22 343
Handhaving milieuwetgeving

nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2005

Hierbij doe ik u toekomen het rapport van het door de VROM-Inspectie uitgevoerde onderzoek1 bij gemeentelijke inrichtingen met het college van burgemeester en wethouders als bevoegd gezag.

Bij 22 gemeenten in de provincie Zuid-Holland en bij 5 in de provincie Zeeland is door de VROM-Inspectie onderzocht hoe deze gemeenten omgaan met inrichtingen waarvoor het college van burgemeester en wethouders zichzelf een vergunning op grond van de Wet milieubeheer dient te verlenen. Daarnaast is onderzocht of deze inrichtingen binnen de bestemmingsplannen pasten en of de nodige bouw- en gebruiksvergunningen waren verleend. De inrichtingen waren voornamelijk gemeentewerven al dan niet gecombineerd met een brandweerkazerne.

Uit het onderzoek van de VROM-Inspectie is gebleken dat in de helft van de gevallen de op grond van de Wet milieubeheer vereiste vergunning niet in orde was, terwijl ook de naleving van de aan de vergunning verbonden voorschriften te wensen overliet. Ook was er in sommige gevallen strijd met het bestemmingsplan en was de gebruiksvergunning niet verleend. De bouwvergunningen waren in het algemeen wel verleend. Bij 6 gemeenten was de situatie volledig in orde.

Naar aanleiding van het onderzoek heeft de VNG inmiddels een aantal maatregelen genomen. Naast de in gang gezette professionalisering van de handhaving van regelgeving op het gebied van milieu, is gemeenten gevraagd om in 2005 bij de eigen inrichtingen de naleving van de VROM-regels te controleren. Daarnaast heeft de VNG de colleges van burgemeester en wethouders geadviseerd in het milieujaarverslag aan te geven wat de situatie bij de eigen bedrijven is.

Verder kan worden vermeld dat voor de handhaving van regelgeving op het gebied van milieu de VNG en de VROM-Inspectie kwaliteitscriteria hebben opgesteld. Gemeenten moeten op basis van deze criteria jaarlijks een handhavingsprogramma opstellen. Ook wordt binnenkort een handhavingsplan voor bouwregels wettelijk geregeld.

Om vast te stellen of bovenvermelde maatregelen tot een verbetering van de situatie leiden, zal de VROM-Inspectie in de loop van 2005 en in 2006 het naleven van de VROM-regels bij de eigen inrichtingen wederom gaan controleren.

Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven