22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

nr. 848
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2009

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

1. Verordening inzake Schengenuitvoeringsovereenkomst; (Kamerstuk 22 112, nr. 846)

2. Verordening inzake controle Schengenacquis; (Kamerstuk 22 112, nr. 847)

3. Mededeling inzake ICT-infrastructuren.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans

Fiche : Mededeling inzake ICT-infrastructuren

1. Algemene gegevens

Voorstel: ICT-INFRASTRUCTUREN VOOR e-WETENSCHAP

Datum Commissiedocument: 5 maart 2009

Nr. Commissiedocument: COM(2009) 108 definitief

Pre-lex:

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0108:FIN:EN:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: n.v.t.

Behandelingstraject Raad: Raadsconclusies in de Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van OCenW in samenwerking met EZ.

2. Essentie voorstel

Deze Mededeling benadrukt en geeft inzicht in de strategische rol van ICT infrastructuren voor de ontwikkeling van het Europese onderzoek en innovatiebeleid. De Mededeling roept de lidstaten, de Europese Commissie en de wetenschapswereld op gezamenlijk sterk in te zetten op het tot stand brengen en op niveau houden van ICT infrastructuren van wereldklasse om zo de weg te effenen voor de wetenschappelijke ontdekkingen van de 21e eeuw.

De ontwikkeling van nieuwe onderzoekmethoden vereist het gebruik van geavanceerde computers, dataverzamelingen en wetenschappelijke instrumenten, met andere woorden «e-science». Om een snelle overgang naar e-science te bevorderen heeft de EU al grote investeringen gedaan in e-infrastructuren, waaronder het pan-Europese netwerk GÉANT (een samenwerkingsverband van 26 onderzoeks- en onderwijsnetwerken in 30 Europese landen), e-science grids, data-infrastructuren en supercomputers. In deze Mededeling wordt de al ingeslagen weg vervolgd.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

De Commissie kondigt de volgende acties aan:

Met betrekking tot het consolideren van het wereldleiderschap van GÉANT:

• De lidstaten worden uitgenodigd om de coördinatie van nationaal en Europees beleid op het gebied van onderzoeks- en onderwijsnetwerken te verbeteren.

• De lidstaten en onderzoeksgemeenschappen worden uitgenodigd om GÉANT als experimenteel platform dat naar het internet van de toekomst leidt te ondersteunen en te gebruiken.

• De Commissie zal via KP7 en internationale samenwerking doorgaan met het verlenen van vaste steun aan GÉANT om de capaciteit en het mondiale perspectief ervan te versterken.

Met betrekking tot de structurering van het e-wetenschapsgridlandschap:

• De lidstaten worden uitgenodigd om NGI’s (Nationale Grid Initiatieven) te consolideren en verder te versterken als basis voor een hernieuwde Europese strategie.

• De Commissie zal de overgang naar nieuwe bestuursmodellen voor Europese e-wetenschapsgrids alsook de efficiënte inzet ervan ondersteunen om een grote verscheidenheid van onderzoeksgebieden te bestrijken en zal bovendien de technologische interoperabiliteit van mondiale grids garanderen.

Met betrekking tot verbetering van de toegang tot wetenschappelijke informatie:

• De lidstaten en onderzoeksgemeenschappen worden uitgenodigd om de investeringen in wetenschappelijke datastructuren te verhogen en de deling van beste praktijken te bevorderen.

• De Commissie zal de katalytische investeringen op grond van KP7 in wetenschappelijke data-infrastructuur opvoeren om het toegankelijkheids- en bewaringsbeleid te ondersteunen.

Met betrekking tot het bouwen aan de nieuwe generatie superrekenfaciliteiten:

• De lidstaten worden uitgenodigd om, geheel in verbinding met de Commissie, de investeringen ter ondersteuning van PRACE (Partnership for Advanced Computing in Europe) alsook op gerelateerde onderzoeksgebieden te verhogen en te poolen.

• De Commissie zal acties opstarten om een ambitieuze Europese strategische agenda voor superrekenen te bepalen en te ondersteunen op een gebied gaande van componenten en systemen tot de vereiste software en diensten.

Subsidiariteit:

Voor zover tot een beoordeling kan worden overgegaan, luidt het oordeel positief. Mede gezien het internationale karakter van de wetenschap, dient Europese afstemming tussen nationale strategieën m.b.t. wetenschappelijke informatie en verbindingen tussen nationale infrastructuren bevorderd te worden. Coördinatie en ondersteuning vanuit Brussel speelt hierbij een belangrijke rol.

Proportionaliteit:

Voor zover tot een beoordeling kan worden overgegaan, luidt het oordeel positief. De actiepunten vormen een goede aanvulling op het nationale beleid van de lidstaten. Het voorgestelde Europese optreden gaat niet verder dan strikt noodzakelijk is: het vloeit gedeeltelijk logisch voort uit al bekrachtigde communautaire programma’s (KP7, Kaderprogramma voor Onderzoek) terwijl de voorgestelde acties niet verder gaan dan wat nodig is voor de ontwikkeling van een Europese strategie.

Consequenties voor de EU-begroting:

Het geld voor de voorgestelde acties komt uit het budget voor het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek (KP7, 2007–2013) dat bestemd is voor e-infrastructuren. De lidstaten zijn via comitologie (beheersprocedure) betrokken bij de jaarlijkse verdeling van middelen voor de werkprogramma’s van KP7 en hiervan afgeleide oproepen voor het indienen van voorstellen, als ook de goedkeuring van de financiering van acties, voor zover het geraamde bedrag van de EU-bijdrage gelijk is aan of groter is dan 1,5 miljoen euro. De werkprogramma’s voor KP7 zijn al door de programmacomités vastgesteld. De Commissie heeft echter al laten weten dat het vanuit KP7 beschikbare geld niet voldoende zal zijn om alle voorgestelde acties te bekostigen.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid:

Vooralsnog geen. Het KP7 gaat uit van het principe van een bijdrage (subsidie) aan de kosten (budget) van een onderzoeksproject. Aanvragers (onderzoekinstellingen, universiteiten, bedrijven en particuliere organisaties) die kiezen voor deelname aan de in de mededeling genoemde activiteiten zijn zelf verantwoordelijk voor de financiering van het resterende deel. Omdat er echter onvoldoende geld beschikbaar zal zijn vanuit KP7 om alle voorgestelde acties te bekostigen nodigt de Commissie lidstaten uit aanvullende maatregelen te nemen, hun investeringen te verhogen en waar mogelijk te bundelen. Omdat een bijdrage van lidstaten niet verplicht wordt gesteld, worden geen directe gevolgen voor de nationale begroting verwacht. Indien er tegen verwachtingen in wel nationale financiële gevolgen zijn, dienen deze te worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland kan zich geheel vinden in de inhoud van de Mededeling en de acties waartoe de lidstaten opgeroepen worden. De kwaliteit van de e-infrastructuur is van groot belang voor de wetenschap en daarmee verbonden kennisontwikkeling in Europa en in Nederland. In Europa vinden sinds de aanloop naar het Zevende Kaderprogramma grootschalige ontwikkelingen plaats op het gebied e-Infrastructuren. Het gaat daarbij met name om:

– Het pan-Europese onderzoeksnetwerk GÉANT

– E-infrastructuren voor superrekenen zoals PRACE (Partnership for Advanced Computing in Europe)

– E-wetenschapsgrids en verwante zaken zoals EGEE (Enabling Grids for E-sciencE) en DEISA (Distributed European Infrastructure for Supercomputing Applications)

– Wetenschappelijke data infrastructuren (grootschalige opslag, redundantie, geografische spreiding (voor veiligheid), «curation», content (digital libraries, cultureel erfgoed, repositories).

– Mondiale virtuele onderzoeksgemeenschappen, die, vooruitlopend op Onderzoek web 2.0-paradigma’s, mogelijkheden bieden voor grensoverschrijdende multidisciplinaire samenwerking tussen onderzoeksgemeenschappen.

Nederland speelt hier op alle vlakken beleidsmatig een sterke rol (zoals bij het concipiëren van ideeën en oplossingen, deelname in projecten op het aansturingsniveau, deelname in organisatorische ondersteuningsprogramma’s en deelname in de e-IRG (e-Infrastructure Reflection Group).

Nederlandse onderzoekers hebben een groot belang bij – en zijn soms zelfs afhankelijk van – de deelname van Nederland in deze Europese infrastructuren (deels bestaand, deels in opbouw) op alle lagen: fysieke lagen (hardware), service-lagen, onderzoekslagen, en alle typen e-infrastructuur: netwerken, rekenen, opslag, gedistribueerde verwerking. Dit hangt samen met het Nederlandse onderzoeksprofiel (de keuzes van de instellingen, NWO, KNAW, overheid, in prioritering en selectie) en de wijze waarop het onderzoek in Nederland (op de «werkvloer») is ingericht.

In de ICT Agenda 2008–2011 wordt benadrukt hoe groot het belang is van goede ICT infrastructuur voor zowel de wetenschap als voor innovatie in de Nederlandse ICT sector.

Actueel zijn op dit ogenblik vooral supercomputing (PRACE etc.), de vorming van een Europese grid-organisatie (EGI.org) en de vorming van een consortium voor veilige en duurzame data-opslag. Rijp voor besluitvorming zijn de positie van PRACE en van EGI.org. Nederland heeft zich, ten behoeve van de onderzoekersachterban, sterk geprofileerd op de laatst genoemde twee terreinen: deelname aan de nieuwe High-end Computing infrastructuur en de realisatie van EGI.org. Onlangs is bekend geworden dat het hoofdkantoor van EGI.org in Amsterdam gevestigd zal worden. Een duidelijk teken van de internationale waardering voor de Nederlandse prestaties op het terrein van superrekenen. Ook voor PRACE staat vestiging in Amsterdam op de agenda.

Binnen Nederland heeft het ICT-Regieorgaan zeer recent (15 december 2008) het advies «een ICT-infrastructuur voor het wetenschappelijk onderzoek in Nederland» aan de minister van OCW en de staatssecretaris van EZ uitgebracht. Met de hierin opgenomen voorstellen wordt ook nog sterkere profilering van Nederland op Europees niveau bevorderd, wat de Nederlandse belangen bij de hier voorgestelde versterking van de Europese e-infrastructuur verder vergroot. De inhoud van de Mededeling strookt geheel met het advies van ICT-Regie. Een kabinetsreactie is op het advies is in voorbereiding. Onderdeel van het advies is te bezien of in Nederland een structureel fonds opgebouwd kan worden voor de ICT-onderzoekinfrastructuur. Bij aanvang van een dergelijk fonds zal de minister van OCW voor een periode van 5 jaar jaarlijks een bedrag van € 5 mln. beschikbaar stellen.

Naar boven