22 408
Wijziging van de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in verband daarmede van enige andere artikelen van dit Wetboek

nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH

Ontvangen 28 mei 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel C, wordt vervangen door:

C. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «of op de in het verkeer gebruikelijke wijze aan de hare te doen voorafgaan» vervangen door: of die te doen volgen op haar eigen geslachtsnaam.

2. Toegevoegd wordt een derde lid, dat luidt:

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de man die gehuwd is of gehuwd is geweest en niet is hertrouwd.

Toelichting

Het is een maatschappelijk gebruik dat sommige gehuwde vrouwen hun geslachtsnaam achter die van hun echtgenoot plaatsen met een verbindingsstreepje ertussen. De regering biedt in artikel 9 B.W. een zelfde mogelijkheid aan de gehuwde man. Hierdoor ontstaat een vreemde situatie. Mevrouw A, die gehuwd is met meneer B, mag zich B-A noemen. En meneer B mag zich A-B noemen. Dit stuivertje wisselen is verwarrend.

Het amendement geeft de man en de vrouw de mogelijkheid achter de eigen geslachtsnaam die van de partner te voeren met een verbindingsstreepje ertussen.

Vrouwen die er de voorkeur aan geven de geslachtsnaam van hun echtgenoot te blijven voeren voorafgaand aan hun eigen geslachtsnaam, kunnen dit blijven doen op grond van het maatschappelijk gebruik. Een wettelijke grondslag is daar niet voor nodig gelijk de situatie was tot 1970.

Dittrich

Naar boven