nr. 105
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 9 mei 2000
Tijdens het algemeen overleg ziekteverzuim op 9 december 1999 (22 187,
nr. 99), heb ik de commissieleden toegezegd hen nader te informeren over de
invulling van de aanbeveling van het Verwey-Jonker instituut ten aanzien van
het aanwijzen van een casemanager tijdens het proces van de ziekteverzuimbegeleiding
op de scholen.
In mijn beleidsreactie d.d. 14 april 1999 naar aanleiding van het rapport
«Kink in de kabel» van het Verwey Jonker instituut heb ik aangegeven
dat de schoolleider als eerst verantwoordelijke een aansturende rol vervult
ten aanzien van de overige actoren die betrokken zijn bij verzuimbeheersing:
de werknemer, arbodienst/bedrijfsarts en USZO. Van schoolleiders kan evenwel
niet worden verwacht dat zij in staat zijn om in alle verzuimsituaties te
beoordelen op welk moment welke actor moet worden ingeschakeld en hoe deze
actoren in het verzuimproces moeten worden aangestuurd.
Ik wil voorkomen dat de afhankelijkheid van de schoolleider van externe
kennis en expertise toeneemt. In de beleidsreactie geef ik dan ook aan dat
de werkgever in zijn rol als casemanager moet worden ondersteund door de arbodienst.
Een dergelijke ondersteunende dienst zou contractueel met de arbodienst
overeengekomen kunnen worden.
In mijn brief aan de Tweede Kamer van 29 maart jongstleden heb ik u op
de hoogte gesteld van mijn voornemen om de bekostiging aan scholen voor arbocontracten
te verhogen. Ik stel de scholen daarmee in staat om de gewenste ondersteuning
in te kopen.
Aanvullend op het inroepen van de arbodienst als procesbegeleider in geval
verzuim zich voordoet, wordt momenteel gewerkt aan de beschikbaarstelling
van instrumenten en methoden waarmee een beroep wordt gedaan op de school
als lerende organisatie.
Doel hiervan is de zelfwerkzaamheid in de school ten aanzien van verzuim-
en stresspreventiebeleid te vergroten. De verspreiding van deze instrumenten
over alle scholen in PO en VO vergt evenwel tijd.
Het instrumentarium zal worden opgenomen in het deelconvenant reïntegratie
dat ik medio mei zal ondertekenen samen met sociale partners en SZW.
Voor dit deelconvenant is in totaal bijna f 30 mln. aan extra middelen
beschikbaar. Met dit deelconvenant loopt de sector vooruit op het later dit
jaar te sluiten arboconvenant.
Ik vertrouw er op u hiermee voor het moment voldoende te hebben geïnformeerd
over de invulling van de casemanager.
Zodra het deelconvenant reïntegratie is overeengekomen, zend ik u
een exemplaar.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans