22 718
OVSE-Assemblée

nr. 425
nr. 11
VERSLAG VAN DE ZITTING 2002

Vastgesteld 1 augustus 2002

Van 5 tot en met 10 juli 2002 heeft de OVSE-Assemblée haar jaarlijkse zitting gehouden in het Rijksdag-gebouw in Berlijn. Aan de zitting is deelgenomen door delegaties uit de parlementen van de lidstaten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Voorts waren delegaties aanwezig uit Korea («Partner for Cooperation») en Algerije, Israël, Marokko en Tunesië («Mediterranean Partners for Cooperation») alsmede waarnemers uit het Europees Parlement en enige interparlementaire assemblees. De Nederlandse delegatie naar deze zitting bestond wat de Eerste Kamer betreft uit de leden Lycklama à Nijeholt (PvdA, voorzitter van de delegatie), Baarda (CDA) en Rosenthal (VVD), en wat de Tweede Kamer betreft uit de leden Albayrak, Koenders (beiden PvdA), Van den Doel, Meijer (beiden VVD) en De Haan (CDA).

De zitting had het volgende verloop:

– Vrijdag 5 juli: Voorbereidende vergadering van de griffiers van de delegaties.

– Zaterdag 6 juli: Vergadering van het standing committee, plenaire vergadering en vergadering van de vrouwelijke leden van de assemblee.

– Zondag 7 juli: 's Ochtends vergaderingen van de drie commissies van de assemblee. 's Middags hebben de gastheren een excursie aangeboden.

– Maandag 8 juli: Voortzetting van de vergaderingen van de drie commissies.

– Dinsdag 9 juli: 's Ochtends afronding van de vergaderingen van de drie commissies; 's middags plenaire vergadering. 's Avonds heeft de Nederlandse ambassadeur in Berlijn, de heer Van Dam, de delegatie ontvangen.

– Woensdag 10 juli: Afsluitende plenaire vergadering.

Standing committee

Het committee heeft gesproken over de geloofsbrieven van een delegatie uit de Nationale Assemblee van Belarus. Een groot deel van de leden van het standing committee was van mening dat de delegatie niet kon worden toegelaten, evenals bij eerdere zittingen het geval was geweest. De redenen daarvoor waren dat de verkiezingen voor de Nationale Assemblee niet aan redelijk te stellen eisen hebben voldaan zoals internationale waarnemers hebben vastgesteld, dat er geen sprake is van vooruitgang inzake de vier voorwaarden, die de internationale gemeenschap aan Belarus heeft gesteld (namelijk het wijzigen van de regelgeving inzake de verkiezingen, het verlenen van toegang tot de media aan de oppositie, meer bevoegdheden voor het parlement, en het creëren van een klimaat van politiek vertrouwen), en dat het bewind in Minsk het werk van de OVSE-missie daar onmogelijk maakt door de visa van de medewerkers van de missie niet te verlengen. Anderzijds werd met name door de Russische delegatie naar voren gebracht dat de delegatie uit Belarus op grond van het reglement van orde van de assemblee de toegang niet kon worden geweigerd. Met 28 stemmen voor en drie tegen (Rusland, Moldova en Zwitserland) is besloten de delegatie slechts als waarnemers toe te laten en in de vergadering van het committee in februari a.s. op deze zaak terug te komen.

Thema van de zitting en van de algemene rapporten van de drie commissies was Confronting Terrorism: a Global Challenge in the 21st Century. Daarnaast waren aan het standing committee tien supplementary items voorgelegd. Dit committee is op grond van het reglement van de assemblee bevoegd te beslissen over het toevoegen van onderwerpen aan de agenda. Hieronder zijn deze onderwerpen vermeld met de wijze van behandeling (bespreking in een commissie dan wel plenair) waartoe het standing committee heeft besloten.

– Trafficking in women: 3e commissie.

– Impact of Terrorism on Women: Plenair.

– Anti-Semitic Violence in the OSCE Region: 3e commissie.

– Belarus: 1e commissie.

– Roma Education: 3e commissie.

– Zuidoost-Europa: 2e commissie.

– Moldova: 1ste commissie.

– Prohibition of Antipersonnel Mines: Plenair.

– Human Rights and the War on Terrorism: 3e commissie.

– Peace in the Middle East, the Protection of the Holy basin of Jerusalem: 1e commissie.

De Georgische delegatie heeft de situatie in Abchazië als urgent onderwerp aangemeld. Met de vereiste meerderheid, consensus minus één, heeft het committee besloten dit onderwerp aan de agenda van de plenaire vergadering toe te voegen. De tegenstem was van de Russische delegatie.

De penningmeester, de heer Grafstein (Canada), heeft het committee een verslag over het afgelopen jaar en de ontwerp-begroting voor het volgend jaar voorgelegd. Het committee heeft met het beleid van de penningmeester ingestemd en de ontwerp-begroting goedgekeurd.

De mandaten van de bestaande ad hoc commissies inzake Kosovo, Moldova, het stabiliteitspact, Belarus en transparantie en verantwoordelijkheid van de OVSE zijn vernieuwd.

Plenaire vergadering zaterdag

De vergadering is geopend door de voorzitter van de assemblee, Severin (Roemenië). Hij heeft onder meer opgemerkt dat de wereld sinds de zitting van de assemblee in juli vorig jaar zeer veranderd is. De aanslagen op 11 september hebben duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar we zijn en dat we zonder solidariteit niet het hoofd kunnen bieden aan de grote gevaren van de post-bipolaire wereld. Er zijn een strategisch partnerschap tussen Rusland en Amerika en een band tussen Rusland en de NAVO ontstaan. Rusland maakt nu deel uit van de G8. Uitbreiding van de NAVO en van de Europese Unie staat voor de deur. Dit alles zal gevolgen hebben voor het veiligheidsmodel in Europa en voor de missies van de OVSE. In deze veranderde context moet de OVSE haar identiteit opnieuw definiëren, haar instituties herstructureren, en haar modus operandi hervormen. De OVSE heeft een nieuwe wijze van denken nodig zowel in termen van beleid als van instituties. Ze is alleen relevant wanneer we haar gebruiken om het doel van coöperatieve veiligheid te bereiken. De Organisatie is voorts alleen nuttig indien ze op het juiste moment krachtige en omvattende besluiten kan nemen. En tenslotte is de OVSE slechts nuttig indien ze vasthoudt aan de gewoonte pragmatisch en niet dogmatisch te zijn.

Van de assemblee zei de heer Severin dat groei in effectiviteit, belang en zichtbaarheid van drie voorwaarden afhangt: samenwerking met de OVSE (regeringsorganisatie), steun van de nationale parlementen, en ondersteuning door het secretariaat van de assemblee. Dit secretariaat is onmisbaar waar het gaat om de follow-up van beslissingen van de assemblee en om communicatie met de delegaties uit de nationale parlementen. Hoewel de heer Severin niet twijfelde aan de loyaliteit van de medewerkers van het secretariaat, had twee jaar voorzitterschap van de assemblee helaas ook enkele tekortkomingen aan het licht gebracht. Vragen aan het secretariaat werden soms niet beantwoord en opdrachten niet uitgevoerd. Zo was voor de wintervergadering in Wenen in februari jl. om een document gevraagd waarin wordt aangegeven wat in de zitting in Parijs vorig jaar is besloten en hoe het met de implementatie daarvan staat. Zo'n document is niet gemaakt. Het reglement van orde van de assemblee bepaalt dat er verslagen worden gemaakt van de vergaderingen van het standing committee. Die verslagen laten al jaren op zich wachten, en het gevolg is dat niemand meer precies weet wat er besloten is. De OVSE-assemblee is een institutie op politiek niveau met één hoofd: de voorzitter. Het secretariaat van de assemblee is geen apart instituut, en de secretaris-generaal is verantwoording verschuldigd aan de voorzitter en de assemblee; niet het omgekeerde. Het secretariaat wordt gevormd door ambtenaren zonder politieke rol; het moet een steunpunt zijn, aldus de heer Severin.

