nr. 29
AMENDEMENTEN VAN HET LID LANSINK
Ontvangen 21 februari 1995
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
Artikel 1, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. orgaan: bestanddeel van het menselijk lichaam, met uitzondering van
bloed en geslachtscellen en bestanddelen van de menselijke vrucht;.
II
Artikel 1, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. donor: een persoon of stoffelijk overschot, door of ten aanzien van
wie op grond van deze wet toestemming is verleend voor het bij hem of daaruit
verwijderen van een orgaan;
III
In artikel 11, eerste lid, wordt de laatste volzin vervangen door: Indien
het een minderjarige betreft, kan de toestemming worden verleend door de ouders
die de ouderlijke macht uitoefenen, of de voogd.
IV
Aan artikel 30, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel c toegevoegd, luidende:
c. degene die opzettelijk teweegbrengt of bevordert dat bestanddelen van
een menselijke vrucht worden gebruikt met het oogmerk om in of aan het lichaam
van een ander te worden in- of aangebracht ten behoeve van diens geneeskundige
behandeling, kunstmatige bevruchting daaronder niet begrepen.
Toelichting
Deze amendementen beogen de menselijke vrucht uit te sluiten van de toepassing
van de wet. Kunstmatige bevruchting blijft wel mogelijk.
Dit amendement komt alleen in stemming als amendement nr. 28 wordt verworpen.
Lansink