22 588
Regelen inzake medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen)

nr. 29
MOTIE VAN HET LID ROSS-VAN DORP C.S.

Voorgesteld 30 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat menselijk leven vanaf het prilste begin beschermwaardig is;

overwegende, dat de regering heeft toegezegd in het voorjaar van 2000 een wetsvoorstel inzake «handelingen met geslachtscellen en embryo's» in te dienen;

constaterende, dat momenteel al experimenten met embryo's plaatsvinden;

constaterende, dat de Centrale commissie (CCMO) geen wettelijke bevoegdheid heeft om protocollen inzake onderzoek met menselijke embryo's te beoordelen;

verzoekt de regering – in afwachting van een wettelijke regeling – met onmiddellijke ingang een moratorium inzake experimenten met embryo's af te kondigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ross-van Dorp

Rouvoet

Van der Staaij

Naar boven