voorheen
staat Nederland uiteraard, in bilateraal en in internationaal kader, open voor overleg
en dialoog.
Van de in totaal 24 miljoen euro die de ambassade in 2014 minder uitgeeft dan voorzien,
is eerder dit jaar 5 miljoen euro omgezet in een verhoging van de humanitaire hulpinspanning.
Uw Kamer is hierover geïnformeerd. Daarnaast is een bedrag van 5 miljoen euro omgezet
in een verhoging van het Stabiliteitsfonds, en door mij en de Minister van Buitenlandse
Zaken aangewend voor activiteiten in prioritaire landen en regio’s als de Centraal
Afrikaanse Republiek, Oekraïne en Syrië. Het resterende bedrag van 14 miljoen euro
wordt ingezet om de BNP-korting op de ODA-begroting in 2014 te realiseren.
Nederland heeft de Zuid-Sudanese bevolking geenszins in de steek gelaten: tegenover
de daling van uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking staat een forse stijging van
de bijdragen aan noodhulp uit het humanitaire hulpbudget. Zoals mede uiteengezet in
mijn brieven met Kamerstuk 32 605, nrs. 150 en 151 zal in 2014 onze humanitaire inzet voor de Zuid-Sudanese bevolking toenemen van 10
tot 28 miljoen euro, inclusief een bijdrage aan een gezamenlijk voorstel van NGOs
voor noodhulp.
Begin 2015 zal ik u informeren over mijn inzet op humanitair terrein in dat jaar (zowel
wat betreft het reguliere noodhulpbudget als het Relief Fund). Gezien de ernst van de humanitaire crisissituatie in Zuid-Soedan en de op zijn
minst onvoorspelbare vooruitzichten ligt het in de lijn der verwachting dat het land
ook in 2015 prominent in deze plannen zal figureren.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen