Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 22343 nr. 202 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 22343 nr. 202 |
Vastgesteld 13 augustus 2008
De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 17 juni 2008 overleg gevoerd met minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:
– de brief d.d. 20 november 2007 inzake toezending RIVM-rapport «Hoogspanningslijnen en fijn stof» (30175, nr. 44);
– de brief d.d. 18 januari 2008 inzake het veiligheidsbeheer locatie Chemelot in Sittard-Geleen (22 343, nr. 187);
– de brief d.d. 28 januari 2008 met beantwoording van vragen van de vaste commissie voor VROM aan de minister van VROM over UMTS (27 561, nr. 33);
– de brief d.d. 15 april 2008 houdende rapport VROM-Inspectie «Voorbeeldige» gemeentelijke inrichtingen (29 383, nr. 101);
– de brief d.d. 21 april 2008 inzake importcontainers met gevaarlijke gassen (22 343, 25 883, nr. 192);
– de brief d.d. 22 april 2008 inzake naleving EVOA-wetgeving (30 872, nr. 9);
– de brief d.d. 8 mei 2008 houdende rapport VROM-Inspectie over de implementatie van milieumaatregelen in de vleesindustrie (31 200-XI, nr. 110);
– de brief d.d. 15 mei 2008 inzake recente ontwikkelingen rond de Otapan (22 343, 25 834, nr. 193);
– de brief d.d. 2 juni 2008 inzake Corus (31 200-XI, nr. 117);
– de brief d.d. 9 juni 2008 inzake Corus (31 200-XI, nr. 126).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Volgens de heer Poppe (SP) is het aantal gegaste containers de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Er zijn nu ongeveer zes miljoen containers. 20% van de geïmporteerde containers staat onder giftig gas, waarvan 70% onnodig. Hierdoor vallen slachtoffers onder werknemers en consumenten. Op slechts 1% van de betrokken containers is de verplichte sticker aangebracht, waarop staat dat de container een giftig bestrijdingsmiddel bevat.
In feite worden milieugevaarlijke gassen geïmporteerd en dat behoort tot het beleidsterrein van de minister van VROM. De VROM-Inspectie heeft de handhaving al aangescherpt, met behoorlijk resultaat. Zij beschikt over onmisbare kennis en ervaring. Een nieuwe risicoanalyse is dus onnodig. Er moet nu worden doorgepakt en daarbij moet de VROM-Inspectie het voortouw nemen.
De minister stelt een convenant voor tussen vrijwel alle inspecties, die dan informatie met elkaar gaan uitwisselen. Dat betekent dat meer dan vijftien mensen bezig zijn om informatie te ontvangen, te rubriceren en verder te verwerken, terwijl ondertussen niet wordt gehandhaafd. Dit levert dus alleen maar bureaucratie op. Wat levert het voorstel op in het kader van handhaving en aanpak?
De Arbeidsinspectie kan pas optreden als containers worden geopend. Het is echter ondoenlijk om de containers te volgen naar hun eindbestemming. Het probleem van de gegaste containers moet effectief en nuchter worden aangepakt, met zo min mogelijk bureaucratie. Dit kan het beste direct nadat een container in de haven is aangekomen.
Het is ondoenlijk alle containers te controleren, maar de pakkans is voldoende effectief als jaarlijks minimaal 1000 containers voor controle worden geselecteerd en op de aanwezigheid van gas worden bemeten. Daarvoor zijn slechts enkele handhavers nodig. Is de minister bereid haar handhavingsplan te verbeteren? Wil zij een handhavingsteam instellen waarbij de VROM-Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat worden betrokken? Deze inspecties hebben de meeste ervaring en zijn het meest doelgericht.
Als er geen wettelijke middelen zijn om daadkrachtig te kunnen optreden, moeten deze er komen, teneinde gegaste containers bij aankomst in de haven te kunnen stoppen, ontgassen en terugsturen of, als ontgassen onmogelijk is, te vernietigen. Op die manier zullen importeurs en exporteurs van gegaste containers snel met elkaar overleggen, zodat die 70% onnodig gegaste containers binnen een jaar zijn verdwenen.
Wat de overige agendapunten betreft, sluit de heer Poppe zich aan bij de woorden van de volgende woordvoerders.
De heer Boelhouwer (PvdA) sluit zich aan bij de woorden van de heer Poppe over de gegaste containers. Hebben de intensievere controles tot resultaten geleid? Heeft de minister de indruk dat de sector het nu begint te begrijpen? Kan nog uitdrukkelijker kenbaar worden gemaakt dat eenieder die een container opent een potentieel risico loopt? Hoe wil de minister het probleem van containers die niet gegast zijn, maar waar tijdens het transport gassen door uitdamping ontstaan, aanpakken?
De UMTS-masten (universal mobile telecommunications system) vormen niet zozeer een gezondheidsprobleem, als dat zij wel veel maatschappelijke onrust veroorzaken. Mensen willen geen mast in de buurt, omdat niet 100% zeker is dat de elektromagnetische straling ongevaarlijk is. Dit probleem kan niet worden opgelost door veel zwaardere masten buiten bewoond gebied te plaatsen, want ook dan is er nog steeds straling. Kan de minister nog eens aan de VNG vragen om te kijken of in bebouwd gebied masten toch in ieder geval zo ver mogelijk van de bebouwing vandaan kunnen worden geplaatst? Dat betekent dus dat een mast niet op een flat wordt gezet, maar wellicht in een park, vermomd als boom.
In het geval van Corus is de provincie de vergunningverlenende en handhavende instantie. Het Rijk mag er wel wat van vinden, maar daar wordt het niet altijd beter van. Zolang er geen aanwijzingen bestaan dat er heel veel is misgegaan, moet de verantwoordelijkheid daar wordt gelaten waar deze hoort.
De heer Duyvendak (GroenLinks) constateert dat de vergunning Corus toestond overmatige hoeveelheden zeer giftige metalen uit te stoten. Deze vergunning had nooit afgegeven mogen worden door de provincie; gelukkig is deze nu door de Raad van State ingetrokken.
Niet alleen in dit geval heeft de provincie een fout gemaakt. Juist omdat provincies zo dicht bij de bedrijven zitten, is het zeer belangrijk dat er een instantie is die van een afstand kijkt of alles volgens de regels verloopt. De VROM-Inspectie had bij Corus er veel meer bovenop moeten zitten en had desnoods zelf naar de Raad van State moeten stappen. Kan de inspectie vanaf nu die rol wel vervullen? Zal de inspectie de juiste conclusies trekken uit de uitspraak van de Raad van State?
De discussie gaat in zekere zin ook over vuile en schone ertsen. In welke mate is het terecht dat een bedrijf anticipeert op het gebruik van vuile ertsen en dus meer ruimte nodig heeft in de vergunning? Als ertsen te vuil zijn, zou geen vergunning mogen worden verleend in het belang van de gezondheid van omwonenden. Het bedrijfsbelang bij meer omzet mag dan geen enkele rol spelen.
De Raad van State heeft bepaald dat in de vergunning niet veel meer ruimte mag worden gegeven dan wat in een representatief jaar is gebeurd. Bij Corus is dat echter wel het geval. Hopelijk wordt bij een nieuwe vergunning beter gekeken naar een goed evenwicht tussen het belang van het bedrijf en de gezondheid van omwonenden. Gaat de minister druk uitoefenen op Corus om een doekfilter aan te schaffen? Hoe kijkt zij aan tegen de recyclestromen? Zijn deze nu stilgelegd? Hoe kon het gebeuren dat Corus niet wist wat die recyclestromen bevatten?
Is de minister bereid te kijken naar de rol van de VROM-Inspectie bij Corus en andere grote bedrijven?
Op het punt van de gegaste containers sluit de heer Duyvendak zich aan bij het betoog van de heer Poppe.
Mevrouw Vietsch (CDA) vraagt zich af waar het Rijk zich mee bemoeit als het gaat om de verantwoordelijkheden van andere overheden. Het beeld bestaat dat men minder geïnteresseerd is in handhaving, omdat dat slechts de naleving van regels betekent. Als echter regels niet worden nageleefd, hoeven ze ook niet te worden gemaakt. Heeft de minister hierover overleg gevoerd met VNG en IPO? Zo ja, hoe reageerden zij?
Er moet duidelijkheid en eenduidigheid zijn. Gemeenten en provincies mogen zich niet verschuilen achter de VROM-Inspectie. Waarom is de inspectie betrokken en wil zij dat blijven bij de veiligheidssituatie van de locatie Chemelot, terwijl het toezicht daarop een taak van de Provincie Limburg is? Die doet dat overigens voortreffelijk. Terecht is Noord-Holland de verantwoordelijke vergunningverlener in het geval van Corus. Blijft dat ook zo? Het is overigens goed dat er meer duidelijkheid geschapen is en dat er een vervolgonderzoek komt.
Het is een goede zaak dat er duidelijke werkafspraken zijn gemaakt bij de afhandeling van importcontainers. Waarom is er echter een convenant nodig tussen de verschillende toezichthoudende ambtenaren? Is in die werkafspraken ook een mandatering geregeld voor elkaars werkgebied? Het is onaanvaardbaar dat Nederlandse slachterijen niet voldoen aan Europese regelgeving. Is het vlees gevaarlijk of zijn de eisen onnodig? Welke acties worden de komende tijd genomen?
Gelukkig zijn nu de milieuperikelen rond de Otapan opgelost en wordt het schip gesloopt. Kan de minister de kosten verhalen? Welk draaiboek ligt er als andere schepen met een vergelijkbare problematiek Nederland in de toekomst aandoen?
Hoe staat het met het overleg met het bedrijfsleven over de EVOA (Europese Verordening betreffende het toezicht en de controle op de Overbrenging van Afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap)? Is er ook overleg geweest over de wijziging van het Besluit detectie radioactief besmet schroot? Zo ja, is daarin geconcludeerd dat de vereiste kraandetectie voor controle op over het water aangeleverd schroot mag worden aangeschaft? Deze wijziging betekent een investering van € 60 000 tot bijna 1 mln. voor aan het water gelegen metaalrecyclinglocaties. De minister zal toch niet per direct een dergelijke kostbare wijziging invoeren zonder enige vorm van overleg?
Volgens mevrouw Neppérus (VVD) tonen wetenschappelijke onderzoeken niet echt aan dat hoogspanningslijnen en UMTS-masten problemen veroorzaken, maar toch bestaat nog steeds maatschappelijke onrust. Kan de minister het voorzorgbeleid helderder maken? Kan eens worden bekeken hoe UMTS-masten anders kunnen worden neergezet?
Het is goed dat de minister voortaan de gemeenteraad informeert bij wijziging van de VROM-regelgeving. VROM moet niet het werk van gemeenten doen, maar de VROM-Inspectie zou wel een rol moeten hebben bij het toezicht op de naleving.
Er komen zes miljoen containers de Rotterdamse haven binnen. Die kunnen niet allemaal worden gecontroleerd, maar wel kunnen de risicogevallen eruit worden gelicht. Het is op een gegeven moment echt wel duidelijk wat die risicogevallen zijn. Het zou dus een goed idee zijn om bijvoorbeeld 1000 containers te controleren uit een representatieve groep, waarbij de VROM-Inspectie een rol kan spelen. Moeten de Inspectie Verkeer en Waterstaat, de Arbeidsinspectie of de Douane er ook bij worden betrokken? De Douane kan ook een heel grote rol spelen bij het in kaart brengen van vervoerspatronen. Kan er wel ruimte voor flexibiliteit worden gecreëerd, zodat zo nu en dan ook wat extra kan worden gecontroleerd?
De Zembla-uitzending over Corus heeft veel onrust veroorzaakt. Natuurlijk mag er kritisch worden gekeken naar de vraag hoe bedrijven omgaan met gevaarlijke stoffen, maar daarbij moet wel zorgvuldigheid worden betracht. Mevrouw Neppérus is blij met het aangekondigde onderzoek naar de gezondheidsaspecten en wacht de resultaten daarvan af. De primaire verantwoordelijkheid voor de vergunningverlening ligt bij de provincie en dat moet ook zo blijven. Wat houdt precies het Waterlandoverleg in? Wat is daarbij verantwoordelijkheid van het ministerie?
De minister vergelijkt het voorstel om jaarlijks 1000 containers op de aanwezigheid van gassen te controleren, met een vijftrapsraket. Het is niet ondenkbaar dat dit voorstel een schrikreactie met zich brengt en dat daardoor de concentraties van gassen in importcontainers afneemt. De uitvoerbaarheid is afhankelijk van de vraag of voldoende mensen en middelen beschikbaar zijn. Overigens is de handhaving inderdaad aangescherpt en dat heeft wel enige resultaten tot gevolg.
20% van het aantal importcontainers bevat gassen boven de wettelijke grenswaarde voor de arbeidssituatie (MAC-waarden); een deel hiervan wordt veroorzaakt door het gassen van de container zelf, maar een steeds groter deel wordt veroorzaakt door het uitdampen van gassen uit de vervoerde producten.
Het is thans toegestaan containers te gassen. Er is dus geen wettelijke basis voor interventie. Er is pas sprake van een overtreding van de Wet milieugevaarlijke stoffen op het moment dat iemand weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat mensen of milieu worden blootgesteld aan een gevaarlijke dosis stof. Op het moment dat een container in de haven staat, is dat niet het geval. De VROM-Inspectie kan dan dus niet optreden. Er is sprake van overtreding van de arbeidsomstandighedenregelgeving wanneer een werknemer wordt blootgesteld aan gevaarlijke stoffen zonder dat adequate voorzorgsmaatregelen worden getroffen; dit is een SZW-bevoegdheid. De veiligheid van de producten die in de container zijn opgeslagen, is een VWS-verantwoordelijkheid, maar die veiligheid of het ontbreken daarvan kan pas worden vastgesteld wanneer een product op de markt is gebracht. Wel kan worden gekeken naar de vervoersregelgeving van VW; het is namelijk verboden om gegaste containers te vervoeren zonder adequate etikettering, maar dat geldt niet voor containers waarin producten uitdampen. De toepassing van bestrijdingsmiddelen voor gassingen in het exportland valt onder de regelgeving van het desbetreffende land; onbekend is in hoeverre die regelgeving wordt overtreden.
Voor VROM is het voorstel standaard 1000 containers per jaar te controleren, moeilijk uit te voeren, omdat er nauwelijks risico’s voor het milieu zijn. Bovendien zijn er geen handhavingsinstrumenten. Een wetswijziging is niet gewenst: de risico’s zijn gering en de gemeten concentraties gassen in de containers hebben slechts een beperkte voorspellende waarde voor de risico’s. Het voorstel tot interventie kan wel nog eens expliciet worden beoordeeld op grond van de risicobeoordeling onder leiding van de Douane. Ook kan worden geprobeerd bij de bron, in het buitenland, ervoor te zorgen dat passende maatregelen worden getroffen teneinde problemen in Nederland te voorkomen; de staatssecretaris van EZ heeft hiertoe al actie ondernomen in de richting van China.
De VROM-Inspectie, de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de Douane hebben in een convenant afgesproken om de selectie in de haven te verbeteren. De minister is bereid het voorstel om 1000 containers te selecteren, in te brengen in het overleg met de inspecties. Bovendien hebben de diverse inspecties afgesproken om op basis van bestaande systemen alle informatie beter op elkaar af te stemmen. Dat levert dus zeker geen extra bureaucratie op. De minister zegt toe de Kamer in september 2008 te informeren over de afspraken op basis van het convenant. Op dat moment is op basis van de risicobeoordeling door de Douane tevens duidelijk welke wettelijke middelen er zijn om de gewenste interventie te plegen en als dat niet voldoende soelaas biedt, wat er moet worden gedaan om beter op te kunnen treden in juridische zin.
De provincie is het bevoegd gezag voor vergunningverlening aan en handhaving bij Corus. De VROM-Inspectie heeft vanuit het interbestuurlijk toezicht een tweedelijnstaak. De inspectie houdt steekproefsgewijs inspecties. Zij heeft dat ook gedaan bij de onderhavige vergunning. Tevens heeft zij geoordeeld dat het Waterlandakkoord wat VROM-bevoegdheid betreft, niet strijdig is met wet- en regelgeving. Voor een goede communicatie neemt de provincie bij dit akkoord de regierol op zich.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State wordt de vergunning gewijzigd. Vergunningverlening en -handhaving zijn en blijven de primaire verantwoordelijkheid van de provincie. De inspectie vervult haar advies- en toezichtrol, maar houdt alleen steekproefsgewijs controles. De jaarvrachten moeten fors naar beneden worden bijgesteld. Hoe Corus en de provincie dit willen doen, is aan hen, bijvoorbeeld door het versneld installeren van een doekfilter of door het stellen van hogere eisen aan de kwaliteit van de ertsen. De inspectie heeft geoordeeld dat de uitstoot van zware metalen wordt beperkt door het vastleggen van maximaal toegestane emissieconcentraties en door de eis dat Corus de best beschikbare techniek toepast, waarbij de Raad van State van mening is dat de toegestane emissieconcentraties moeten worden omgerekend naar feitelijke jaaremissies. De wasser die Corus gebruikt, wordt volgens het geldend Europees referentiedocument beschouwd de best beschikbare techniek. De uitspraak van de Raad van State nuanceert dit echter, door vast te stellen dat de best beschikbare techniek moet worden vergeleken met andere mogelijkheden die verdergaan dan vigerende Europese referentiedocumenten; die nieuwe techniek kan bijvoorbeeld het doekfilter zijn. Op 6 mei jongstleden heeft de Europese Commissie Nederland in gebreke gesteld voor een onvoldoende uitvoering van de IPPC-richtlijn (Integrated Pollution Prevention and Control). Bij Corus was dat overigens niet het geval.
Bij de vraag of zuivere of mindere zuivere ertsen worden gebruikt, zijn de emissienormen leidend. Als een bedrijf minder zuivere ertsen gebruikt, zal het meer aanpassingen moeten doen om steeds binnen de normen te blijven. De uitstoot van de thans gebruikte ertsen blijven nog steeds onder de gestelde emissienormen. Het is aan het bedrijf om te bepalen wat het met de resterende ruimte doet: meer produceren of minder zuivere ertsen gebruiken.
Ten aanzien van de recyclestromen is conform de Awb-procedure (Algemene wet bestuursrecht) een dwangsom opgelegd om Corus ertoe te dwingen dat deze wordt stilgelegd. Dit gebeurt fysiek binnen enkele weken.
Bij de locatie Chemelot ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de Provincie Limburg en houdt VROM-Inspectie toezicht en handhaaft zij.
De aanpak van de prioritaire EVOA-stromen, zoals chemie- en elektronica-afval en afval van non-ferrometalen, wordt vooraf afgestemd met de brancheorganisaties en enkele sleutelbedrijven. Daarbij worden de risico’s voor illegale handelingen verkend en wordt bekeken wat de meest effectieve aanpak is. Hiervoor is een Frontoffice Afval opgericht, dat bij de afvalsector de problemen inventariseert. Ook is een structureel overleg gestart met de afvalbrancheorganisaties. Vanuit de overheid is per afvalsector een branchemanager aangesteld.
Door de voorgenomen wijziging van het Besluit detectie radioactief besmet schroot zal een aantal bedrijven extra schrootdetectieapparatuur moeten aanschaffen. Voor die aanschaf is een termijn van zes maanden gesteld. Over deze wijziging wordt al geruime tijd overleg gevoerd met de desbetreffende bedrijven. Zij hebben dus kunnen zien aankomen dat er investeringen moeten worden gepleegd en hebben dus tijdig geld kunnen reserveren. De kosten van de apparatuur zijn afhankelijk van de bedrijfsgrootte. Deze nieuwe meetwijze is nodig omdat handmatig meten niet goed verliep en er vaak fouten werden gemaakt.
Gemengde en rituele slachterijen voldoen in mindere mate aan de IPPC-richtlijn. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de schaalgrootte van de bedrijven. Gemengde slachterijen zijn van oudsher gevestigd in stedelijk gebied, waardoor ze geen tot weinig ruimte hebben om mee te groeien met de markt. Voor hen is het minder eenvoudig om extra milieumaatregelen te treffen of specifieke milieusystemen in te voeren. De door de EU opgestelde eisen zijn uitgewerkt tussen overheid en bedrijfsleven, maar conform de IPPC-richtlijn is gekozen voor de best beschikbare technieken, zoals verwoord in de BREF-documenten (toets aan het referentiedocument bij de IPPC-richtlijn). Alle vergunningen onder de Wet milieubeheer hadden in november 2007 moeten voldoen aan de IPPC-richtlijn, maar dit is nog niet overal het geval. Er worden extra inspecties uitgevoerd.
De kwestie Otapan is goed afgehandeld en op basis van de daar opgedane ervaringen wordt een strategie ontwikkeld voor de toekomst. Deze strategie houdt in dat niet proactief gezocht wordt naar sloopschepen, maar dat als een dergelijke situatie zich voordoet, de inspectie haar rol vervult, partijen zo snel mogelijk bij elkaar worden gebracht en het schip aan de ketting wordt gelegd. Voorkomen moet worden dat een sloopschip op een Zuid-Aziatisch strand eindigt om daar op een mens- en milieuonvriendelijke manier te worden gesloopt. VROM stelt een handleiding op voor handhaving van mogelijke illegale grensoverschrijdende overbrengingen van potentiële sloopschepen op de korte en middellange termijn.
De minister heeft er alle vertrouwen in dat gemeenten en provincies het belang van handhaving inzien en er serieus mee omgaan. Er moet worden gezorgd voor een goede handhaving, van een hoogstaand niveau. De minister zal de Kamer na het zomerreces nader informeren over het overleg met gemeenten en provincies over de nodige kwaliteitsslag als gevolg van alle nieuwe wet- en regelgeving.
Er is ongeveer 16 mln. gestoken in onderzoek naar de risico’s van elektromagnetische velden bij UMTS-masten. Er wordt zo veel mogelijk het voorzorgsprincipe gehanteerd, maar als dat heel strikt wordt toegepast, zou geen enkele mast meer kunnen worden geplaatst. Naar de huidige wetenschappelijke inzichten zijn er geen gezondheidsrisico’s door biologische effecten, voor zover deze er al zijn. VROM houdt zeker de vinger aan de pols en alle onderzoeken worden onafhankelijk van de netwerkoperators verricht.
Gemeenten spelen een rol bij de plaatsing van UMTS-masten. Er moet soms een bouwvergunning worden afgegeven en een netwerkoperator moet altijd een plaatsingsplan met de gemeente bespreken. Gemeenten kunnen daardoor invloed uitoefenen op de locatie van de mast. Het is echter niet altijd mogelijk een mast buiten bebouwd gebied te plaatsen, omdat er een dekkingsgebied voor mobiel bellen nodig is.
De heer Poppe (SP) is teleurgesteld in de reactie van de minister op zijn voorstel om het probleem van de gegaste containers aan te pakken. Haar aanpak zal niet effectief genoeg zijn.
De heer Boelhouwer (PvdA) benadrukt dat uit onderzoek blijkt dat de effecten van UMTS-masten alleen optreden bij een temperatuurverhoging in de hersenen van minstens 1° Celsius gedurende langere tijd. Dat is vaak de bron van verdere neurologische afwijkingen. Inderdaad moet het dan al heel gek lopen, wil dit gebeuren.
Kan de minister de Kamer nader informeren over de ingebrekestelling door de Europese Commissie?
De heer Duyvendak (GroenLinks) vermoedt dat de thans best beschikbare technieken moderner en beter zijn dan op het moment van de toenmalige vergunningverlening aan Corus. Kan de minister daar nog eens goed naar kijken? Overigens is hij blij met de afhandeling van de Otapan.
Mevrouw Vietsch (CDA) is blij met de toezegging van de minister over de gegaste containers om het te gaan regelen.
Wat betekent die ingebrekestelling door de Europese Commissie? Op welke manier worden de slachterijen op orde gebracht?
Mevrouw Neppérus (VVD) vindt dat er meer voortgang op het dossier van de gegaste containers moet komen. Kan de Kamer eerder dan september worden geïnformeerd? De VROM-Inspectie moet de vinger aan de pols houden bij de kwestie Corus. Dat geldt evenzeer voor de UMTS-masten.
Als niet proactief wordt gezocht naar sloopschepen, wordt bij dat onderwerp dan wel voldoende de vinger aan de pols gehouden?
De minister benadrukt dat niet proactief kan worden gezocht naar sloopschepen, omdat die niet van andere schepen te onderscheiden zijn.
Op basis van informatie van eind 2007 is Nederland in gebreke gesteld voor onvoldoende uitvoering van de IPPC-richtlijn. Begin juli aanstaande informeert de minister de Europese Commissie over de actuele stand van zaken, waarbij dan als peildatum juni 2008 geldt. Naar verwachting zullen gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat dan nog niet klaar zijn met het actualiseren van de vergunningen die onder de IPPC-richtlijn vallen. VROM doet er alles aan om deze kwestie zo snel mogelijk aan te pakken. De Kamer wordt begin juli nader geïnformeerd.
Het referentiedocument schreef destijds nog geen doekfilter voor Corus voor. Er was toen geen reden om verder te gaan dan de eisen in het referentiedocument.
De gemeenten zijn er verantwoordelijk voor om de slachterijen op orde krijgen.
– De minister van VROM zegt toe in september 2008 de Kamer te informeren over het convenant tussen de samenwerkende inspecties en de risicoanalyse van de Douane, en in het overleg met de Douane en de Inspectie Verkeer en Waterstaat de wens tot intensivering van de inspecties (minimaal 1000 containers per jaar) mee te nemen en daarbij te bezien hoe de interventie zó kan worden georganiseerd dat het wettelijk mogelijk is. Indien het wettelijk niet mogelijk is, zal de minister met een alternatief komen om het probleem van gegaste ladingen alsnog wél aan te kunnen pakken.
– De minister van VROM zegt naar aanleiding van het dossier gemeentelijke inrichtingen toe na het zomerreces 2008 de Kamer te informeren over de voortgang van de ontwikkelingen met betrekking tot het toezicht.
– De minister van VROM zegt toe de Kamer in juli 2008 te informeren over de wijze waarop Nederland alsnog voldoende en adequaat uitvoering zal geven aan de IPPC-richtlijn.
Samenstelling:
Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).
Plv. leden: Duyvendak (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), Kamp (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22343-202.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.