De vergadering is toegesproken door de voorzitter van de Duitse Bondsdag, Thierse, en de Duitse minister van buitenlanse zaken, Fischer. Minister Fischer zei dat de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs en het Europese Veiligheidshandvest van Istanbul het fundament van waarden en overtuigingen vormen, waarop de toekomst van onze landen vorm wordt gegeven. De consensus die in deze documenten is geformuleerd is het resultaat van een lang proces, dat Europa fundamenteel heeft veranderd. In de OVSE hebben we ons ambitieuze normen gesteld: inzake de mensenrechten, de omgang met minderheden, de vrijheid van de media en het houden van vrije verkiezingen.

Sinds 11 september zien we ons tegenover een wereldwijde uitdaging geplaatst, die de coördinaten van de internationale politiek heeft verschoven. Niets kan terrorisme rechtvaardigen, maar terrorisme kan niet bestreden worden zonder zich op de oorzaken te richten. Politieke onderdrukking, armoede en ongerechtigheid, het ontbreken van respect voor religieuze of culturele identiteit, daaraan moet worden gewerkt. De OVSE kan ertoe bijdragen de voedingsbodem voor het ontstaan van haat en geweld uit te drogen. Zo'n aanpak betekent echter dat we niet in gevaar mogen brengen wat we willen verdedigen. We moeten zelf geloofwaardig blijven. De strijd tegen terreur mag geen voorwendsel zijn om mensenrechten uit te hollen. Het moet er juist om gaan de instrumenten te versterken om de heerschappij van het recht, ook buiten het verdragsgebied van de OVSE, te vestigen. In dit verband noemde minister Fischer het Internationale strafgerechtshof, dat dezer dagen met zijn werk is begonnen, een mijlpaal van het volkenrecht.

Vervolgens voerde de fungerend voorzitter van de OVSE-ministerraad, de Portugese minister van buitenlandse zaken Martins da Cruz, het woord. Hij heeft aansluitend vragen beantwoord.

Na de minister sprak de Secretaris-generaal van de OVSE, de heer Kubis. Ook hij heeft aansluitend vragen beantwoord. Mevrouw Lycklama à Nijeholt heeft hem gevraagd naar de stand van de betrekkingen tussen OVSE (regeringsorganisatie) en assemblee. Zij stelde vast dat zowel de minister als de secretaris-generaal positieve woorden over de assemblee hadden gesproken. Kennelijk is de sfeer verbeterd, en er is sprake van een ontwerp-overeenkomst tussen OVSE en assemblee. Spreekster vroeg welk effect dat had op het dagelijks werk.

De heer Kubis antwoordde dat de discussies tijdens een bijeenkomst in Salzburg veel hebben opgehelderd en de sfeer onmiskenbaar hebben verbeterd. Het Memorandum of Understanding tussen fungerend voorzitter en voorzitter van de assemblee geeft daarvan blijk. Een jaar geleden was de sfeer gespannen als gevolg van misverstanden, en ook op het persoonlijk vlak werd niet steeds plezierig met elkaar omgegaan. Nu wordt normaal samengewerkt. In het Memorandum of Understanding is de uitnodiging aan hem neergelegd, de begroting van de OVSE aan de assemblee te presenteren. Spreker zal daaraan gaarne gehoor geven.

De Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden van de OVSE, de heer Ekeus, de directeur van het Office for Democratic Institutions and Human Rights, de heer Stoudmann, de vertegenwoordiger inzake vrijheid voor de media, de heer Duve, en de coördinator van economische en milieu-activiteiten van de OVSE, de heer Swiecicki, hebben verslag gedaan van hun activiteiten en vervolgens vragen beantwoord.

Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden Ekeus wees op twee ontwikkelingen in het afgelopen jaar. De eerste is de dreiging van terrorisme. Op zichzelf is dat geen taak voor hem, maar het vaststellen en verminderen van inter-etnische spanningen en fricties is deel van het collectieve streven het risico van gewelddadige conflicten te verminderen. Als we de oorzaken van ontgoocheling, ongelijkheid, uitsluiting en wanhoop aanpakken, kunnen we de omgeving droogleggen waar terrorisme wordt uitgebroed. De OVSE had in antwoord daarop een roadmap opgesteld hoe met terrorisme moet worden omgegaan. De tweede ontwikkeling was extreem nationalisme in delen van het OVSE-verdragsgebied. Dit was geen nieuw fenomeen; nationaal populisme treedt vaker aan de dag, met name tijdens verkiezingscampagnes. Maar het is onthutsend dat xenofobisch taalgebruik zich van de randen naar het centrum van de samenleving lijkt te verplaatsen. Actie kan en moet worden ondernomen om intolerantie, haat en vooroordelen tegen mensen uit andere culturen en geloven te bestrijden. Anti-discriminatie-regelgeving blijft dus van groot belang, zeker waar het gaat om het beschermen en bevorderen van de rechten van allen, inclusief diegenen die tot een nationale minderheid behoren, aldus de heer Ekeus.

In de op deze inleidingen volgende discussie heeft de heer Koenders vragen gesteld aan de heren Duve en Ekeus. Het evenwicht tussen persvrijheid en openheid van beleid staat op allerlei plaatsen onder druk. Hij vroeg of de heer Duve richtlijnen had opgesteld hoe met de strijd tegen terrorisme moet worden omgegaan. Daarnaast kunnen ook commerciële belangen de persvrijheid bedreigen, waarbij hij op de Italiaanse minister-president Berlusconi wees. Had de heer Duve al antwoord op zijn vragen ontvangen? Van de heer Ekeus wilde de heer Koenders weten of het werken aan rechten van minderheden ook echt tot minder spanningen leidt, waarbij hij de Kaukasus noemde.

De heer Duve antwoordde dat pluralisme in de media en professionaliteit in de journalistiek, ofwel het hanteren van vrijheid en verantwoordelijkheid, voor hem centrale punten zijn. In Italië controleert één man 90% van de media en die man is bovendien minister-president. Die opeenhoping van macht is een gevaar voor de persvrijheid. Tot zijn ontzetting heeft niemand, noch in het Europees Parlement, de Raad van Europa, of uit de Europese Commissie, gereageerd op de situatie die in Italië is ontstaan. In december is spreker daarom vragen aan de Italiaanse regering gaan stellen, iets wat geen Europese instelling heeft gedaan. Zijn laatste vraag is waarom Berlusconi drie journalisten misdadigers heeft genoemd, en waarom de programma's op de staatsomroep RAI van twee van hen inmiddels zijn stopgezet.

De heer Ekeus antwoordde dat het negeren van rechten en cultuur van minderheden fricties creëert en een bron van spanning is. Als je dat negeren bestrijdt, verminderen de spanningen. Een minderheid is geen bron van terreur, de situatie waarin die verkeert, kan dat wel zijn.

De vergadering is toegesproken door vertegenwoordigers van andere parlementaire assembleën die aan de zitting hebben deelgenomen.

De assemblee kent jaarlijks een prijs voor journalistiek en democratie toe aan journalisten die de beginselen van de OVSE op het gebied van mensenrechten, democratie, en een onbelemmerde informatie bevorderen. Dit jaar is deze prijs toegekend aan de Oostenrijkse journalist Friedrich Orter en de Belarussische journalist Pavel Sheremet. Orter heeft de beginselen van de OVSE op het gebied van mensenrechten en democratie bevorderd door middel van zijn omvattende en onpartijdige verslaggeving over de Balkan en Afghanistan. Sheremet heeft grote moed getoond bij zijn onafhankelijke en betrouwbare verslaggeving over het ontbreken van vrije meningsuiting en het schenden van mensenrechten in Belarus, waaronder verdwijningen van politici en journalisten die kritisch zijn over het bewind in dat land.

De donoren van de prijs zijn Bertelsmann AG (Duitsland), Bonnier (Zweden), Southam Inc (Canada), Schibsted ASA (Noorwegen) en de George and Thelma Paraskevaides Foundation (Cyprus).

Commissies

In de drie Commissies zijn de volgende onderwerpen en ontwerp-resoluties besproken:

1ste Commissie (Commissie voor politieke zaken en veiligheid):

– Algemeen rapport *; rapporteur Van den Doel.

– Moldova; indiener Kiljunen (Finland).

– Belarus; indiener Hoyer (VS).

– Ook is de commissie een ontwerp-resolutie voorgelegd over «Peace in the Middle East, the Protection of the Holy basin of Jerusalem»; indiener Pacini (Italië). In verband met de ontwikkeling van de situatie in het Midden-Oosten heeft de commissie besloten de resolutie niet te bespreken maar te behandelen in de winterbijeenkomst.

– De commissie is toegesproken door de Duitse staatssecretaris van defensie, Schulte.

2de Commissie (Commissie voor economische aangelegenheden, wetenschap, technologie en milieu):

– Algemeen rapport *; rapporteur Haering (Zwitserland).

– Zuidoost-Europa; indiener Voinovich (VS).

– De commissie is toegesproken door de Duitse minister van economische zaken, Müller.

3de Commissie (Commissie voor democratie, mensenrechten en humanitaire aspecten):

– Algemeen rapport *; rapporteur Robinson (Canada).

– Trafficking in women; indiener Tingsgård (Zweden).

– Anti-Semitic Violence in the OSCE Region; indiener Smith (VS).

– Roma Education; indiener Smith (VS).

– Human Rights and the War on Terrorism; indieners Smith (VS) en Micunovic (Joegoslavië).

– De commissie is toegesproken door de Duitse oud-president Von Weizsäcker.

De commissie heeft mevrouw Albayrak tot rapporteur benoemd.

Vergadering van vrouwelijke leden van de assemblee

De vergadering heeft over drie onderwerpen gesproken:

– The OSCE Assembly and gender equality; inleider mevrouw Kokkonen, Finland.

– The OSCE and gender equality; inleiders de dames Attinger Colijn (OSCE Gender Adviser, Wenen) en Zimmermann (ODIHR Gender Adviser, Warschau).

– The special consequences of terrorism for women; inleider: mevrouw Maass van het Duitse instituut voor internationale politiek en veiligheid.

De vergadering heeft uitgesproken dat de gender issue voortaan een zaak van de plenaire vergadering van de assemblee zou moeten zijn, en één van de leden van het Standing Committee dient gender representative te zijn. De vrouwelijke leden van de assemblee werden aangemoedigd zich kandidaat te stellen voor bestuursfuncties in de assemblee. Een werkgroep zou moeten worden ingesteld die de instelling van een prijs voor gender promotion in the OSCE zou moeten voorbereiden. Tenslotte heeft de vergadering aanbevolen het Report on the gender balance in the OSCE, dat is uitgebracht op initiatief van de assemblee, jaarlijks te laten actualiseren.

Plenaire vergaderingen dinsdag en woensdag

De penningmeester, de heer Grafstein (Canada), heeft verslag gedaan over het afgelopen jaar en de begroting voor het volgend jaar toegelicht.

