nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2005
Hierbij doe ik u toekomen het rapport van het door de VROM-Inspectie uitgevoerde
onderzoek1 bij gemeentelijke inrichtingen met
het college van burgemeester en wethouders als bevoegd gezag.
Bij 22 gemeenten in de provincie Zuid-Holland en bij 5 in de provincie
Zeeland is door de VROM-Inspectie onderzocht hoe deze gemeenten omgaan met
inrichtingen waarvoor het college van burgemeester en wethouders zichzelf
een vergunning op grond van de Wet milieubeheer dient te verlenen. Daarnaast
is onderzocht of deze inrichtingen binnen de bestemmingsplannen pasten en
of de nodige bouw- en gebruiksvergunningen waren verleend. De inrichtingen
waren voornamelijk gemeentewerven al dan niet gecombineerd met een brandweerkazerne.
Uit het onderzoek van de VROM-Inspectie is gebleken dat in de helft van
de gevallen de op grond van de Wet milieubeheer vereiste vergunning niet in
orde was, terwijl ook de naleving van de aan de vergunning verbonden voorschriften
te wensen overliet. Ook was er in sommige gevallen strijd met het bestemmingsplan
en was de gebruiksvergunning niet verleend. De bouwvergunningen waren in het
algemeen wel verleend. Bij 6 gemeenten was de situatie volledig in orde.
Naar aanleiding van het onderzoek heeft de VNG inmiddels een aantal maatregelen
genomen. Naast de in gang gezette professionalisering van de handhaving van
regelgeving op het gebied van milieu, is gemeenten gevraagd om in 2005 bij
de eigen inrichtingen de naleving van de VROM-regels te controleren. Daarnaast
heeft de VNG de colleges van burgemeester en wethouders geadviseerd in het
milieujaarverslag aan te geven wat de situatie bij de eigen bedrijven is.
Verder kan worden vermeld dat voor de handhaving van regelgeving op het
gebied van milieu de VNG en de VROM-Inspectie kwaliteitscriteria hebben opgesteld.
Gemeenten moeten op basis van deze criteria jaarlijks een handhavingsprogramma
opstellen. Ook wordt binnenkort een handhavingsplan voor bouwregels wettelijk
geregeld.
Om vast te stellen of bovenvermelde maatregelen tot een verbetering van
de situatie leiden, zal de VROM-Inspectie in de loop van 2005 en in 2006 het
naleven van de VROM-regels bij de eigen inrichtingen wederom gaan controleren.
Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel