Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 22112 nr. FK |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 22112 nr. FK |
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2012
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 14 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche 1: Mededeling en verordening Erasmus voor Iedereen
Fiche 2: Inzake verordeningen European Venture Capital Funds en Social Entrepreneurship Funds
Fiche 3: Mededeling Oplossing van grensoverschrijdende successiebelastingproblemen in de EU
Fiche 4: Mededeling Actie Plan financiering MKB
Fiche 5: Verordening inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)
Fiche 6: Richtlijn consulaire bescherming voor burgers van de Unie in het buitenland
Fiche 7: Richtlijn hergebruik van overheidsinformatie, mededeling Open gegevens en het besluit over hergebruik van documenten van de Commissie
Fiche 8: Verordening tot vaststelling van het programma «Europe for Citizens» 2014–2020
Fiche 9: Mededeling over mensenrechten en democratie in het externe optreden van de EU
Fiche 10: Verordening maatregelen niet-duurzame visserij
Fiche 11: Verordening EU-ambtenarenstatuut
Fiche 12: Mededeling Eco-innovatie Actie Plan
Fiche 13: Richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten
Fiche 14: Richtlijnen betreffende het gunnen van overheidsopdrachten
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, B. Knapen
Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europese Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal comité: Oplossing van grensoverschrijdende successiebelastingproblemen in de EU
Datum Commissiedocument
15 december 2011
Nr. Commissiedocument
COM(2011) 864
Pre-lex
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201204
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board
Behandelingstraject Raad
Ecofin Raad
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
In navolging van de mededeling van de Commissie over het wegnemen van de dubbele belasting binnen de EU2, gaat deze mededeling specifiek in op het wegnemen van dubbele belasting op het gebied van grensoverschrijdende successiebelastingen binnen de EU. De Commissie haalt twee oorzaken van dubbele belasting aan.
1. Dubbele belasting wordt veroorzaakt doordat de nationale belastingwetgevingen elkaar kunnen overlappen. Dit kan ertoe leiden dat twee lidstaten dezelfde inkomstenbron (in casu de nalatenschap) belasten. Normaliter bestaan er bilaterale belastingverdragen om de dubbele belasting weg te nemen maar de successiebelasting is meestal niet in deze verdragen opgenomen. De Commissie erkent de soevereiniteit van de lidstaten op het gebied van directe belastingen maar wenst wel, indien nodig, aanpassing van of een bredere en flexibelere toepassing van de nationale voorkomingsregelingen voor dubbele belasting, om zo tot een pragmatische, snelle en kosteneffectieve oplossing te komen.
2. Bij successiebelasting kunnen burgers worden geconfronteerd met discriminatie. Sommige lidstaten hanteren een hoger belastingtarief in het geval de nalatenschap, de overledene en/of de erfgenaam zich buiten hun grondgebied bevinden. In dergelijke gevallen is het EU-recht duidelijk: de lidstaten moeten de in het Verdrag neergelegde basisbeginselen van non-discriminatie en vrij verkeer in acht nemen. De Commissie onderstreept de beginselen van een niet-discriminerende successie- en schenkingsbelasting aan de hand van door het Hof van Justitie gewezen jurisprudentie over dit onderwerp.
De Commissie geeft zelf wel aan dat hoewel grensoverschrijdende successiebelastingproblemen een zware last kunnen betekenen voor de individuele burger, de inkomsten uit successiebelastingen op zowel binnenlandse als grensoverschrijdende nalatenschappen slechts een zeer klein deel uitmaken – minder dan 0,5% – van de totale inkomsten van de lidstaten. Als alleen naar grensoverschrijdende nalatenschappen wordt gekeken, moet dit cijfer nog veel lager zijn.
Als vervolg wenst de Commissie in overleg te treden met de lidstaten om te garanderen dat de aanbeveling een passende follow-up krijgt. Over drie jaar zal de Commissie een evaluatieverslag opstellen over de ontwikkelingen ter zake en op basis daarvan beslissen of er verdere stappen moeten worden ondernomen op nationaal of EU-niveau. Ondertussen blijft de Commissie, als hoedster van de Verdragen, optreden tegen discriminerende aspecten van belastingregels van de lidstaten.
De grondhouding van het kabinet is dat de Commissie binnen de bevoegdheden van de EU opereert en op zoek is naar grensoverschrijdende oplossingen met betrekking tot dubbele successiebelasting met inachtneming van de bevoegdheden van lidstaten. Hiermee voldoet het voorstel aan de subsidiariteits-toets. Ook is de pragmatische oplossingsrichting van de Commissie, die inzet op aanpassing of flexibelere toepassing van de nationale wetgeving voor zover deze dubbele belasting oplevert, wat het kabinet betreft proportioneel.
De financiële gevolgen schat het kabinet laag in. Het kabinet onderschrijft de observatie van de Commissie dat inkomsten uit successiebelasting in hun totaliteit ten opzichte van de gehele inkomsten aan de lage kant zijn. Bovendien is maar een klein deel van de successiebelasting te relateren aan grensoverschrijdende gevallen.
Mocht het zo zijn dat er aanpassingen nodig zijn dan zal er eerder sprake zijn van een vermindering van de regeldruk dan van een verzwaring.
Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van de Commissie dat dubbele belasting dient te worden weggenomen en dat discriminatie in strijd is met de beginselen van het EU recht. Ook de oproep van de Commissie om gevallen van dubbele belasting pragmatisch te benaderen met het doel om tot een oplossing te komen wordt onderschreven door het kabinet. Wat betreft de oproep van de Commissie om de nationale wetgeving aan te passen, is het kabinet van mening dat er gezocht moet worden naar gerichte oplossingen voor concrete problemen.
Nederland kent zelf een ruime unilaterale voorkomingsregeling in de nationale wetgeving waardoor op unilaterale basis naar oplossingen gezocht kan worden. Verder is, zoals al eerder is aangegeven, het aantal gevallen van dubbele successiebelasting niet groot. Het is echter nog steeds mogelijk dat dubbele belasting plaatsvindt. Hierbij zal het naar alle waarschijnlijkheid gaan om situaties waar de successiebelasting een onderdeel is van een grotere en complexere situatie.
Zo haalt de Commissie in de mededeling een voorbeeld aan waar een Nederlander onroerend goed in Frankrijk erft en geconfronteerd wordt met zowel Franse als Nederlandse successiebelasting. Volgens de Commissie zou Nederland te weinig voorkoming hebben geboden waardoor de erflater naast de Franse belasting met een lage Nederlandse belastingheffing wordt geconfronteerd. Het voorbeeld is helaas te summier en het lijkt erop dat de situatie complexer is dan wordt beschreven. Het kabinet zal daarom bij de Commissie navraag doen over deze situatie om meer duidelijkheid te verkrijgen. Afhankelijk van de uitkomst zal het kabinet bezien of naar aanleiding van dit voorbeeld de nationale wetgeving dient te worden aangepast of gehandhaafd blijft. Verder zal het kabinet navraag doen of dit de enige situatie is waarin dubbele belasting plaatsvindt die bekend is bij de Commissie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-FK.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.