22 343
Handhaving milieuwetgeving

30 300 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2006

nr. 1361
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2006

Vóór het Algemeen Overleg van de Vaste Commissie VROM van 28 juni 2006 (30 300 XI/22 343, nr. 137) over het afvalbeleid ontvingen de leden van de Commissie een brief (d.d. 20 juni 2006, VROM06-169) namens vier shredderbedrijven. In de brief geven ze hun zorgen weer over het beleid voor autorecycling in het algemeen en de bouw van een Post Shredderinstallatie in het bijzonder. Tijdens het Algemeen Overleg heb ik de Commissie toegezegd om schriftelijk te reageren op de punten die in de brief genoemd staan.

1 Afvalstoffenbeleid

Een van de doelstellingen van het afvalstoffenbeleid is het zoveel mogelijk voorkómen van het storten van afvalstoffen. Uitgangspunt is dat alleen die afvalstoffen mogen worden gestort waarvoor geen andere verwerkingsmogelijkheden (nuttige toepassing of verbranden) beschikbaar zijn. Dit uitgangspunt is wettelijk vastgelegd in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (BSSA), waarin een lijst van afvalstoffen is opgenomen waarvoor stortverboden kunnen worden ingesteld. Het stortverbod voor een afvalstof wordt pas geëffectueerd als er voor die afvalstof een alternatieve verwerkingsmethode beschikbaar is. Ik kan toestemming voor ontheffing van een stortverbod geven, bijvoorbeeld als er op enig moment onvoldoende verwerkingscapaciteit is of als de afzet van een bepaalde afvalstof stagneert.

De stortverboden worden ondersteund door een stortheffing op grond van de Wet belasting op milieugrondslag. De stortheffing kent een hoog en een laag tarief. Afvalstoffen waarvoor naar alle waarschijnlijkheid niet op korte termijn een alternatieve verwerkingsmogelijkheid beschikbaar is, vallen onder het lage tarief.

Voor shredderafval is het stortverbod niet geëffectueerd, omdat er geen mogelijkheid is om dat afval nuttig toe te passen en de afvalverbrandingsinstallaties het niet accepteren. Shredderafval mag dan ook met een lage stortheffing worden gestort.

2 Verwerking van shredderafval wordt mogelijk dankzij de Richtlijn autowrakken

De markt van shredderafval is in beweging. Er is namelijk een Post ShredderTechniek (PST) beschikbaar gekomen, waarmee shredderafval kan worden gescheiden in diverse deelstromen die vervolgens voor ongeveer 75% nuttig kunnen worden toegepast of kunnen worden verbrand. De overige 25% moet alsnog worden gestort.

Het beschikbaar komen van deze nieuwe techniek is een gevolg van de doelstelling van 95% nuttige toepassing die is opgenomen in de Richtlijn autowrakken (2000/53/EG).

In het kader van de producentenverantwoordelijkheid zijn de producenten en importeurs van auto’s verantwoordelijk gemaakt voor het behalen van de doelstelling. Om dat te bewerkstelligen heeft de Nederlandse autobranche in 1995 AutoRecycling Nederland (ARN) opgericht. ARN heeft inmiddels een netwerk van autodemontagebedrijven, shredders en verwerkers van autowrakken gevormd die er samen voor hebben gezorgd dat autowrakken op dit moment voor meer dan 85% nuttig worden toegepast. Het bedrijfsleven kan daar trots op zijn en ik ben tevreden over wat men de afgelopen jaren heeft bereikt.

Maar het moet nog beter, want het moet naar 95%. Die doelstelling kan alleen worden gehaald als ook het shredderafval voor een belangrijk deel nuttig wordt toegepast. ARN is van mening dat de doelstelling met de PST kan worden gehaald en heeft daarom het initiatief genomen om de techniek in Nederland te introduceren. Zoals ARN in een brief aan de VC VROM als reactie op de brief van de shredderbedrijven heeft aangegeven, vind zij de PST installatie een productieve investering en gaat ze er wel degelijk van uit dat op termijn de Europese doelstelling van 95% wordt gehaald. In het kader van de hiervoor genoemde producentenverantwoordelijkheid zullen de producenten/importeurs uiteindelijk door mij worden afgerekend op het al dan niet behalen van die doelstelling.

3 Behalen doelstelling autowrakken van 2007 naar 2015

De hiervoor genoemde Europese doelstelling van 95% nuttige toepassing van autowrakken moet volgens de Richtlijn autowrakken in 2015 zijn gehaald. In Nederland hebben we het halen van die doelstelling voor 2007 vastgelegd. Omdat pas in 2006 met de realisatie van de PST installatie wordt begonnen, het meerdere jaren duurt voor met de installatie een percentage van 95% kan worden gehaald en in het buitenland geen installaties zijn die een hoger percentage bereiken, is het niet realistisch vast te houden aan het bereiken van de doelstelling in 2007. Ik verschuif daarom de datum van 2007 naar 2015 en laat hem dus samenvallen met de Europese doelstelling. Daarmee haal ik deze Nederlandse kop op Europese regelgeving af en voorkom ik concurrentieverstoring.

4 Verwijderingsbijdrage

Om hun doelstellingen te bereiken, vragen de producenten/importeurs van auto’s een verwijderingsbijdrage aan de consument. Met deze bijdrage vergoedt ARN de shredderbedrijven en autodemontagebedrijven voor bepaalde kosten van de verwerking van autowrakken en gaat men nu dus investeren in de PST.

In het Algemeen Overleg van 28 juni heb ik toegezegd dat ik de Kamer in november de resultaten zal voorleggen van een analyse van de neveneffecten van het instrument «producentenverantwoordelijkheid». Ik zal daarbij met name ingaan op de verwijderingsbijdrage en de manierwaarop producenten/importeurs invulling hebben gegeven aan de bijdrage, de hoogte en het beheer van de gelden. ARN heeft met de bijdragen een fonds gevormd waaruit de investering voor de PST wordt bekostigd.

5 Ontwikkeling verwerkingscapaciteit

Het shredderafval dat in Nederland ontstaat na het shredderen van een mix van verschillende afvalstromen is voor ongeveer eenderde afkomstig van autowrakken. De rest is zogeheten welvaartsschroot van bijvoorbeeld koelkasten, bedspiralen, oude fietsen, enz. De PST is geschikt voor alle soorten shredderafval. De capaciteit die ARN in Nederland wil realiseren, is voldoende voor ongeveer de helft van al het shredderafval. Dat betekent dat er een uitdaging voor het bedrijfsleven ligt om ook voor de andere helft van het shredderafval PST capaciteit te bouwen. Dit heeft tot gevolg dat niet alleen shredderafval van autowrakken grotendeels nuttig wordt toegepast, maar ook van de andere afvalstromen. Gezien het beleid om storten te beperken en nuttig toepassen te bevorderen is dit een gewenste ontwikkeling.

6 De situatie in het buitenland

Voor zover mij bekend, zijn er nog geen verwerkingsinstallaties in de ons omringende landen operationeel die dezelfde prestaties halen als de PST.

Het is echter een gegeven dat ook die landen de doelstelling uit de Richtlijn autowrakken moeten halen en dus moet ook daar iets met het shredderafval gebeuren. In Duitsland is er inmiddels een algemeen stortverbod en in België is een stortverbod voor shredderafval in voorbereiding. Verder worden de storttarieven in België in 2007 drastisch verhoogd.

Mochten er de komende jaren in Nederland kennisgevingen worden gedaan voor uitvoer van shredderafval, dan zal alleen toestemming worden gegeven als het shredderafval voor nuttige toepassing wordt uitgevoerd en de mate van nuttige toepassing in het buitenland vergelijkbaar is met die in Nederland.

7 Stortverbod voor shredderafval

Zoals hiervoor is aangegeven, is er een alternatieve verwerkingsmethode voor shredderafval beschikbaar gekomen op de Nederlandse markt. Dat betekent dat er voor deze afvalstroom een stortverbod kan worden ingesteld. Om het bedrijfsleven de tijd te geven om voldoende capaciteit te realiseren, zal ik dat stortverbod op 1 januari 2009 laten ingaan. Om de realisatie van de verwerkingmethode te ondersteunen zal het storten van shredderafval één jaar eerder, dus op 1 januari 2008, onder de hoge stortheffing worden gebracht.

Uit de PST installatie komt een residustroom die (nog) niet nuttig kan worden toegepast. Voor deze residustroom zal ontheffing van het stortverbod worden verleend. Storten is dan toegestaan, maar dan wel tegen het hoge tarief. Dit stimuleert om de PST installatie zo optimaal mogelijk te gebruiken en de residustroom zo klein mogelijk te maken.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

I.v.m. correctie in de titel.

Naar boven