nr. 109
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 26 september 2000
1. Aanleiding
Tijdens het Algemeen Overleg over Maatwerk 2 d.d. 30 augustus jl. heb
ik aangegeven dat het Vervangingsfonds er rekening mee houdt dat de uitgavenoverschrijding
voor 2000, ook in 2001 optreedt. Derhalve achtte ik naast een incidentele
oplossing van de problematiek 2000, ook structurele maatregelen nodig om op
de langere termijn een sluitende exploitatie te waarborgen. Ik heb hierover
heden een bestuurlijk overleg gevoerd met het Vervangingsfonds, thans kan
ik u informeren over de uitkomsten hiervan.
2. Bestrijden van oorzaken uitgavenoverschrijding
Zoals ik reeds bij brief d.d. 28 maart jl. (22 187, nr. 103) aankondigde,
dienen de te treffen maatregelen zoveel mogelijk aan te grijpen op de oorzaken
van de uitgavenoverschrijding. Het probleem dient in de kern te worden aangepakt.
Derhalve heb ik de afgelopen maanden negatief gereageerd op het voorstel van
het Fonds om de premie generiek te verhogen. Hangende het onderzoek van de
Accountantsdienst naar de oorzaken van het tekort, had het mijn voorkeur om
tussentijdse liquiditeitsproblemen bij het Fonds te overbruggen, middels het
verstrekken van incidentele middelen. Op deze titel heb ik dan ook in het
voorjaar 30 mln. aan het Fonds beschikbaar gesteld om de ergste financiële
nood te lenigen.
Met het beschikbaar komen van het accountantsrapport wordt duidelijk dat
het oplopend verzuim in het onderwijs, een belangrijke verklaring vormt voor
de toename aan vervangingsuitgaven. Daarnaast maak ik uit het onderzoek op
dat een aantal scholen in het PO de afgelopen 3 jaren oneigenlijk en creatief
gebruik hebben gemaakt van de beschikbare vervangingsmiddelen.
Ik heb het Vervangingsfonds uitgenodigd om op basis van deze onderzoeksuitkomsten
adequate maatregelen te treffen die enerzijds een sluitende exploitatie waarborgen
en anderzijds ziekteverzuim ontmoedigen. Tegelijkertijd heb ik van mijn kant
niet nagelaten om de nodige middelen vrij te maken om goed verzuimbeleid te
laten slagen en personeelsbeleid op scholen verder te faciliteren (MOA, arboconvenanten)
3. Bijdrage van het VF
Het Vervangingsfonds zegt haar medewerking toe bij het uitvoeren van de
aanbeveling van de Accountantsdienst om creatief en oneigenlijk gebruik te
voorkomen. Voorts is het Fonds bereid om het flankerend beleid te intensiveren,
zodat met name hoog verzuim beter kan worden begeleid. In het overleg met
het Fonds heb ik vastgesteld dat deze maatregelen weliswaar gepast zijn, maar
niet toereikend als oplossing voor de structurele tekorten. Het ontbreken
van een adequate incentive in de vervangingssystematiek kan m.i. een serieus
gevaar opleveren voor de afspraken die ik met sociale partners heb gemaakt
om het ziekteverzuim terug te dringen. Bij de operationalisering van deze
afspraken hecht ik dan ook aan een gesloten systeem dat weglekeffecten zoveel
mogelijk uitsluit. In de huidige systematiek kan het oplopend verzuim bij
een individuele instelling, worden afgewenteld op het collectief en wordt
de declaratieketen niet doorbroken. Het Fonds ziet vooralsnog geen mogelijkheden
om via aanpassing van de reglementen, het verzuim te ontmoedigen.
Teneinde te bewerkstelligen dat op korte termijn verdere structurele maatregelen
worden voorbereid voor een sluitende exploitatie, heb ik in overleg met het
Fonds besloten om zelf een (extern) onderzoek te laten instellen naar adequate
incentives. Daarbij worden ervaringen uit de markt en van deskundigen betrokken.
Uitgangspunt bij deze oriëntatie blijft dat «ziekteverzuim slecht
is en vervanging goed». De uitkomsten van dit onderzoek dienen eind
november voor te liggen en te resulteren in een beleidsreactie die met het
Vervangingsfonds zal worden besproken. Voor het einde van dit jaar wil ik
tot een afronding komen, zodat tijdig in het nieuwe jaar de maatregelen worden
ingevoerd.
Ik ben me ervan bewust dat een aantal van de te onderzoeken maatregelen
mogelijk pas op termijn zijn vruchten zal afwerpen. In het perspectief dat
dit onderzoek wel structurele maatregelen oplevert, ben ik opnieuw bereid
incidenteel bij te dragen in de problematiek 2000 in de vorm van een voorschot
dat ik t.z.t. zal verrekenen met het structurele maatregelenpakket. Hiermee
wordt gewaarborgd dat de bekostiging van vervanging is veilig gesteld.
Ik zal u de komende maanden op de hoogte houden van de ontwikkelingen
op dit vlak.
4. St.v.z. deelconvenant ARBO
Van een andere orde is uw verzoek om voorafgaand aan het AO geïnformeerd
te worden over de st.v.z. deelconvenant ARBO. Ik kan u meedelen dat het Vervangingsfonds
bij brief d.d. 22 september jl. de leden van de VKC OCW heeft geinformeerd
over de voortgang(UITVF00/258). Kortheidshalve wil ik hiernaar verwijzen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans