22 563
De problematiek van de Koerden

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 juni 1995

Op 5 april deelde de regering de Kamer in antwoord op door de leden Rosenmöller en Sipkes gestelde vragen mede dat naar aanleiding van de Turkse militaire operatie in Noord-Irak was besloten onder die omstandigheden geen goedkeuring te verlenen met betrekking tot nieuwe vergunningaanvragen voor de export van militair materieel naar Turkije1 .

In het licht van de beëindiging van de Turkse militaire operatie is de grond voor een dergelijke opschortende maatregel vervallen. Wij delen u dan ook mede dat aanvragen voor de export van militaire goederen naar Turkije weer net als voordien in behandeling zullen worden genomen met inachtneming van de criteria van het Nederlandse wapenexportbeleid.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele


XNoot
1

Aanhangsel Handelingen nr. 635, vergaderjaar 1994–1995.

Naar boven