nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2005
Hierbij zend ik u het rapport «Weg met TAG».1 Dit rapport bevat de resultaten van in 2003 en 2004 uitgevoerd onderzoek,
gericht op de keten van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG).
Doel, aanleiding en opzet onderzoek
Vanwege de schadelijke effecten van de in teer aanwezige PAK-verbindingen2 is de afgelopen jaren beleid en wetgeving ontwikkeld
om dit in het verleden op grote schaal in de wegenbouw toegepaste materiaal
uit de keten te verwijderen (de titel van het rapport refereert hieraan).
Het onderzoek was gericht op het verkrijgen van meer inzicht in de verwijderingsketen
van TAG en het naleefgedrag van de verschillende actoren. Via gericht toezicht
is de naleving zonodig bevorderd en zijn de mogelijkheden voor ketenhandhaving
nader onderzocht. Daartoe is een literatuurstudie uitgevoerd, zijn interviews
afgenomen en controles uitgevoerd op basis van een voorafgaande risico-analyse.
Voor de achtergronden van en ervaringen met landelijke ketenhandhaving verwijs
ik u kortheidshalve naar het bij brief van 28 juli 2004 aan u toegezonden
Visiedocument Ketenhandhaving (22 343, nr. 93).
Resultaten en hoofdconclusies
Vastgesteld is dat deze verwijderingsketen kwetsbaar is voor het weglekken
en verspreiden in het milieu van de in het TAG aanwezige PAK, omdat het risico
bestaat dat een deel van het materiaal onvoldoende selectief wordt verwijderd
en omdat de kwaliteitscontrole (acceptatie) bij de opslag en het be- en verwerken
ontoereikend is. Vanwege het ontbreken van adequate en handhaafbare onderzoeksprotocollen
en door ontoereikende vergunningvoorschriften kan hiertegen door de overheid
desgewenst niet worden opgetreden. Daarnaast wachten grote hoeveelheden TAG
op de realisatie en het ook daadwerkelijk benutten van nieuwe respectievelijk
bestaande reinigingscapaciteit en bestaat er – ondanks de hoopvolle
ontwikkelingen – nog onvoldoende zekerheid over de afzet van (een deel
van) het te reinigen materiaal. Hieraan kleven voor de overheid met name financiële
risico's omdat voor de opslagen geen of onvoldoende financiële zekerheid
is gesteld.
Tot slot zijn aan het eind van de keten bij de toepassing van (vermeend)
teervrij asfaltgranulaat tekortkomingen geconstateerd bij het toezicht op
en de naleving van het Bouwstoffenbesluit.
Aanbevelingen
Het rapport bevat aanbevelingen aan mijn ministerie (zowel de beleidsdirectie
Stoffen, Afvalstoffen en Straling als de VROM-Inspectie), de verantwoordelijke
wegbeheerders (veelal overheden in de rol van ontdoener) en de gemeentelijke
en provinciale handhavingspartners. Centraal daarbij staan het verbeteren
van onderzoeksprotocollen en de juridische verankering daarvan, nader onderzoek
van de VROM-Inspectie naar de toenemende hoeveelheid opgeslagen TAG, het bevorderen
van adequaat ketentoezicht (onder meer door het in overleg met het Landelijk
Overleg Milieuhandhaving (LOM) opstellen van een interventiestrategie ketenhandhaving
TAG in 2005) en het verbeteren van de provinciale milieuvergunningen van opslag-
en bewerkingslocaties.
Communicatie
De conceptrapportage is in het «monitoringsoverleg teerasfalt»
becommentarieerd door en besproken met vertegenwoordigers van de betrokken
marktpartijen (waaronder VBW Asfalt en de puinbreek- en reinigingsbedrijven),
de wegbeherende overheden (Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten) en bovengenoemde
beleidsdirectie. De gemaakte opmerkingen zijn zoveel mogelijk verwerkt in
het definitieve rapport en de deelnemers aan dit overleg hebben voor het proces
hun waardering uitgesproken.
Vervolgacties
Het rapport zal worden verspreid binnen de in voornoemde alinea genoemde
sectoren met het verzoek de aanbevelingen over te nemen. Gelijktijdig met
de in 2005 op te stellen «Interventiestrategie ketenhandhaving TAG»
zullen de beleidsaanbevelingen in samenspraak met de VROM-Inspectie worden
uitgevoerd, zodat een betere basis ontstaat voor uitvoering en handhaving.
Ter voorbereiding daarvan heeft reeds een oriënterend gesprek plaatsgevonden
tussen de VROM-Inspectie, VBW Asfalt en het CROW (kennisplatform voor infrastructuur,
verkeer, vervoer en openbare ruimte). Tot slot zal het IPO worden verzocht
om de milieuvergunningen van opslaglocaties, puinbrekers en asfaltcentrales
te verbeteren op de in het rapport genoemde onderdelen.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel