22 236
Decentralisatie

nr. 31
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 juni 1995

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 13 juni jl. verzocht vóór het zomerreces de Kamer te informeren over het decentralisatieproces naar aanleiding van een algemeen overleg over decentralisatie op 2 maart jl.

In genoemd overleg heb ik u toegezegd dat het mij mogelijk leek om de Kamer nog voor de komende zomer concreet te informeren, met name over het grote-stedenbeleid en de vernieuwing bestuurlijke organisatie. Ik heb toen wel de kanttekening gemaakt dat ik er daarbij van uitging dat tegen die tijd het grote-stedenbeleid en de verdere vernieuwing van het binnenlands bestuur volledig in beeld zouden zijn gebracht en ook met elkaar in samenhang zijn gebracht.

Zoals u inmiddels weet zijn deze operaties nog niet zodanig ver gevorderd dat daar al concreet iets over gezegd kan worden. Het convenant grote-stedenbeleid zal vermoedelijk deze zomer kunnen worden getekend. De discussie over de vernieuwing van de bestuurlijke organisatie zal dit najaar haar beslag krijgen.

Ook andere trajecten, waarvan enkele in het Regeerakkoord zijn vermeld, zullen in het najaar duidelijk een fase verder zijn gekomen of naar verwachting zijn afgerond, zodat er inzicht kan worden geboden in het gehalte aan decentralisatie en deregulering. In dit verband kunnen worden genoemd de operatie Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit, de Stroomlijning gesubsidieerde arbeid, de herziene Arbeidsvoorzieningswet, rapport-Griffioen (inrichting specifieke uitkeringen), DI-dossiers (bv. onderwijs, landbouw).

Om te voorkomen dat er stukken worden geproduceerd die op dit moment niets toevoegen aan de inhoudelijke hoofdzaak, stel ik voor dat in het najaar een balans wordt opgemaakt. U kunt dan rekenen op eennotitie waarin – naar de stand van dat moment – de decentralisatie-aspecten van de diverse trajecten zijn gebundeld en in verband met elkaar worden behandeld.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven