Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 22112 nr. 2421 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 22112 nr. 2421 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2017
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Europese Commissie over EU-grensregio’s
Fiche: Mededeling over de uitvoering van de Europese Migratieagenda (Kamerstuk 22 112, nr. 2422)
Fiche: Schengenpakket (Kamerstuk 22 112, nr. 2423)
Fiche: Aanbeveling Europees kader voor leerlingplaatsen (Kamerstuk 22 112, nr. 2424)
Fiche: Mededeling, richtlijn en verordening betreffende een definitief BTW-systeem (Kamerstuk 22 112, nr. 2425)
Fiche: Verbetering van de aanbestedingspraktijk in Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 2426)
De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra
a) Titel voorstel
Mededeling over groei en cohesie stimuleren in grensregio's van de EU.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
september 2017
c) Nr. Commissiedocument
COM(2017) 534 final/2
d) EUR-lex
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=SWD:2017:307:FIN
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Algemene Zaken Cohesie
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Er zijn barrières waar de economieën in de grensregio’s in de EU mee te maken hebben. Die barrières zijn het gevolg van verschillen tussen de lidstaten op allerlei terreinen, zoals taal, onderwijssystemen, stelsels van diensten voor arbeidsvoorziening en hebben een negatieve invloed op het functioneren van de interne markt. Om deze barrières voor de grensregio’s aan te pakken kondigt de Commissie voorstellen aan. Belangrijke kanttekening die de Commissie daarbij aangeeft is dat dit alleen succes oplevert als bestuur en overheidsinstanties op alle niveaus samenwerken.
Achtergrond
De Commissie schetst dat in de EU 40% van het grondgebied tot grensregio’s behoort en dat daar 30% van de bevolking woont. In dit gebied wordt 30% van het BBP van de EU geproduceerd.
De Commissie stelt enerzijds vast dat grensregio’s over het algemeen economisch minder goed presteren dan andere regio’s in de EU en dat bewoners in grensregio’s minder gemakkelijk toegang hebben tot openbare diensten zoals ziekenhuizen en universiteiten. Verder is uit de zogenaamde cross border review, die de Commissie de afgelopen jaren heeft uitgevoerd, gebleken dat er negatieve ervaringen zijn bij grensoverschrijdende interactie en er grensbarrières zijn. Een grensbarrière is voor de Commissie een wet, regel of administratieve procedure die het inherente potentieel van een grensregio bij grensoverschrijdende interactie belemmert.
Anderzijds stelt de Commissie dat, volgens een studie die in opdracht van de Commissie is uitgevoerd, de economie in de grensregio’s van de EU met gemiddeld 8% kan groeien als alle barrières geslecht worden. Als slechts 20% van de barrières verdwijnen resteert nog altijd een groei van 2% van het BBP in de grensregio’s. Het effect van het wegnemen van alle grensbarrières leidt volgens de Commissie ook tot een groei van 1 miljoen banen, omdat barrières het efficiënt gebruik van productieve activa beperkt en ervoor zorgt dat schaalvoordelen niet optimaal benut kunnen worden.
De Commissie presenteert grensbarrières op diverse terreinen waaronder sociale zekerheid, inkomstenbelasting, volgen van onderwijs, toegang tot arbeidsmarkt, brandweer en ambulancezorg, bereikbaarheid, ondernemerschap. Tegelijkertijd presenteert de Commissie ook positieve gevolgen van de Europese integratie voor de grensregio’s, zoals grensoverschrijdende toegang tot zorg, onderwijs, werk.
Border Focal Point
In het algemeen ziet de Commissie nog veel ruimte om bestaande barrières weg te nemen. De Commissie vermeldt in deze mededeling reeds lopende maatregelen van de Commissie en kondigt een aantal nieuwe voorstellen en aanbevelingen aan. Ze kondigt 10 voorstellen aan. Om de voorstellen eenvoudiger uit te kunnen voeren zal binnen de Commissie een zogenaamd «Border Focal Point» (BFP) worden opgericht. Dit betreft een afdeling binnen de Commissie zelf die een aantal specifieke taken krijgt voor de grensproblematiek. Het BFP krijgt als taak 1) ervoor te zorgen dat bij belangrijke toekomstige maatregelen van de Commissie naar behoren rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende regionale dimensies; 2) de lidstaten en andere belangrijke actoren te helpen juridische en administratieve regionale problemen op te lossen, met name bij de omzetting van EU-richtlijnen of coördinatievoorschriften; 3) ervoor te zorgen dat praktische regelingen worden getroffen voor nieuwe maatregelen die uit deze mededeling voortvloeien; en 4) ervaringen en goede praktijken doeltreffend en op grote schaal met alle relevante belanghebbenden te delen.
10 voorstellen
De BFP gaat helpen bij de uitvoering van de volgende door de Commissie voorgestelde maatregelen:
1 De Commissie roept op om bilaterale of multilaterale samenwerking te intensiveren om regionale grensbelemmeringen aan te pakken. De Commissie zal daarbij een kennisnetwerk opzetten voor belanghebbenden. Daarnaast zal de Commissie voor eind 2017 een openbare oproep starten voor proefprojecten waarmee overheidsinstanties grensspecifieke juridische of administratieve problemen willen oplossen.
2 Het wetgevingsproces verbeteren; EU-richtlijnen geven flexibiliteit bij de nationale omzetting. Daardoor ontstaan tussen de lidstaten verschillen. In grensgebieden uiten deze verschillen zich doorgaans het meest. De Commissie zal zich inspannen om significante grensoverschrijdende effecten op te sporen met behulp van het bestaande pakket betere regelgeving (COM (2015) 215 final, 19 mei 2015).
3 De Commissie roept op om de uitdagingen van e-overheid aan te gaan met het oog op de burgers in de grensregio’s die diensten kunnen afnemen van een overheidsdienst uit een naburig lidstaat.
4 Betrouwbare en begrijpelijke informatie en ondersteuning verstrekken voor wonen en werken aan de andere kant van de grens door in grensregio’s één digitaal toegangspoort en een informatievoorzieningsnetwerk op te zetten. Eerder is hierover het voorstel voor de oprichting van een Single Digital Gateway verschenen. Hierover is een BNC-fiche gestuurd1.
5 Grensoverschrijdende werkgelegenheid ondersteunen via bestaande instrumenten en coördinatiemechanismen. De Commissie roept op tot intensivering van de samenwerking van verschillende openbare diensten voor arbeidsvoorziening in de grensregio’s.
6 De Commissie spoort aan om de mogelijkheden van een leven lang leren te benutten om tweetaligheid in grensregio’s intensiever te bevorderen.
7 Grensoverschrijdende toegankelijkheid bevorderen door beter openbaar vervoer tussen grensregio’s. De Commissie zal daarvoor in 2018 resultaten van een onderzoek naar ontbrekende spoorverbindingen langs binnengrenzen presenteren in het BFP en de Commissie spoort aan om meer inspanningen te leveren voor meer geïntegreerd openbaar vervoer van betere kwaliteit.
8 Samenwerking in de gezondheidszorg bevorderen via een door de Commissie op te maken inventaris van de bestaande grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg om goede praktijken op te sporen en uitdagingen te analyseren.
9 Nadenken over de juridische en de financiële kaders voor grensoverschrijdend samenwerken. De Commissie geeft aan dat een aantal lidstaten nadenken over een instrument waarbij, op vrijwillige basis en met instemming van bevoegde autoriteiten, regels van een lidstaat ook in een naburige lidstaat kunnen gelden voor een in de tijd beperkt en een specifiek project in een grensregio. De Commissie bekijkt of opties hiertoe ontwikkeld kunnen worden. Tevens roept de Commissie op tot dialoog in vroeg stadium over de vraag hoe toekomstige financieringsprogramma’s een meer strategische bijdrage kunnen leveren om grensbarrières te voorkomen en uit de weg kunnen ruimen.
10 Er moeten meer en betere statistische gegevens over grensoverschrijdende interactie verzameld worden voor besluitvorming. De Commissie financiert hiertoe een eenjarig proefproject met statistiekbureaus en de Commissie werkt samen met het European Observation Network for Territorial Development and Cohesion (ESPON) om territoriaal onderzoek te bevorderen.
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Voor het stimuleren van de grensoverschrijdende economie en arbeid heeft het kabinet in 2015 het initiatief genomen door een interbestuurlijk actieteam op te richten. In dit actieteam participeren grensgemeenten, -provincies, euregio Rijn-Waal, MKB en ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) om de kansen en belemmeringen voor grensoverschrijdend werken en ondernemen te inventariseren, analysen en oplossingen aan te dragen. Op 30 januari 2017 heeft het kabinet het rapport van het actieteam «Grenzen slechten, regio’s verbinden, mensen bewegen»2 aangeboden en op 11 september 2017 heeft de Minister van BZK een tussenrapportage naar de Tweede Kamer gestuurd over de stand van zaken van de uitvoering3. Het kabinet heeft het actieteam bij de Commissie onder de aandacht gebracht als gezamenlijke interbestuurlijke aanpak van de opgaven voor de grensoverschrijdende economie en arbeid4. De Tweede Kamer heeft met de leden van dit actieteam op 14 september 2017 ook een technische briefing gehouden.
Met de oprichting van het actieteam in 2015 is in Nederland het initiatief genomen waarbij overheidsinstanties en bestuur op verschillende niveaus samenwerken om de opgaven in de grensregio’s van Nederland te inventariseren, analyseren en te voorzien van oplossingen. De diverse overheden zijn ook aangewezen om de actiepunten op te lossen. Veelal worden deze oplossingen bilateraal gezocht en besproken. Het is daarnaast mogelijk dat voor sommige problemen een overkoepelende oplossing binnen de Europese Unie gewenst is. Het centraal in de mededeling gepositioneerde Border Focal Point (i.o.) van de Commissie, waarmee o.a. grensregionale effecten van Europees beleid inzichtelijk worden gemaakt, is veelbelovend. Daarom staat het kabinet positief tegenover een meer gezamenlijke aanpak en oplossingsgerichtheid die de voorstellen kunnen bieden voor de verbetering van grensoverschrijdende samenwerking.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
De voorstellen voor nieuwe maatregelen en aanbevelingen aan de lidstaten en belanghebbenden van de Commissie komen in hoge mate overeen met de beleidsdoelen die de Nederlandse regering zich heeft gesteld met betrekking tot de grensregio’s en de grensoverschrijdende samenwerking met de buurlanden. Ook het kabinet zet in op een intensievere samenwerking met de buurlanden5. Juist ook vanuit economisch belang (onze beide buurlanden zijn ook veruit onze belangrijkste handelspartners) is de EU-inzet voor grensoverschrijdende samenwerking gewenst. Nederland wacht met belangstelling nadere voorstellen van de Commissie met betrekking tot deze mededeling af en voelt zich gesteund om het reeds lopende overleg hierover met buurlanden, regionale overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties voortvarend door te zetten. Daar waar de Commissie nieuwe voorstellen aankondigt zal het kabinet deze te zijner tijd op haar merites nauwkeurig beoordelen. Vanwege de brede reikwijdte van deze mededeling zal het kabinet per onderdeel een aparte beoordeling en inzet geven.
Per voorgestelde maatregel:
1. Samenwerking en uitwisselingen intensiveren
Het kabinet is verheugd op de verhoogde aandacht voor een betere samenwerking tussen grensregio’s. Het kabinet zet nadrukkelijk in op de betrekkingen met de buurlanden met het oog op het wegnemen van belemmeringen die mensen ervaren in de grensregio’s. Samen met overheden in de grensregio’s wordt reeds geanticipeerd op de komende oproep voor proefprojecten van de Europese Commissie.
2. Het wetgevingsproces verbeteren
De Commissie zal zich inspannen om belanghebbenden bij het wetgevingsproces te betrekken en om significante grensoverschrijdende effecten op te sporen. Dat is onderdeel van het pakket aan betere regelgeving en dat kan op steun rekenen van het kabinet.
3. Grensoverschrijdende overheidsdiensten bevorderen en 4. Betrouwbare en begrijpelijke informatie en bijstand verstrekken
Digitalisering van de overheid moet op een doordachte, zorgvuldige en stapsgewijze manier geschieden, om de effectiviteit ervan te realiseren, werkbaar en uitvoerbaar te kunnen zijn en de toegankelijkheid voor burgers en bedrijven te kunnen waarborgen. Nederland is in dit verband positief-kritisch voor wat betreft de inzet van de Commissie om te komen tot een Single Digital Gateway (SDG) binnen Europa. Eerder is over dit onderwerp een BNC-fiche geschreven waarin het Nederlands standpunt en de inzet hierover is verwoord.
Ten aanzien van de informatievoorziening van wonen en werken over de grens heeft Nederland acties uit de agenda van het actieteam in gang gezet. Die acties leiden ertoe dat er één uniforme website en fysieke grensinformatiepunten komen met informatie over wonen en werken over de grens. Dat vindt plaats in nauwe samenwerking met de partners in Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen.
Ten aanzien van de versterking van SOLVIT ondersteunt Nederland deze. SOLVIT is een handhavings- en nalevingsinstrument dat klachten van burgers en bedrijven behandelt over de mogelijk verkeerde toepassing van EU-recht in de Europese interne markt6. Hoewel SOLVIT talrijke problemen voor burgers en bedrijven heeft kunnen oplossen, kan er meer gebeuren om de volledige potentie van het systeem als probleemoplossingshulpmiddel te verwezenlijken. Hiertoe heeft de Europese Commissie op 2 mei jl. een actieplan gepubliceerd ter versterking van SOLVIT. Zoals aangegeven aan uw Kamer via een BNC-fiche op 9 juni jl. straalt het actieplan een algemene ambitie uit, maar behoeft een aantal voorstellen nog wel nadere uitwerking. Bovendien ontbreekt in het actieplan een voorstel over hoe de Europese Commissie daadwerkelijk follow-up geeft aan onopgeloste SOLVIT-klachten. Het actieplan behoeft wat Nederland betreft dan ook nog nadere uitwerking.
5. Grensoverschrijdende werkgelegenheid ondersteunen
Het kabinet verwelkomt het initiatief om bestaande praktijken met betrekking tot openbare diensten voor arbeidsvoorziening in grensregio’s op grotere schaal ter beschikking te stellen. Het stimuleren van de grensoverschrijdende werkgelegenheid is nadrukkelijk ook in Nederland in gang gezet en maakt onderdeel van de agenda van het interbestuurlijke Actieteam Grensoverschrijdende Economie en Arbeid (GEA). Het Actieteam GEA, waar de rijksoverheid ook in participeert, heeft eensgezind en agenda met 40 actiepunten geformuleerd en deze punten zijn nu ook in gang gezet. De actiepunten zien o.a. toe op verbetering van de informatievoorziening aan (potentiële) grensarbeiders en ondernemers, verbetering van de arbeidsbemiddeling, buurtaalonderwijs, diploma-erkenning en bereikbaarheid voor het geven van een impuls aan de grensoverschrijdende economie en arbeid tussen Nederland enerzijds en Vlaanderen, Wallonië, Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen anderzijds.
6. Bevorderen meertaligheid in grensregio’s
Het kabinet is positief met betrekking tot de aansporing om de mogelijkheden van een leven lang leren te gebruiken om de tweetaligheid in de grensregio’s te bevorderen. De agenda van het Actieteam GEA heeft heel nadrukkelijk buurtaalonderwijs in het primair, voorgezet en beroepsonderwijs als één van de 7 thema’s speerpunten benoemd en er zijn ook al door verschillende organisaties acties op in gang gezet7. Het gaat daarbij specifiek om verbeteren van de kennis van de buurtaal in de grensregio.
7. Grensoverschrijdend openbaar vervoer
Nederland hecht veel belang aan een goede bereikbaarheid door middel van goed openbaar vervoer. Dat geldt ook voor de grensregio’s in relatie tot de buurlanden. De Commissie constateert terecht dat lokale en regionale grensoverschrijdende ov-verbindingen vaak slecht zijn ontwikkeld en verbetering behoeven. Om de kansen, barrières, plannen en dergelijke te bespreken weten de diverse overheidslagen in Nederland en die in de buurlanden elkaar te vinden in grensoverschrijdend mobiliteitsoverleg (zoals tussen Nederland en Noordrijn-Westfalen) en vindt momenteel een verkenning plaats naar een grenslandagenda tussen Nederland en Vlaanderen voor structureel overleg bij ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuur van wederzijds belang. Resultaten van onderzoek van de Commissie naar ontbrekende spoorverbindingen kunnen in dergelijke bestuurlijke overleggen ook onderwerp van gesprek worden. Nederland wacht de resultaten van dit onderzoek met belangstelling af.
8. Samenwerking in de gezondheidszorg bevorderen
Het kabinet heeft een positieve grondhouding tegenover het voorstel om de samenwerking in de gezondheidszorg te verbeteren. Uitgangspunt voor het kabinet hierbij is of een nieuw voorstel past binnen de bestaande competentieverdeling tussen de EU en de lidstaten. Grensoverschrijdende zorg kan een middel zijn om de doelstelling van «goede zorg voor een goede prijs toegankelijk maken» te halen.
9. Beleidsontwikkeling voor een nieuw instrument t.b.v. juridisch kader voor grensoverschrijdende samenwerking
Nederland wacht met belangstelling eventuele voorstellen af. Het kabinet signaleert op dit moment nog een aantal onduidelijkheden over de juridische mogelijkheden om een dergelijk instrument, waarbij op vrijwillige basis en met instemming van bevoegde autoriteiten, regels van een lidstaat ook in een naburige lidstaat kunnen gelden voor een in de tijd beperkt en een specifiek project in een grensregio, te ontwikkelen. Van belang is dat de opties die de Commissie zal presenteren zich houden aan de geldende juridische kaders. Wanneer een dergelijk instrument binnen de geldende kaders mogelijk zou zijn, zou dit voor grensregio’s de mogelijkheid kunnen bieden om grensoverschrijdende projecten op een snelle en efficiënte manier uit te voeren. De Commissie geeft aan na te denken over opties om een dergelijk juridisch instrument te ontwikkelen. De inzet is dat Nederland zal participeren in een werkgroep met lidstaten en de EC waarin de mogelijkheden van een nieuw instrument besproken wordt.
Ten aanzien van financieringsprogramma’s vindt Nederland ten aanzien van de Interreg-programma’s dat deze middelen ingezet moeten worden op thema’s en maatschappelijke uitdagingen met een duidelijke Europese toegevoegde waarde, zoals innovatie, klimaat, technologieontwikkeling en arbeidsmobiliteit. Hierbinnen is het aan de betrokken regio’s om inhoudelijke prioriteiten te stellen. Actievoorstellen van de Commissie voor bestaande Interreg-programma’s zouden hierbinnen moeten vallen en gefinancierd moeten worden uit bestaand budget. Een Nederlands standpunt over Interreg na 2020 wordt momenteel nog verder uitgewerkt.
10. Statistische gegevens over grensoverschrijdende interactie verzamelen voor besluitvorming;
Het kabinet verwelkomt de verzameling van statistische gegevens over grensoverschrijdende interactie, zolang er sprake is van deelname op basis van vrijwilligheid en op basis van al beschikbare data. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is reeds lead-partner van een Europees project ten aanzien van grensoverschrijdende statistieken op basis van medefinanciering door DG Regio. Daarnaast voert CBS samen met statistiekbureau van Noordrijn-Westfalen een statistisch (proef)project uit voor de Duits-Nederlandse grens. De goede uitwisseling van grensoverschrijdende ruimtelijk-economische data is van belang voor de ontwikkeling van de grensregio’s.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
In Nederland zullen de decentrale overheden van de grensprovincies en grensregio’s de gestelde maatregelen in deze mededeling toejuichen.
a) Bevoegdheid
De grondhouding van NL ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling richt zich op de uitdagingen waarmee grensregio’s worden geconfronteerd. Op grond van artikel 174 VWEU dient de Unie aan deze regio’s bijzondere aandacht te besteden wanneer zij haar optreden ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang ontwikkelt en vervolgt.
Behalve aan het terrein van de economische, sociale en territoriale samenhang (regionaal beleid) (gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en de lidstaten, zie art. 4, lid 2 onder c), raakt de mededeling aan het terrein van de interne markt (gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en de lidstaten, zie artikel 4, lid 2, onder a).
b) Subsidiariteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding. Een aanvullend optreden van de Commissie dat faciliterend en stimulerend is ten behoeve van een betere grensoverschrijdende samenwerking kan van meerwaarde zijn ten opzichte van een nationale of bilaterale aanpak. Maatregelen ter ondersteuning van de lidstaten in de ontwikkeling van het potentieel van grensregio’s kunnen beter door en met de Unie worden bereikt. Voor het kabinet is het op dit moment nog onduidelijk wat de meerwaarde is van de uitwerking van de opties voor een nieuw juridisch instrument, ten opzichte van de aanpak op lidstaat niveau.
c) Proportionaliteit
Nederland heeft een positieve grondhouding met een kanttekening ten aanzien van de proportionaliteit. Het doel van de Commissie is om de complexiteit, de duur en de kosten van grensoverschrijdende interactie te verminderen en een bundeling van diensten ten behoeve daarvan langs binnengrenzen te bevorderen. De aangekondigde maatregelen lijken daarbij niet verder te gaan dan noodzakelijk om dit doel te bereiken. Met betrekking tot de verkenning van het juridisch instrument is het op dit moment voor het kabinet nog onduidelijk welke vorm gekozen zal worden. Het kabinet is vooralsnog van mening dat het verder gaat dan noodzakelijk, indien hierover een wetgevend voorstel verschijnt. Eventuele concrete voorstellen die uit deze mededeling voortvloeien zal het kabinet deze nauwkeurig op hun merites beoordelen.
d) Financiële gevolgen
Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen zal zijn en is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
Het wegnemen van barrières bij grensregio’s kan een positief effect hebben voor de lastenverlichting voor burgers en ondernemers die grensoverschrijdende actief zijn binnen grensregio’s. De aangekondigde voorstellen kunnen tot verhoging van de administratieve lasten leiden bij overheden als gevolg van de noodzaak hun werkwijze of processen aan te passen. Dit moet bezien worden bij de beoordeling van de concrete voorstellen. Onvoorziene stijgingen van de administratieve lasten dienen te worden gecompenseerd door het beleidsverantwoordelijke departement, waarbij compensaties zoveel mogelijk dienen te geschieden binnen het domein waarin de tegenvaller plaatsvindt.
f) Concurrentiekracht
Het wegnemen van de barrières van grensregio’s leidt tot een verbetering van de economische groei van de EU en tot een verbetering van de concurrentiekracht van de Unie. De concurrentiekracht van Nederland zal als gevolg van dit voorstel toenemen.
Kamerstuk 32 851, nr. 33. En: Vertrouwen in de toekomst» Regeerakkoord 2017 – 2021», 10 oktober 2017. Pagina 47 (Kamerstuk 34 700, nr. 34)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-2421.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.