In het algemene debat heeft mevrouw Albayrak eraan herinnerd dat Nederland, dat in 2003 fungerend voorzitter zal zijn van de OVSE, zich steeds voor het Helsinki-proces heeft ingezet. Met OVSE en OVSE-assemblee is niet alles wel, en Nederland zou er goed aan doen beter te luisteren naar de kritiek van Rusland en andere Oost-Europese landen. Die komt er op neer dat de aandacht te zeer op mensenrechten en humanitaire zaken en te weinig op economische zaken en ook te zeer op de oostelijke landen is gericht. Voorkomen dient te worden dat Europa opnieuw in twee delen uiteen valt, de Europese Unie en de rest. Nederland zou moeten bevorderen dat Rusland en de voormalige Sovjet-republieken de plaatsen kunnen innemen die hen toekomen. Het moet in staat zijn de Europese samenwerking hoog op de politieke agenda te zetten, want het vervult de komende jaren achtereenvolgens de voorzitterschappen van OVSE, Raad van Europa en Europese Unie. Evenwicht tussen Oost en West is nodig om succesvol te zijn.

De aanslagen op 11 september vorig jaar hebben duideljk gemaakt dat de discussie over wat nationale minderheden zijn, belangrijk is. We kunnen niet langer naar anderen wijzen; in de meeste Europese landen zijn nieuwe nationale minderheden te vinden en heeft zich een multi-culturele identiteit ontwikkeld. De Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden, die zich in de praktijk alleen met Oost-Europa en Centraal-Azië bezig houdt, zou zijn werkterrein naar West-Europa moeten uitbreiden. De groei van partijen in Denemarken en Nederland, die een complete stop van immigratie voorstaan, moet een punt van zorg zijn.

Tenslotte zei mevrouw Albayrak dat de Nederlandse delegatie ernaar streeft de zitting van de assemblee volgend jaar in Rotterdam een succes te doen zijn.

De secretaris-generaal van de assemblee heeft aan de vergadering verslag gedaan over de activiteiten van het secretariaat in het afgelopen jaar.

De vergadering heeft gesproken over twee supplementary items:

– Impact of Terrorism on Women: indiener Kokkonen (Finland).

– Prohibition of Antipersonnel Mines; indiener Voisin (Frankrijk).

De voorgelegde ontwerp-resoluties zijn aangenomen.

Bij de bespreking van de situatie in Abchazië is onder meer het woord gevoerd door twee leden van de Georgische delegatie en een lid van de Russische delegatie. Van de zijde van Georgië is naar voren gebracht dat Rusland al enkele jaren Abchazië (Noordwest-Georgië) bezet. De Georgiërs, die daar het overgrote deel van de bevolking vormen, zijn verdreven. Het gebied wordt bestuurd door zetbazen van Moskou. De internationale gemeenschap mag zich niet bij deze situatie neerleggen.

Van Russische zijde is gezegd dat de meeste inwoners van Abchazië om redenen van veiligheid en welvaart de Russische nationaliteit hebben aangevraagd en daarmee te kennen geven liever onder Russisch dan onder Georgisch bestuur te willen leven.

De Georgische delegatie heeft de vergadering een tekst over dit onderwerp ter besluitvorming voorgelegd. Daarover is niet besloten, omdat het bureau van de assemblee (voorzitter, vice-voorzitters en penningmeester) die tekst niet voor besluitvorming door de assemblee vatbaar achtte omdat die niet in de vorm van een resolutie was vervat.

Wel is gestemd over de ontwerp-resoluties, voorgelegd door de drie commissies. Na stemming per paragraaf is de slotverklaring1 aangenomen.

Tenslotte heeft de vergadering in bestuursvacatures voorzien. De heer George (Groot-Brittannië) is gekozen tot voorzitter van de assemblee. De heer Ostash (Oekraïne), mevrouw Haering (Zwitserland) en de heer Weisskirchen (Duitsland) zijn gekozen tot vice-voorzitter van de assemblee, allen voor een periode van drie jaar.

De voorzitter van de delegatie

Lycklama à Nijeholt

De griffier van de delegatie

Van Waasbergen


XNoot
1

Rapporten zijn in het Engels verkrijgbaar bij de Griffie voor de interparlementaire betrekkingen

Naar boven